Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Anesthesiologie

Alles wat u moet weten over uw operatie

Alles wat u moet weten over uw operatie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat u binnenkort een operatieve ingreep krijgt. Afhankelijk van de ingreep verblijft u een of meer dagen in ons ziekenhuis. Van de arts heeft u op de polikliniek gehoord hoelang u naar verwachting opgenomen moet worden.

De anesthesie

Anesthesie betekent gevoelloosheid. U krijgt anesthesie om uw lichaam te beschermen tegen pijn en de schadelijke gevolgen van stress, die de operatie onvermijdelijk met zich meebrengt. Wij stemmen de anesthesie af op uw leeftijd, gewicht en gezondheidstoestand. Reacties van uw lichaam op de medicijnen en de ingreep worden tijdens de operatie nauwkeurig gevolgd. Zo nodig worden lichaamsfuncties overgenomen, bijvoorbeeld door een beademingsmachine.

U leest hierna over de verschillende soorten anesthesie en een aantal belangrijke regels voor de dag van de operatie, zoals nuchter zijn.

Algehele anesthesie

Algehele anesthesie noemen we ook wel narcose. Hierbij is uw hele lichaam verdoofd en bent u buiten bewustzijn. U merkt niets van de operatie en kunt er zich later ook niets van herinneren. Voor de narcose prikken we eerst een infuus en sluiten we u aan op de monitor. Uw hartslag, bloeddruk en zuurstofgehalte worden continu in de gaten gehouden. U krijgt een kapje met zuurstof voor uw neus en mond. De slaapmiddelen krijgt u via een infuus. Eenmaal onder narcose plaatst de anesthesioloog een beademingsbuisje in de keel of luchtpijp. Daarnaast wordt er soms nog een extra infuus of blaaskatheter ingebracht.

Complicaties en bijwerkingen
Ernstige complicaties komen gelukkig slechts zeer zelden voor. De anesthesioloog zal het met u bespreken als u extra risico loopt.

Spinale anesthesie (ruggenprik)

Deze techniek gebruiken we bij operaties van de onderste lichaamshelft. U krijgt een verdovingsvloeistof ingespoten in de onderrug. De zenuwen naar uw onderlichaam worden daardoor tijdelijk uitgeschakeld, waarbij u de benen ook tijdelijk niet meer kunt bewegen. Bij deze verdoving blijft u bij bewustzijn. Als u dat wilt, kunt u een slaapmiddel (sedatie) krijgen. Bij sommige mensen werkt dit zo sterk, dat zij zich achteraf niets meer van de operatie herinneren. Met een ruggenprik is de kans op misselijkheid veel kleiner dan bij narcose.

Complicaties en bijwerkingen
NB: Bij sommige grote of pijnlijke ingrepen passen wij een combinatie van algehele anesthesie en een ruggenprik toe. Het prikken verloopt hetzelfde, alleen dienen we in dit geval andere medicijnen toe. Deze ruggenprik geeft dan goede pijnstilling na de operatie. Bij deze ruggenprik kunt u de benen gewoon blijven bewegen.

Locoregionale anesthesie (zenuwblokkade)

Bij een locoregionale anesthesie (ook wel plexusverdoving of zenuwblokkade genoemd) wordt alleen dat deel van het lichaam verdoofd waar de ingreep plaats vindt. Deze anesthesievorm wordt veel toegepast bij operaties aan de schouder, arm, hand, been of voet. Er wordt met een echo en een kleine naald verdoving rondom een zenuw gelegd. Door deze zenuw te verdoven, is het gevoel (en vaak ook de kracht) aan dit lichaamsdeel tijdelijk uitgeschakeld. Voordelen van deze anesthesievorm zijn minder kans op misselijkheid en betere pijnstilling. Een zenuwblokkade kan alleen, of in combinatie met algehele anesthesie of sedatie worden toegepast. Dit hangt af van het type ingreep en de wens van u als patiënt.

Complicaties en bijwerkingen
Bijwerkingen en complicaties bij zenuwblokkades komen gelukkig zelden voor en deze techniek wordt internationaal als een erg veilige techniek beschouwd. In de literatuur zijn de volgende bijwerkingen en complicaties beschreven:
Het kan voorkomen dat de zenuwblokkade onvoldoende pijnstilling geeft. Het kan dan nodig zijn om u alsnog algehele anesthesie te geven.

Welke soort anesthesie

De anesthesioloog stelt een geschikte vorm van verdoving vast naar aanleiding van het preoperatief onderzoek en bespreekt dit met u. In sommige gevallen is er geen keuze en kunnen wij alleen algehele anesthesie geven. Als u voorkeur heeft voor een bepaalde anesthesievorm, kunt u dit met de anesthesioloog bespreken.

