Deze informatie gaat over een wondbehandeling met een negatieve druk/vacuümtherapie. Normale wondgenezing verloopt volgens een goed georganiseerd proces. Soms kan dit proces vertraagd of verstoord zijn. Wondbehandeling met lokale onderdruk (vacuümtherapie) is een actieve methode om op een gesloten en gecontroleerde manier wondgenezing te bevorderen.

In deze informatie leest u meer over deze behandeling. Als u vragen heeft, kunt u contact met ons opnemen via de contactgegevens onderaan deze informatie.

Wat is vacuümtherapie?

De behandeling kan zowel in ons ziekenhuis als bij u thuis plaatsvinden. Wij kunnen de therapie toepassen bij acute en chronische wonden en met name bij wonden die slecht genezen, zoals doorligwonden (decubitus), open beenwonden (ulcus cruris) en wonden door diabetes.

Bij deze therapie brengen wij een vacuüm (lokale onderdruk) aan in de wond. Door dit vacuüm wordt wondvocht afzogen. Het bevordert de bloedcirculatie en de aanmaak van nieuwe bloedvaatjes in de wond, waardoor de wond sneller kan genezen. Wij brengen een soort spons in de wond aan die luchtdicht afgeplakt wordt en vervolgens vacuüm gezogen met een elektrische pomp.

De pomp

Met een speciale, elektrische pomp zuigt de luchtdicht afgeplakte wond vacuüm. De pomp heeft een opvangbeker, waarin het wondvocht vanuit de wond opvangen wordt. De pomp kan een (reutelend) geluid maken. Dit gebeurt om de ingestelde vacuümdrukken te handhaven.
De accu van de pomp gaat ongeveer acht uur mee, daarna moet u deze opnieuw opladen. De pomp heeft een alarmfunctie. Deze functie zorgt ervoor dat u de therapie veilig toepast. U hoort een waarschuwingssignaal als de opvangbeker vol is of als het ingestelde vacuüm door welke redenen dan ook niet bereikt wordt.

De sponzen (wondbedekkers)

In of op de wond brengen wij een wondbedekker (een soort schuimverband) aan. Deze wondbedekker kan zwart of wit van kleur zijn. Dit is afhankelijk van het type en de plaats van uw wond. De zwarte wondbedekker is een grofmazig schuimverband dat voornamelijk gebruikt wordt om wonden te reinigen.
Deze zwarte wondbedekker gebruiken wij dus bij vieze en diepe wonden die veel vocht afgeven. De witte wondbedekker is een fijnmazig schuimverband en heeft een minder reinigende werking dan de zwarte wondbedekker. Deze witte wondbedekker gebruiken wij bij oppervlakkige of pijnlijke wonden. Twee tot drie keer per week wordt de spons verwisseld.

Wat u van de therapie merkt

Zowel het aanbrengen als het opstarten van de lokale onderdruk (het creëren van het vacuüm) kan gevoelig en/of pijnlijk zijn. Dit is afhankelijk van de plaats en het type van uw wond. De pijnklachten verminderen of verdwijnen enkele minuten nadat het vacuüm in de wond bereikt is. Als de pomp de wond vacuüm trekt, wordt de wondbedekker samengedrukt (krimpen) en lijkt het alsof het wondoppervlak kleiner wordt.


Ook het verwijderen van de wondbedekker kan gevoelig en/of pijnlijk zijn. Nadat de wondbedekker verwijderd is, kan de wond eventueel kortdurend iets nabloeden. Dit is normaal en duidt op een goede doorbloeding van uw wond. In overleg met uw arts of wondspecialist kunt u voor de verbandwissel een pijnstiller nemen. De totale duur van de therapie hangt af van het type en de ernst van uw wond, het genezingsvermogen en het gewenste resultaat.

Het gebruik van de vacuümpomp

Wij adviseren u de vacuümtherapie om uw wond sneller te laten genezen. Voor een optimale wondgenezing raden wij aan om de therapie continu ingeschakeld te houden. Als u zich wilt verzorgen of douchen, kunt u de pomp loskoppelen. Doe dit niet langer dan een halfuur, omdat u anders het wondgenezingsproces verstoort. U mag met deze therapie niet in bad, omdat de folie dan loslaat en de spons zich met water volzuigt.
De pomp mag niet nat worden.

Omdat de therapie continu 24 uur doorgaat, betekent dit voor u dat u de vacuümpomp altijd bij u moet dragen. Dit kan voor enig ongemak zorgen bij uw alledaagse activiteiten. U hoeft met de vacuümpomp niet binnenshuis te blijven. Door de accu kunt u weg van huis. U kunt uiteraard om meer informatie vragen aan uw arts of wondspecialist. De pomp kan een alarmsignaal geven. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het alarmeringsgeluid kan zeer storend zijn. De verpleegkundige geeft u advies welke stappen u moet ondernemen als er een alarm afgaat. Ook kan de pomp een storend (reutelend) geluid maken. Zodra het ingestelde vacuüm bereikt is, verdwijnt het reutelend geluid. Als dit ingestelde vacuüm niet bereikt wordt, volgt er uiteindelijk een alarmsignaal. U kunt zelf controleren of de wond nog vacuüm is door op de display van de pomp te kijken of door na te gaan of de wondbedekker nog samengedrukt is.

Raadpleeg de verpleegkundige of wondverpleegkundige als:

• u een grote verandering in de kleur en samenstelling van het wondvocht merkt, bijvoorbeeld als het vocht eerst helder was en daarna troebel of helderrood is;
• u overmatige bloed onder de folie, in de afvoerslag of de opvangbeker ziet;
• de wond meer gaat ruiken;
• de huid rondom de wond roder en pijnlijk wordt.

Heeft u vragen?

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, kunt u - tijdens uw opname - contact opnemen met de verpleegkundige van de afdeling of met de wondconsulent: 015 - 260 4213 (bereikbaar tijdens kantooruren van 8.00 tot 16.00 uur). Meer informatie vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.

Bij problemen thuis kunt u contact opnemen met de thuiszorg.