U ontvangt deze informatie, omdat u bij onze afdeling Gynaecologie langs bent geweest met vragen over anticonceptie. In deze informatie kunt u lezen over de verschillende methoden van anticonceptie. Als u daarna nog steeds vragen heeft, kunt u uiteraard contact met ons opnemen. Verschillende methoden
Om zwangerschap te voorkomen bestaan er verschillende methoden: de pil (in verschillende soorten samenstellingen), een ring in de schede, een hormoonpleister, de prikpil, een hormoonstaafje in de bovenarm, verschillende soorten spiralen, timing door temperaturen of urinetesten en mannen- en vrouwencondooms. Welke methode u ook gebruikt, als u ermee stopt kunt u in principe meteen zwanger worden. De ene methode is veel betrouwbaarder dan de andere; bij alle methoden blijft er een kans op zwangerschap bestaan.
Wat is anticonceptie en hoe werkt het?
Anticonceptie betekent letterlijk ‘tegen conceptie’ of ‘tegen bevruchting’. Anticonceptie is een methode om de bevruchting van een eicel en/of innesteling van een bevruchte eicel tegen te gaan en dus de kans op een zwangerschap zo klein mogelijk te maken. Dit kan op meerdere manieren:
- door toediening van stoffen die voorkomen dat eicellen bij de vrouw uitrijpen en de eisprong optreedt (dit gebeurt bijvoorbeeld bij de pil);
- door ervoor te zorgen dat de zaadcellen en de eicellen elkaar niet kunnen bereiken (dit gebeurt bijvoorbeeld bij het gebruik van een condoom);
- door geen gemeenschap te hebben tijdens de vruchtbare periode (het timen van de eisprong) of door geen zaadlozing in de schede te hebben ('voor het zingen de kerk uit', coitus interruptus genoemd);
- door te voorkomen dat een bevruchte eicel zich in de baarmoeder nestelt (dit gebeurt bijvoorbeeld bij een spiraal).
Welke methode is voor u geschikt?
Niet alle methoden zijn voor iedereen geschikt. Als u een anticonceptiemethode kiest, is moeilijk in te schatten of deze methode voor u ook de beste is. Bij ongeveer 10 procent van de mensen blijkt de gekozen methode uiteindelijk niet de meest ideale. Vraag u bij de keuze af hoe lang u een anticonceptiemethode gaat gebruiken, wat de voor- en nadelen zijn en welke bijwerkingen de methode kan hebben. In het geval dat u of iemand in uw familie
trombose heeft, moet u voorzichtig zijn met hormonale middelen. Overleg dit met uw arts.
De verschillende anticonceptiemethoden
We delen de verschillende anticonceptiemethoden/-middelen in, aan de hand van de wijze waarop zij werken.
De verschillende methoden zijn:
- hormonale methoden;
- combinatiemiddelen met oestrogenen en progestagenen: pil, ring, pleister;
- middelen met alleen progestageen: minipil, prikpil, hormoonstaafje, spiraal;
- intra-uteriene methoden;
- natuurlijke methoden;
- barrièremiddelen;
- klassieke methoden;
- definitieve methoden.
Hormonale methoden
Bij de hormonale methoden worden de hormonen die zorgen voor een eisprong, onderdrukt. Als bij de vrouw geen eisprong optreedt, kan geen bevruchting plaatsvinden.
Combinatiemiddelen met oestrogenen en progestagenen
Combinatiemiddelen, zoals de pil, ring of pleister, bevatten oestrogenen en progestagenen. De progestagenen remmen onder andere de eisprong, de oestrogenen zorgen voor opbouw van het baarmoederslijmvlies om spotting (bloedverlies tussen twee normale menstruaties in) tegen te gaan. Er bestaan verschillende soorten combinatiemiddelen. Iedere maand, in de stopweek, treedt een bloeding op die op een
menstruatie lijkt, maar onttrekkingsbloeding wordt genoemd. Men kan er ook voor kiezen om geen stopweek in te lassen maar om door te slikken, te ringen of te plakken. Dit kan niet bij een 2-of 3-fase pil (zie onder). Overleg bij twijfel met uw arts.
