U ontvangt deze folder, omdat u last heeft van smaakveranderingen tijdens het eten en drinken. In deze folder leest u een korte uitleg over hoe uw smaak werkt en krijgt u informatie over de verschillende soorten smaakveranderingen, zoals vermindering van smaak, te veel smaak of het krijgen van een voorkeurssmaak. Daarna leest u algemene adviezen bij smaakverandering en wordt uitgelegd wat u kunt doen per smaakverandering.
Als u persoonlijke adviezen en begeleiding wilt, kunt u verwezen worden naar de diëtist van het ziekenhuis. Vraag de (verpleegkundig) specialist om een verwijzing. Hoe werkt uw smaak?
Uw hersenen kunnen vijf basissmaken herkennen: zoet, zuur, zout, bitter en umami (hartig). De tong neemt deze basissmaken waar. Deze smaken kunnen los van elkaar goed worden herkend, maar bij een mengsel van smaken wordt het lastiger voor de hersenen om dit uit elkaar te houden en wordt er maar één smaak herkend. De smaakbeleving is voor iedereen anders en is afhankelijk van:
- Het reukvermogen, denk bijvoorbeeld aan verminderde smaak bij een verstopte neus.
- De verschillende smaakstoffen.
- Temperatuur.
- Culturele factoren.
- Genetische aanleg.
Hoe kan smaakverandering ontstaan?
Smaakveranderingen kunnen ontstaan als gevolg van klachten bij:
- Ziekte (bijvoorbeeld een tumor, covid-19).
- Behandeling (bijvoorbeeld chemotherapie of bestraling).
- Medicatie (bijvoorbeeld. antibiotica).
- Het ouder worden.
Het kan hierdoor moeilijk zijn om goed te blijven eten en er kan een verminderde eetlust ontstaan. Door deze smaakveranderingen kan het zijn dat u te veel of juist minder smaak ervaart. Ook kunt u last krijgen van een hinderlijke smaak of een smaak zonder externe prikkel zoals een metaalsmaak.
Deze veranderingen verschillen per patiënt. Bepaalde voedingsmiddelen kunnen tegenstaan. Daarbij worden vaak producten zoals vlees, voedsel met cafeïne, zoals chocolade en koffie, en citrusvruchten, zoals citroen, limoen en sinaasappel benoemd.
Smaakverandering is niet altijd blijvend en uw smaakvoorkeur kan snel wisselen. Een bepaalde smaakvoorkeur die u altijd heeft gehad, kan veranderd zijn. Het is daarom goed om te kijken naar wat op dit moment wel smaakt. Zo kunt u trek hebben in een bepaald voedingsmiddel, terwijl het na het nemen van enkele happen heel anders smaakt dan in uw gedachten. Dit kan frustrerend zijn voor u en voor uw naasten en een gevoel van onmacht geven. Uw smaak kan elke keer weer veranderen. Probeer daarom te variëren en nieuwe producten en of recepten uit te proberen, bijvoorbeeld van Speciale recepten bij kanker - Wereld Kanker Onderzoek Fonds (
wkof.nl).
Verschillende soorten smaakveranderingen
De verschillende veranderingen kunnen te maken hebben met verandering in reuk of smaak. Zo kunnen de volgende veranderingen optreden:
- Vermindering van of helemaal geen smaak of reuk.
- Te veel smaak of reuk.
- Voorkeur voor zoet.
- Voorkeur voor zuur.
- Voorkeur voor zout.
- Voorkeur voor bitter.
- Voorkeur voor umami (hartig).
- Eten heeft een metaalsmaak (fantoomsmaak).
- Eten heeft een hinderlijke smaak.
- Last van een droge mond.
- Behoefte aan meer structuur.
Adviezen bij smaakverandering
Algemeen
Bij het zoeken naar een lekker alternatief kan het helpen om in gedachten te houden dat eten vooral nodig is om in conditie te blijven. Zo kan het bijvoorbeeld helpen om drinkvoeding als medicatie te zien. Bij het kiezen van een vervangend product kunt u dit het beste vervangen door een product met vergelijkbare voedingswaarde.
Bij vermoeidheid kunt u gebruik maken van kant-en-klaar producten, diepvriesmaaltijden, maaltijden van de slager of een maaltijdservice.
Bij smaakverandering kan het helpen om het eten aantrekkelijk op te dienen en gebruik te maken van verschillende kleuren. Daarnaast kan het helpen om te letten op het mondgevoel van de maaltijd. Probeer daarvoor eens de volgende adviezen:
- Wissel af met structuur. Denk daarbij bijvoorbeeld aan iets krokants zoals croutons door de soep of een tosti in plaats van brood.
- Varieer met de temperatuur, drink iets warms bij de broodmaaltijd of eet vanille-ijs met warm fruit.
Bij het optreden van een fantoomsmaak zoals een metaalsmaak kunt u gebruik maken van plastic bestek in plaats van metalen bestek. Door het gebruik van metalen bestek zou de metaalsmaak mogelijk versterkt worden.
Vermindering van of helemaal geen smaak of reuk
- Voeg sterke smaakmakers toe aan het eten zoals gember, mosterd, piccalilly, wasabi of pikante sauzen (sambal, chilisaus).
- Voeg frisse smaken aan het eten toe zoals azijn, augurk, citroen, limoen, yoghurt, vruchten compote of vers fruit.
- Gebruik verse kruiden of specerijen met een sterke smaak zoals basilicum, cayennepeper, chilipeper, citroenmelisse, dille, dragon, gember, kaneel, kardemom, kerrie, knoflook, koriander, kruidnagel, laurier, munt nootmuskaat, rozemarijn, selderij, steranijs, tijm, verse peper, witte peper.
- Wissel af met bereidingswijze; gril groente eens in plaats van te koken. Dit geeft meer smaak.
- Neem iets zoets bij de hartige maaltijd zoals een boterham met kaas en jam of vruchtencompote, -moes bij de warme maaltijd.
- Kauw goed. Hierdoor kan de smaak mogelijk wat worden verbeterd.
Te veel smaak
- Koud eten, eet warme maaltijden zo veel mogelijk lauw of koud. De smaak is hierdoor minder sterk.
- Bereid vlees, vis of kip in roomboter of milde olijfolie.
- Kook of roerbak groenten zonder zout en kruiden.
- Kies voor neutrale smaken zoals melk, milde (room)yoghurt, jonge kaas, aardappelpuree.
Te veel geur
- Probeer geuren van eten en drinken zo veel mogelijk te vermijden.
- Vermijd voedingsmiddelen met een sterke geur die uw tegenstaan.
- Eet de warme maaltijden zo veel mogelijk lauw of koud. De geur is dan minder sterk.
- Laat anderen de maaltijd klaarmaken indien mogelijk. Of maak gebruik van magnetronmaaltijden die verspreiden minder geur.
- Breng voorafgaand aan de maaltijd mentholcrème aan onder de neus tegen etensgeuren.
- Maak bij dranken gebruik van bekers met een deksel en rietje en drink de drinkvoeding met een rietje uit het flesje.
Voorkeur voor zoet
- Voeg smaakmakers toe aan het eten zoals zoete ketjap, honing, dille of basilicum.
- Voeg eens moes, compote, gedroogd fruit (tutti frutti) of stoofpeertjes toe aan de maaltijden.
- Kies:
o voor producten zoals suiker, jam of stroop.
o voor boter melk- of roomsaus bij groente.
o ook eens voor pompoen, rode paprika, ui, wortel of zoete aardappel.
o voor zoete dranken met koolzuur of vruchtensiroop.
Voorkeur voor zuur
- Kies eens voor postelein, pasta met tomatensaus of zuurkool.
- Maak gebruik van blokjes tomaat, zure room of yoghurt.
- Voeg zure smaakmakers toe zoals azijn, zilveruitjes, augurk of atjar tjampoer, mosterd, kappertjes, tomatenketchup, zure wijnsaus, piccalilly.
- Voeg zuur fruit toe zoals citroen en limoen.
- Gebruik verse kruiden zoals citroenmelisse, dille en peterselie.
Voorkeur voor zout
- Kies eens voor de warme maaltijd een maaltijdsoep, stamppot of salade met gerookte kipfilet.
- Voeg smaakmakers toe zoals zoute ketjap of sojasaus.
- Voeg verse kruiden toe zoals peterselie, bieslook.
- Maak gebruik van gerookte ham, salami, (uitgebakken) spekjes, kaas of gerookte zalm op brood of bij de warme maaltijd.
Voorkeur voor bitter
- Kies eens voor groente zoals andijvie, spinazie, paksoi of witlof.
- Voeg smaakmakers toe zoals mosterd, kappertjes, lente-ui of laos (Thaise gember).
- Voeg specerijen toe zoals komijn, laurier of koriander.
Voorkeur voor umami (hartig)
- Kies eens voor nasi of bami als warme maaltijd.
- Voeg smaakmakers toe zoals gember, ansjovis, balsamicoazijn of trassi (garnalen pasta).
- Maak gebruik van oude kaas of Parmezaanse kaas op brood of in gerechten.
Tips bij passageklachten
Als gevolg van de behandeling kunt u last krijgen van passageklachten. Dit kan naast de smaakverandering optreden waardoor het nog lastiger wordt om goed te blijven eten. De volgende adviezen kunnen helpen:
- Zit rechtop tijdens het eten.
- Eet langzaam en met aandacht.
- Vermijd voedingsmiddelen die klachten geven.
- Kies voor crackers of geroosterd brood, gewoon brood kan een deegbal vormen.
- Maak gebruik van fijngemaakte, gemalen of vloeibare voeding.
- Eet regelmatig, verdeeld over de dag, kleine porties.
- Maak uw voeding vochtig door eten te soppen of extra jus of saus te gebruiken.
- Bijvoorbeeld een boterham zonder korst in de soep.
Diëtist
Neem voor meer uitleg of bij vragen
contact op met uw diëtist