Borstvoeding en anesthesie

Het is belangrijk dat u het aangeeft als u borstvoeding geeft. De anesthesioloog kan hier dan rekening mee houden, waardoor het in de meeste gevallen mogelijk is de borstvoeding te blijven geven. Dit geldt voor alle vormen van anesthesie.

Anesthesie bij kinderen

Bij kinderen vindt een ingreep bijna altijd onder algehele anesthesie plaats. Afhankelijk van het type ingreep en de gezondheidstoestand, wordt uw kind via een kapje of een infuus in slaap gebracht. De anesthesioloog zal u hierover informeren. Indien de narcose middels een infuus wordt toegediend, krijgt uw kind eerst verdovende pleisters op de huid om het prikken van het infuus zo prettig mogelijk te laten verlopen.

Uw kind kan beter niet direct na een vaccinatie een ingreep ondergaan. Let u op het volgende:

Voorbereiding thuis

Plannen van de operatiedag

U wordt door de opanmeplanning op de hoogte gebracht van de datum waarop u geopereerd zal worden. Deze datum kan u hierna ook terug vinden in uw patiëntenportaal.
De opnametijd krijgt u 2 werkdagen voor de opnamedag telefonisch door van de opnameplanning.


Kleding en hulpmiddelen

Bij een operatie aan de knie of de voet kunt u het beste een wijde broek of rok dragen. Na een operatie aan het been mag u soms niet lopen. Uw arts informeert u hierover. U moet dan op de dag van de operatie zelf krukken meenemen naar ons ziekenhuis. Deze kunt u via de thuiszorgwinkels huren. Bij een ingreep aan de arm of hand kunt u het beste een wijde trui of wijd T-shirt dragen. U krijgt na de operatie misschien een mitella, dik verband op gips.

Medicijngebruik

Als u medicijnen gebruikt, is dit tijdens de preoperatieve screening met u besproken. De anesthesioloog zet in uw patiëntportaal een brief klaar waarin afspraken staan over het gebruik van uw medicatie op de dag van operatie. Moet u in opdracht van de anesthesioloog met één of meerdere medicijnen stoppen? Dan bespreekt de verpleegkundige na de operatie met u wanneer u weer met uw medicijnen kunt beginnen.

Pijnstillers

Als u pijnstillers gebruikt in de week voorafgaand aan de ingreep, gebruik dan geen geneesmiddelen die aspirine bevatten. (de medische term is acetylsalicylzuur). Neem bij twijfel contact op met de preoperatieve screening. Neem uw medicijnen op het voor u gebruikelijke tijdstip in, maar wel tot uiterlijk twee uur voor de opnametijd, tenzij de anesthesioloog anders voorschrijft.

Wat u zelf kunt doen om uw operatie veiliger te maken

Belangrijk
Het is belangrijk dat u de voorschriften uit de brief in uw patientportaal opvolgt.

Laxatie

Voor sommige ingrepen is het nodig dat u gelaxeerd wordt. Uw behandelend arts informeert u hierover.

De opnamedag

Op de dag van de opname meldt u zich bij de balie van onze verpleegafdeling. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling. Zij maakt u wegwijs en stelt u enkele vragen, bijvoorbeeld of u medicijnen gebruikt, of u een speciaal dieet volgt en wie uw contactpersoon is. U kunt uiteraard ook vragen stellen aan de verpleegkundige over uw verblijf en behandeling.

Let op
Het tijdstip van de ingreep is niet helemaal zeker. Een ingreep kan langer duren dan gepland of er komt een spoedgeval tussendoor. Daardoor kan het voorkomen dat u enige tijd moet wachten. Wij vragen hiervoor uw begrip.

Voorbereiding op de afdeling

Bij sommige ingrepen moet het operatiegebied onthaard worden. De verpleegkundige doet dit voor de operatie en gebruikt daarvoor een tondeuse. Indien voorgeschreven krijgt u medicatie (toegediend). Bij bepaalde ingrepen geven wij soms een pijnstiller, zodat deze alvast tijd heeft om in te werken. De verpleegkundige vraagt u om u uit te kleden en geeft u een operatiejasje.

Naar de operatiekamer

Een verpleegkundige brengt u naar het operatiecomplex, waar een anesthesiemedewerker u opvangt. Deze brengt u naar de voorbereidingsruimte. U krijgt een infuus ingebracht, meestal in uw hand. Ook krijgt u plakkers op uw borst voor het ECG (hartfilmpje), een bloeddrukband en een knijpertje op uw vinger voor de meting van het zuurstofgehalte in uw bloed. Plaatselijke verdoving geven wij meestal op de uitslaapkamer.

