Als er borstkankercellen in de lymfklieren wordt gevonden, kan het nodig zijn om de oksel verder te behandelen. Dit kan door het verwijderen van alle okselklieren (okselklierdissectie) en/of het bestralen van de oksel. 1. Wat houdt een okselklierdissectie (OKD) in?
Lymfeklieren en lymfevaten maken deel uit van het afweersysteem van uw lichaam en filteren afvalstoffen, bacteriën en virussen.
Lymfeklieren zitten op veel plekken in het lichaam. Het aantal
lymfeklieren in het lichaam verschilt per persoon. In de oksel bevinden zich meestal 10 tot 20
lymfeklieren. Een operatie waarbij alle okselklieren worden verwijderd, heet een okselklierdissectie of een okselkliertoilet. Het verwijderen van de okselklieren kan op twee momenten gebeuren: tijdens de borstoperatie, als vooraf al kwaadaardige cellen in een okselklier zijn gevonden, zónder voorafgaand schildwachtklieronderzoek. Of na de borstoperatie, als uit onderzoek van de
schildwachtklier blijkt dat deze kwaadaardige cellen bevat; de arts bespreekt dan of een OKD nodig is.
2. De operatie
Tijdens deze operatie verwijdert de chirurg alle okselklieren en plaatst een drain. Dit is een slangetje dat kort na de ingreep het overtollige wondvocht afvoert. De verpleegkundige op de verpleegafdeling verwijdert (in principe) de drain voor u met ontslag gaat. Het kan zijn dat er nog wat vocht ophoopt wanneer u weer thuis bent. Als dit ongemak geeft, kan de verpleegkundig specialist op de poli het vocht opzuigen met een naald (zie ook
ontstaan van seroom). De eerste weken na de operatie kan het gebied rondom het litteken gevoelig zijn en een trekkend gevoel geven. De huid kan verkleuren en soms is het gebied rond het litteken gezwollen. Dit zal minder worden naarmate het litteken geneest.
3. Weefselonderzoek
Door de patholoog (weefselonderzoeker) worden de verwijderde
lymfeklieren nauwkeurig onderzocht. Dit duurt ongeveer 10 werkdagen. De uitslag krijgt u tijdens een afspraak op de polikliniek van de chirurg.
4. Mogelijke gevolgen van verwijdering lymfeklieren
Hieronder leest u meer over mogelijke gevolgen van een okselklier verwijdering en wat u zelf kunt doen
Ontstaan van seroom (ophoping van wond- en lymfevocht)
Na het verwijderen van de
lymfeklieren kan er een ophoping van seroom (wond -en lymfevocht) ontstaan in de oksel. Als de huid van de oksel op spanning staat of u heeft er last van, dan kan dit vocht met een naald worden weggezogen op de poli. Dit is meestal niet pijnlijk omdat het operatiegebied nog gevoelloos is. Dit kan daarna nog enkele keren nodig zijn. Het lichaam neemt het vocht uiteindelijk zelf weer op. Na het wegzuigen van het vocht kunt u gewoon weer naar huis.
Gevoelloosheid of tintelingen in de huid van de oksel en arm
Als gevolg van de ingreep kunnen de zenuwbanen in de oksel beschadigd raken. Het gevolg kan gevoelloosheid van de huid zijn. Ook kan een tintelend, stekend, branderig gevoel vanaf de oksel ontstaan. Dit loopt meestal over de binnenkant van de bovenarm en kan doortrekken naar de vingers. Tijdens de herstelperiode kunnen de klachten veranderen en zelfs toenemen. Meestal vermindert het gevoel in de loop van de tijd. Het kan zijn dat het gevoel van de huid, zoals u dat voor de operatie had, niet meer terugkomt.
Beperkte arm- en schouderfunctie
De arm- en schouderfunctie kan na de operatie beperkter zijn. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld uw arm niet zo hoog optillen als voor de operatie.
Wat kunt u zelf doen?U krijgt na de operatie van een fysiotherapeut uit het ziekenhuis de folder 'Oefeningen na borst- en/of okseloperaties' mee. De fysiotherapeut in het ziekenhuis neemt deze folder na de operatie met u door. Het is belangrijk om na de operatie (en eventuele bestraling van de oksel) deze arm- en schouderoefeningen te doen. Soms is ondersteuning van een fysiotherapeut of oedeemtherapeut nodig. Uw verpleegkundig specialist zal u dan een verwijzing meegeven.
Kans op infectie
Na een ingreep aan de
lymfeklieren in de oksel blijft er een kans op infectie. De
lymfeklieren helpen normaal gesproken bij het opruimen van virussen of bacteriën, maar na de behandeling werken ze minder goed. Het is daarom extra belangrijk om voorzichtig te zijn.
Wat kunt u zelf doen?Voorkom wondjes
- Draag handschoenen als u tuiniert of huishoudelijk werk doet.
- Als er toch een wondje ontstaat, desinfecteer deze dan met jodium of sterilon. Plak er ook een pleister op om infectie te voorkomen.
Kans op vochtophoping (lymfoedeem)
Na de ingreep loopt u het risico op vochtophoping in de arm. Dit heet lymfoedeem. Vochtophoping komt doordat de afvoer van lymfevocht uit de arm voor een groot deel belemmerd is. Het kan snel na de operatie ontstaan, maar ook jaren later nog.
De eerste klachten die u kunt hebben, zijn:
- een zwaar, strak of beurs gevoel in de arm en/of hand;
- een dikke arm en/of hand en vingers;
- rode en warme huid;
- knellen van sieraden, horloges of beha;
- pijn, tintelingen of moeilijkheden bij het bewegen van de arm.
Wat kunt u zelf doen?Leef een gezond en actief leven. Probeer overgewicht, roken, hart- en vaatziekten en suikerziekte zoveel mogelijk te voorkomen.
Verdere adviezen om lymfoedeem te verminderen of voorkomen:
- Belast de arm niet te zwaar, maar blijf de arm zo normaal mogelijk bewegen. Hierdoor blijft het lymfevocht stromen en wordt het beter afgevoerd.
- Wees voorzichtig met warmte (zoals zon, sauna, een heet bad).
- Draag geen knellende kleding en draag een bh die goed past.
- Zorg voor voldoende rust.
- Til geen zware dingen.
- Houd de huid soepel. Smeer de huid regelmatig in met crème of bodylotion.
- Laat bij het wandelen uw hand rusten in de zak van uw jas. Gebruik geen mitella, anders gaat uw schouder namelijk vastzitten.
- Aan het eind van de dag kunt u uw arm wat hoger leggen, bijvoorbeeld op de bankleuning.
- Laat bij voorkeur geen bloed afnemen, infuus prikken en bloeddruk meten aan de geopereerde arm (maar het mag wel).
5. Na de operatie
Algemene adviezen
- Geef uzelf en het geopereerde gebied voldoende rust, zodat zowel u als de wond goed kunnen herstellen van de operatie.
- Bouw uw dagelijkse activiteiten langzaam op, afhankelijk van wat u aankunt. Belast het geopereerde gebied niet te veel en luister goed naar uw lichaam.
- Na de operatie mag u vanwege de narcose de eerste 24 uur niet autorijden. Daarna kunt u dit op geleide van uw herstel weer hervatten.
- Voor een vlot herstel adviseren wij om de oefeningen uit de folder 'Oefeningen na borst- en/of okseloperaties' te doen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis neemt deze folder na de operatie met u door.
Wondverzorging
- 24 uur na de operatie mag de verbandpleister worden verwijderd. Daaronder zitten hechtpleisters, die kunt u laten zitten tot u op de poli komt. U mag de eerste weken niet in bad, naar de sauna of naar een zwembad, maar u mag wel gewoon douchen. De hechtpleisters mogen nat worden, dep ze daarna voorzichtig droog.
- Als het operatiegebied dicht is en er geen vocht uitkomt, hoeft er geen verbandpleister meer op. De hechtpleisters zijn dan voldoende.
- Als er een hechtknoopje aan het uiteinde van de wond zit, wordt dit verwijderd tijdens de afspraak voor de uitslag van het weefselonderzoek.
Medicatie
De meeste mensen hebben weinig medicatie nodig, maar bij pijn of ongemak kunt u paracetamol gebruiken. U mag tot vier keer per dag twee tabletten van 500 mg innemen. Dit kunt u zo mogelijk na een paar dagen weer afbouwen. Soms krijgt u van de
anesthesist extra pijnstillers. Gebruik deze medicatie alleen als het nodig is.
Contact
Als er thuis klachten optreden, kunt u bellen met het Borstkankercentrum van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur via (015) 260 39 35.
Bij spoed, ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend, belt u naar de Spoedeisende Hulp van het Reinier de Graaf ziekenhuis via (015) 260 38 45.