Anticonceptiepil
De pil moet u elke dag, het liefst op een vast tijdstip. Daarna volgt desgewenst een stopperiode van vier tot maximaal zeven dagen. Tijdens deze stopperiode is er meestal een bloeding van enkele dagen. Begin met een nieuwe strip op een vaste dag van de week. De meeste pillen zijn 1-fasepillen: elke pil heeft dezelfde samenstelling. Twee- en driefasenpillen hebben twee respectievelijk drie verschillende samenstellingen na elkaar; hierna is er een stopweek. Bij het slikken van de twee- en driefasenpillen moet u dus goed op de volgorde letten.
Anticonceptiering
Deze ring geeft in de schede een constante hoeveelheid hormonen af. De ring kan drie weken blijven zitten, daarna is er desgewenst een stopweek. U kunt de ring gemakkelijk zelf inbrengen en verwijderen. Het is mogelijk met en zonder ring gemeenschap te hebben, maar de ring mag niet langer dan drie uur uit de schede blijven.
Anticonceptiepleister
Deze huidpleister geeft een constante hoeveelheid hormonen af aan uw lichaam. De pleister moet u eenmaal per week vervangen, na drie weken is er desgewenst een stopweek. De pleister kunt u overal op uw huid plakken, behalve op uw borsten.
Voor- en nadelen van combinatiemiddelen met oestrogenen en progestagenen
voordelen
| nadelen verhoogde kans op:
|
betrouwbaar
| hart- en vaatziekten, vooral in combinatie met roken
|
vaak minder bloedverlies
| veneuze trombose, vooral in de eerste maanden na het starten
|
vaak minder pijn tijdens de bloeding
| mogelijk lichte stoornissen in de suikerstofwisseling
|
eventueel minder premenstruele klachten
| zeer geringe verhoging van de bloeddruk
|
minder risico op goed- en kwaadaardige gezwellen aan baarmoeder en eierstokken
| goedaardige aandoeningen van de lever zeer gering verhoogde kans op borstkanker
|
Tabel 1. Voor- en nadelen van combinatiemiddelen De combinatiemiddelen behoren tot de meest betrouwbare vormen van anticonceptie (zie ook tabel 2). Als u met een combinatiemiddel begint, kunt u korte tijd - enkele weken tot maanden - in meer of mindere mate misselijk zijn, gespannen borsten hebben of minder zin hebben in seks. Het is ook mogelijk dat er tussentijds lichte bloedingen optreden (spotting). Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf, maar als ze langer aanhouden, kunt u een andere pil proberen.
De kans op (veneuze)
trombose (een bloedprop in een ader) is heel licht verhoogd bij gebruik van de pil. Als
trombose bij u of uw naaste familie voorkomt, kan bij u onderzoek nodig zijn naar erfelijke stoornissen in de bloedstolling (bijvoorbeeld factor V Leiden). Bespreek dit met uw arts. Als u rookt, en zeker als u ouder bent dan 35 jaar en daarbij de pil gebruikt, heeft u een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Middelen met alleen progestagenen
Bij het gebruik van middelen die alleen
progesteron afgeven, zoals de minipil, prikpil, hormoonstaafje en hormoonspiraal, is vaak geen menstruatiecyclus meer herkenbaar. Ongeveer een derde van de vrouwen heeft helemaal geen bloedverlies meer, een derde heeft nog een herkenbare cyclus maar minder bloedverlies, en een derde heeft bloedverlies dat niet te voorspellen is, wat zij soms hinderlijk vinden. Het totale bloedverlies is bij het gebruik van deze middelen echter minder dan wanneer u geen hormonen zou gebruiken. Ook als de bloedingen wegblijven, is het middel betrouwbaar.
Minipil
De minipil is een doorslikpil: iedere dag één pil zonder stopweek, het liefst in te nemen op hetzelfde tijdstip. De minipil gebruikt u continu en is net zo betrouwbaar als de combinatiemiddelen.
Prikpil
De prikpil is een injectie in uw spier, die eens per drie maanden wordt gegeven. De prikpil heeft als nadeel dat het na het stoppen soms lang kan duren voordat de gewone cyclus (en daarmee de vruchtbaarheid) weer terugkomt. Een voordeel kan zijn dat u slechts vier keer per jaar aan anticonceptie hoeft te denken. Echter, als u klachten heeft door de prikpil, kunnen wij het toegediende hormoon niet weghalen en moet u wachten tot de hormonen vanzelf uit uw lichaam zijn verdwenen.
Hormoonstaafje
Het hormoonstaafje is 4 centimeter lang en geeft een constante hoeveelheid
progesteron af. Uw arts brengt het, na een lokale verdoving, in de bovenarm net onder de huid in. Een hormoonstaafje kan drie jaar blijven zitten. Het inbrengen en verwijderen moet gebeuren door een arts die bekend is met de methode.
Hormoonspiraal
Een hormoonspiraal wordt, net als een koperspiraal, in de baarmoeder ingebracht en kan vijf jaar blijven zitten. Het
progesteron dat een hormoonspiraal afgeeft, werkt met name op het baarmoederslijmvlies; slechts een klein gedeelte komt in uw lichaam terecht. Vaak treedt wel een eisprong op, maar de kans op een zwangerschap is zeer klein. Het slijmvlies van de baarmoeder wordt niet aangemaakt. Het hormoonspiraal kan, zeker in de eerste maanden, onregelmatig bloedverlies veroorzaken en soms buikpijn. Na een jaar is 80 procent van de vrouwen tevreden over het gebruik van een hormoonspiraal. Ongeveer 25 procent van de vrouwen heeft geen menstruaties meer, ongeveer 50 procent heeft nog wel bloedverlies, maar veel minder.
Voor- en nadelen van middelen met alleen progestagenen
Ook bij middelen met alleen progestagenen geldt dat er minder bloedverlies is bij een betrouwbaar anticonceptiemiddel. Met uitzondering van de minipil (die u dagelijks moet innemen) hoeft u bij deze middelen niet dagelijks aan de anticonceptie te denken. De prikpil geeft twaalf weken bescherming tegen een zwangerschap, het staafje doet dat drie jaar en de hormoonspiraal vijf jaar. Heeft u of iemand in uw familie
trombose, dan moet u dat met uw arts bespreken. Het meest genoemde nadeel bij de middelen die alleen
progesteron bevatten, is de onvoorspelbaarheid van het bloedverlies. In de eerste drie tot zes maanden kan er, zeker in het begin, vrijwel dagelijks bloedverlies zijn. Daarna is er nog af en toe een bloeding op niet te voorspellen tijdstippen; op den duur kan het bloedverlies helemaal wegblijven.
Intra-uteriene methoden (IUD, spiralen)
Er bestaan meerdere soorten spiralen, met een onderscheid in twee groepen:
- koperspiraal
- hormoonspiraal
De belangrijkste werking van een koperspiraal is het inactief maken van zaadcellen, waardoor deze niet meer in staat zijn een eicel binnen te dringen. Ook verandert het koperspiraal het baarmoederslijmvlies, zodat een eicel die toch bevrucht is zich niet kan innestelen. Een hormoonspiraal beïnvloedt het slijm van de baarmoedermond, zodat de zaadcellen minder goed in staat zijn door de baarmoedermond te gaan. Ook wordt het slijmvlies van de baarmoeder minder opgebouwd, zodat innesteling nauwelijks voorkomt. Een koperhoudend spiraal (T-safe) kan 10 jaar blijven zitten. De spiralen kunnen wij meestal makkelijk verwijderen.
Voor- en nadelen van intra-uteriene methoden (IUD, spiralen)
Spiralen zijn net zo betrouwbaar als hormonale anticonceptiemethoden. Het grote voordeel kan zijn dat u minimaal vijf jaar niet meer aan anticonceptie hoeft te denken. Een belangrijk nadeel van een koperspiraal is de kans (met name in het begin) op een iets langere
menstruatie waarbij wat meer bloedverlies kan optreden. Ook kan de
menstruatie pijnlijker zijn. Bij het hormoonspiraal kunt u onregelmatig bloedverlies (dat voornamelijk tijdens de eerste maanden van het gebruik optreedt) als een nadeel ervaren. Bij en na het inbrengen van een spiraal is er een kleine kans op een ontsteking van de baarmoeder en/of de eileiders. Dit kan gevolgen hebben voor uw vruchtbaarheid. Soms nemen wij daarom vóór het inbrengen een kweek van de baarmoedermond af en schrijft uw arts zo nodig voor u en eventueel uw partner antibiotica voor.
Natuurlijke methoden
Bij de natuurlijke methoden gaat het erom geslachtsgemeenschap tijdens de vruchtbare periode te vermijden.
Periodieke onthouding
Periodieke onthouding heeft als nadeel dat het bepalen van de vruchtbare periode niet eenvoudig is. Daardoor zijn deze methoden minder betrouwbaar. Van de natuurlijke methoden is de methode die bekend staat als NFP (natural family planning) de meest betrouwbare. NFP bestaat uit een combinatie van temperatuurmeting, beoordeling van het cervixslijm (slijm van de baarmoedermond) en de baarmoedermond. De temperatuur stijgt ongeveer een half tot één graad Celsius na de eisprong en de baarmoeder maakt rond de eisprong slijm aan om het vervoer van de zaadcellen te verbeteren. Het meten van de temperatuur - met of zonder microcomputers - en het beoordelen van alleen het cervixslijm als enige methode zijn aanzienlijk minder betrouwbaar. Het is ook mogelijk om door middel van een urinetest (te verkrijgen bij apotheek en drogist) de waarde van het LH (luteiniserend hormoon, het eispronghormoon) te bepalen om zo uw vruchtbare dagen te weten. Deze test is matig betrouwbaar: van de vrouwen die hem goed toepassen, wordt elk jaar toch nog 6 procent zwanger.
Lactatie-amenorroemethode (LAM): borstvoeding als anticonceptie
Lactatie betekent 'borstvoeding' en amenorroe betekent 'geen
menstruatie'. Tijdens de borstvoeding treedt er de eerste maanden meestal geen
menstruatie op. Bij volledige borstvoeding heeft u in de eerste maanden na een geboorte een natuurlijke bescherming tegen zwangerschap. Volledige borstvoeding betekent dat u de borstvoeding niet mag afkolven en dat uw baby geen andere voeding tussendoor mag krijgen en u continu “on demand” voedt. In de Westerse wereld wordt dit nauwelijks zo gedaan. De betrouwbaarheid van de LAM-methode neemt na enkele maanden af en na zes maanden is een andere vorm van anticonceptie nodig.
Voor- en nadelen van natuurlijke methoden
Borstvoeding heeft een natuurlijke anticonceptieve werking. Deze vorm van anticonceptie verstoort het natuurlijke proces na een bevalling niet. De natuurlijke methoden volgen de biologische processen in uw lichaam zonder ingrijpen van buitenaf, maar een nadeel is dat zij niet erg betrouwbaar zijn. Bovendien is de periodieke onthouding een intensieve methode die dagelijks tijd en aandacht vraagt.
Barrièremiddelen
- condoom (mannen- en vrouwencondoom)
- ring (pessarium occlusivum of diafragma)
- siliconenkapje
Barrièremiddelen verhinderen het binnendringen van zaadcellen in de baarmoeder. Het meest bekend is het condoom voor de man. Voor de vrouw zijn er het vrouwencondoom, het pessarium occlusivum (de ring) en het siliconenkapje. Om de betrouwbaarheid te verhogen, is het nodig deze middelen te combineren met zaaddodende crème of pasta. Behalve tegen zwangerschap beschermen condooms ook tegen seksueel overdraagbare aandoeningen.
Voor- en nadelen van barrièremiddelen
Barrièremiddelen beïnvloeden de natuurlijke processen in uw lichaam niet. Bovendien beschermen condooms tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA's). Een nadeel is de geringe betrouwbaarheid. Sommigen ervaren het gebruik van barrièremiddelen als storend voor de seksuele beleving.
Klassieke methoden
De klassieke methoden zijn de oudste anticonceptiemethoden:
- abstinentie (geheelonthouding)
- coitus interruptus ('voor het zingen de kerk uit').
In theorie is er bij geheelonthouding geen kans op zwangerschap, maar in de praktijk bestaat er jaarlijks 10 procent kans op zwangerschap. Ook coitus interruptus is niet erg betrouwbaar, onder andere omdat in het voorvocht vaak al zaadcellen aanwezig zijn.