Time-out: een extra veiligheidscheck

Reinier de Graaf verleent u graag de best mogelijke zorg. Wij willen graag samen met u werken aan een veilige behandeling en alles controleren om fouten te vermijden. Daarom stellen wij op verschillende momenten tijdens uw verblijf in ons ziekenhuis veel en vaak dezelfde vragen aan u. Zo gaat het ook als u een operatie moet ondergaan.

Als u naar de operatiekamer gaat, is het hele operatieteam aanwezig. Voordat u onder narcose wordt gebracht, vindt de zogeheten ‘time-out-procedure’ plaats. Het operatieteam (specialist, anesthesioloog, operatieassistenten en anesthesiemedewerker) controleert samen met u een aantal belangrijke gegevens.

Even controleren en dan van start …

Vlak voor uw operatie stellen wij u op de operatiekamer ter controle nog een aantal vragen. Zo vragen wij weer naar uw naam, geboortedatum en waaraan u geopereerd wordt.
Wij checken hardop:
Uiteraard zijn deze gegevens allang bij ons bekend en staan ze in uw medisch dossier. Toch is deze laatste check van belang om de allerlaatste mogelijke fouten of onduidelijkheden uit te sluiten. Heeft u nog vragen, stel ze dan gerust aan de arts of verpleegkundige.

Na de operatie

Na de operatie of ingreep brengen wij u naar de uitslaapkamer. Als u redelijk wakker bent, de pijnbestrijding goed is en er geen andere problemen zijn, haalt de verpleegkundige van de verpleegafdeling u op om u terug te brengen naar uw kamer.

Pijnregistratie

Binnen Reinier de Graaf registreren wij op de verpleegafdelingen de pijn. Wij doen dat om beter inzicht te krijgen in de mate waarin u pijn ervaart. Op deze wijze kunnen wij adequaat en op tijd op de pijn van u reageren en deze bestrijden. Dit betekent dat wij alle patiënten van de afdeling dagelijks vragen om een cijfer toe te kennen aan de mate waarin zij pijn beleven. Dit gebeurt gelijktijdig met andere controles, zoals het opnemen van de bloeddruk, pols en temperatuur. Patiënten die net zijn geopereerd, controleren wij vaker.

Pijnscorekaart

Bijwerkingen

Helaas hebben pijnstillers ook nadelig effecten zoals misselijkheid, braken, slaperigheid, obstipatie en duizeligheid. Daarnaast kunnen mensen last hebben van zweten, droge mond, wazig of dubbelzien, volle blaas, jeuk. Geef uw bijwerking altijd door aan de verpleegkundige. U kunt dan nader uitleg krijgen of eventueel uw behandelend arts raadplegen. Als u misselijk bent of voelt dat u misselijk gaat worden, probeert u dan rustig te blijven en niet te snelle bewegingen te maken. Meldt de misselijkheid op tijd aan de verpleegkundige. De verpleegkundige kan u helpen en mogelijk een middel tegen de misselijkheid geven.

Bezoek

Soms mag u direct na de operatie even bezoek ontvangen. Vraagt u aan de verpleegkundige of dit kan. Kijk voor meer informatie over de bezoekregeling op onze website www.reinierdegraaf.nl of in onze patiënteninformatie Opname.

Weer naar huis

Als u in dagopname wordt opgenomen moet u altijd opgehaald worden, u mag niet zelfstandig naar huis gaan. Zorg dat u de eerste nacht op iemand terug kunt vallen als er iets mocht zijn. Het is wenselijk dat u de eerste nacht niet alleen bent. Soms besluit de arts dat u nog een nacht in het ziekenhuis moet blijven. Dit hoeft niet te betekenen dat er iets mis is, de ene persoon reageert nu eenmaal anders op de anesthesie en/of de operatie dan de andere. Wij raden het af om op de dag van de operatie nog te gaan werken of belangrijke beslissingen te nemen. Alle informatie over het verblijf in ons ziekenhuis vindt u in onze patiëntenfolder 'Uw opname in Reinier de Graaf'.

Openbaar vervoer, taxi en eigen auto worden niet meer door de zorgverzekeraars vergoed. Hierop bestaan enkele uitzonderingen. Informeert u hiernaar bij uw zorgverzekeraar.


Foldernummer: 0027
Laatst bijgewerkt op: 03-09-2024


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien