U ontvangt deze informatie omdat er sprake is van een vernauwing in de darm. Een vernauwing kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld een tumor, littekenweefsel of van ontstekingen in de darm. De darminhoud kan er dan minder goed langs.
Het is belangrijk dat er
geen grote stukken of grove vezels in de darminhoud zitten, die de vernauwde doorgang kunnen blokkeren. Daarom gelden de volgende adviezen, zolang de vernauwing aanwezig is.
1. Eet rustig en kauw uw eten goed
2. Gebruik geen slierterige, draderige voedingsmiddelen, zoals:
- zuurkool
- sperzie- of snijbonen met draden
- rabarber
- bleekselderij
- asperges
- taugé
3. Gebruik geen stugge, vezelige producten die moeilijk helemaal fijn te kauwen zijn, zoals:
- taai en draderig vlees
- champignons en andere paddenstoelen
- mais, artisjok, venkel, bamboescheuten en schorseneren
- winterwortel, knolselderij en andere harde rauwkost
- peulvruchten
- velletjes van citrusfruit
- velletjes van druiven en rode bessen
- verse ananas
- gedroogd fruit
- noten, pinda’s, pitten, zaden en hele graankorrels
- drop, winegums
- amandelspijs, kokosproducten en popcorn
Het is belangrijk dat de ontlasting soepel blijft. De voeding moet daarom wel
fijne vezels bevatten. Fijne vezels zitten in o.a. bruinbrood, fijn volkorenbrood, volkorenpasta, volkoren couscous, zilvervliesrijst, pindakaas, groente en fruit met of zonder schil (met uitzondering van bovengenoemde).
Daarnaast is het belangrijk ruim voldoende te drinken: 1,5 - 2 liter per dag.
Als de vernauwing ernstig is, is het soms nodig tijdelijk over te gaan op een
vloeibaar dieet of op een
vloeibaar dieet zonder vezels. De arts bepaalt dat. De diëtist vertaalt het naar de praktijk. Vaak is er dan aanvullende medische voeding nodig.