Voor- en nadelen van klassieke methoden
De klassieke methoden beïnvloeden de natuurlijke processen in het lichaam niet, maar de betrouwbaarheid is gering.
Definitieve methoden
- sterilisatie van de man
- sterilisatie van de vrouw
Bij sterilisatie van de man worden onder plaatselijke verdoving de zaadstrengen afgebonden. Dit heet een vasectomie. Sterilisatie van de vrouw vindt laparoscopisch (door middel van een kijkoperatie in de buik) onder algehele narcose plaats. Wij sluiten dan de eileiders af met een ringetje, een
clip, door het dicht te branden of door het verwijderen van de eileiders (meer informatie hierover kunt u lezen in onze patiënteninformatie Sterilisatie van de vrouw).
Voor- en nadelen van definitieve methoden
De definitieve methoden zijn zeer betrouwbaar (maar nooit 100 procent) en u hoeft nooit meer aan anticonceptie te denken. De normale menstruatiecyclus wordt niet beïnvloed, maar als u eerder de pil heeft gebruikt en uw 'eigen' bloedingspatroon weer terugkrijgt, kan dat tegenvallen.
Ook zijn er vrouwen die spijt krijgen, vooral als zij nog jong(er) zijn, geen kinderen hebben of een jongste kind jonger dan een jaar of als hun relatie niet stabiel was toen zij voor deze methode kozen.
Hoe betrouwbaar is anticonceptie?
Geen enkele anticonceptiemethode is 100 procent veilig, maar er zijn wel steeds meer methoden die dit benaderen. Het meest betrouwbaar zijn de methoden waarbij u zelf niets hoeft te doen: de sterilisatie, het hormoonstaafje, de hormoonspiraal, de koperspiraal en de prikpil. Hormonale middelen die u zelf moet bijhouden blijken minder betrouwbaar te zijn: u kunt ze vergeten of verkeerd gebruiken. Hiertoe behoren de anticonceptiepil, de anticonceptiering, de anticonceptiepleister, het condoom, het diafragma of pessarium, het siliconenkapje, de zaaddodende middelen en de methode waarbij u uitrekent wanneer er een eisprong is.
Betrouwbaarheid
De betrouwbaarheid van een voorbehoedmiddel geven we aan met een cijfer. Dit cijfer geeft aan hoeveel vrouwen op de honderd vrouwen zwanger worden in de jaren na de start van een methode van anticonceptie. Meestal worden er twee cijfers gegeven: het theoretische cijfer geeft de kans op een zwangerschap weer bij optimaal en nauwkeurig gebruik, het praktische cijfer de kans op zwangerschap in de dagelijkse praktijk. Hoe lager het cijfer, hoe betrouwbaarder de methode. Een overzicht van de kans op zwangerschap geven wij weer in tabel 2. Bij de meeste anticonceptiemethoden geldt dat de kans op een zwangerschap in de eerste paar jaar van gebruik groter is dan in de jaren daarna.
| % kans op zwangerschap bij optimaal gebruik
| % kans op zwangerschap in de dagelijkse praktijk
|
Geen anticonceptie
| 80-85
| 80-85
|
Klassieke methoden
- abstinentie, onthouding
- coitus interruptus (‘voor het zingen de kerk uit’)
| 0 4
| 10-25 6-38
|
Natuurlijke methoden
- periodieke onthouding
- temperatuurmethode
- NFP (temperatuur, slijm en baarmoedermond)
- Ovulatiemethode
- lactatie-amenorroe (borstvoeding) 0-6 maanden
| 3 1 2 4,7 2
| 25 3-7 2 11,9 0-7,5
|
Barrièremiddelen
- mannencondoom
- vrouwencondoom
- pessarium occlusivum (ring)
- siliconenkapje
- spermiciden (zaaddodende pasta)
| 3 5 6 4-26 4
| 14 21 20 30 6
|
Hormonale methoden § combinatiepil § anticonceptiering § anticonceptiepleister § prikpil § progesteron-alleen pil § hormoonstaafje
| 0,5 0,5-1,3 0,6-1 0,3 0, 5 0, 0,05
| 2-6 0,7-1,8 0,7-1,3 0,3 2-6 0,05
|
Spiralen § koperspiraal § hormoonspiraal
| 0,6 0,1
| 0,8 0,1
|
Definitieve methoden
- sterilisatie man
- sterilisatie vrouw
| 0,1 0,4-2,6
| 0,15 0,5
|
Tabel 2. De kans op zwangerschap bij de verschillende methoden van anticonceptie Wat u kunt doen als u de anticonceptie bent vergeten of niet goed heeft gebruikt
Morningafterpil of spiraal
Als u de anticonceptie bent vergeten of niet goed heeft gebruikt, kunt u zich tegen zwangerschap beschermen door binnen 3 dagen (72 uur) na het onbeschermde vrijen de morning-afterpil in te nemen. De morning-afterpil bevat een hormoon (levonorgestrel). Dit hormoon voorkomt dat er een eisprong optreedt. De morning-afterpil kunt u zonder recept kopen bij de apotheek of drogist. Hoe eerder u de morning-afterpil neemt, hoe kleiner de kans op zwangerschap. Als u binnen 12 uur na onbeschermde seks de morning-afterpil slikt is de kans op zwangerschap 0,5% (= 1 van de 200 vrouwen wordt toch zwanger). Na die 12 uur is de kans op zwangerschap 2% (= 2 van de 100 vrouwen worden toch zwanger).
Een andere oplossing tussen 3 en 5 dagen is een nieuw soort morning-afterpil (met de stof ulipristal in plaats van levonorgestel). Ook deze morning-afterpil kunt u zonder recept bij de apotheek of drogist kopen.
Bent u te laat voor de morning-afterpil en heeft u de afgelopen 5 dagen onbeschermde seks gehad?Dan kunt u eventueel een spiraal laten plaatsen om een zwangerschap alsnog te voorkomen. Dit morning-afterspiraal is een koperspiraal. Bel met uw huisarts om te overleggen of dat nodig is.De huisarts plaatst het spiraal in de baarmoeder. Dit kan tot 5 dagen na de onbeschermde seks. Het spiraal zorgt ervoor dat een vruchtje zich niet kan innestelen. Zo wordt een zwangerschap voorkomen. Het morning-afterspiraaltje is betrouwbaarder dan de morning-afterpil, de kans op zwangerschap is bijna 0.
Morningafter-anticonceptie is nodig in de volgende gevallen: - U bent de pil vergeten. Dit is zeker belangrijk in de eerste week van de pilstrip, als u een normale stopweek in acht heeft genomen of als u geslachtsgemeenschap had in de zeven dagen voor het vergeten van de pil, ook al was dit in de stopweek. Als er geen stopweek is geweest, dus als u de pil gewoon heeft doorgeslikt, is morningafter-anticonceptie niet nodig. Overleg bij twijfel met uw arts.
- U heeft tijdens de vruchtbare dagen geen anticonceptie gebruikt.
- Het condoom is afgegleden of gescheurd.
Wanneer ben u te laat?
Vijf dagen na onbeschermde gemeenschap is noodanticonceptie niet meer mogelijk. Bent u onbedoeld zwanger geworden, dan zult u moeten nadenken over de vraag of u de zwangerschap wilt houden of niet. Overleg zo snel mogelijk met uw arts of een abortuskliniek in uw buurt wanneer u een zwangerschap wilt laten afbreken.
Tot slot
Elke methode van anticonceptie heeft voor- en nadelen. Daarom zal niet altijd de eerste keus ook direct de beste blijken te zijn. Bij elke methode komt ongeveer 10 procent van de gebruikers erop terug. Geen enkele anticonceptie geeft 100 procent betrouwbaarheid. Bedenk daarbij dat u niet beschermd bent tegen seksueel overdraagbare aandoeningen (zie onze patiënteninformatie SOA en eileiderontsteking) als u geen condoom gebruikt. Voor bijna elke methode van anticonceptie moet u zelf bijbetalen. Bespreek met uw arts de mogelijkheden die uw voorkeur hebben en overleg met uw verzekeraar over eventuele vergoedingen.
Internet
Bron: © NVOG