Als er tumor in de lymfklieren wordt gevonden kan het nodig zijn de oksel verder te behandelen door het weghalen van alle okselklieren en/of de oksel te bestralen.
1. De operatie
Een operatie waarbij alle okselklieren worden weggehaald, wordt okselkliertoilet of okselklierdissectie genoemd. Er worden hierbij meestal tussen de 10 en 20 lymfeklieren verwijderd.
Na het verwijderen van deze okselklieren laat de chirurg een drain achter. Dit is een slangetje dat het overtollige wondvocht afvoert.
Na een of meer dagen verwijdert de verpleegkundige de drain. Hierna kan het wondvocht zich nog ophopen. Heeft u hier erg veel last van, dan kan de verpleegkundige het vocht met een injectienaald opzuigen. Dit is niet pijnlijk, maar vergroot wel het risico op infecties.
De eerste weken na de operatie kan het wondgebied pijnlijk zijn en een trekkend gevoel geven. De huid rond de wond kan verkleurd zijn. Soms is het gebied rondom het litteken gezwollen. Deze klachten worden minder naarmate het litteken geneest.
2. Weefselonderzoek
De patholoog onderzoek in hoeveel klieren uitzaaiingen zitten.
3. Na de operatie
Algemene adviezen
- Geef uzelf en het geopereerde gebied voldoende rust, zodat u en de wond voldoende energie hebben om te herstellen van de operatie.
- Breid uw dagelijkse bezigheden naar vermogen steeds verder uit, belast het geopereerde gebied niet en luister naar uw lichaam.
- Na de operatie kunt u relatief snel weer autorijden; vermijdt dit tot aan het bezoek aan de Borstkankercentrum als u komt voor de uitslagen na de operatie.
- Volg de instructies van de fysiotherapeut op, en/of doe de oefeningen uit de folder ‘Oefeningen na borst- en/of okseloperaties’.
- Voer armbewegingen en krachtsinspanning geleidelijk op en blijf binnen uw pijngrens.
Wondverzorging
- De wondpleister mag 24 uur na de operatie verwijderd worden; de hechtpleisters (kleine stripjes direct op het litteken) laat u zitten.
- Als de wond dicht is, dat wil zeggen er komt geen vocht meer uit, dan hoeft er geen verband meer op.
- Na het verwijderen van de wondpleister mag u douchen, maar niet in bad. De hechtpleisters mogen nat worden. Deze dept u voorzichtig droog.
- De hechtpleisters kunt u laten zitten tot u op de poli komt.
- Als er aan het uiteinde van de wond een hechtknoopje zit, zal deze worden verwijderd als u op het Borstkankercentrum komt voor de uitslagen na de operatie.
Pijnstilling
Bij pijn is het gebruik van Paracetamol toegestaan.
U mag maximaal 4 maal daags 2 tabletten van 500 mg innemen. Probeer dit na een week weer af te bouwen.
Contact
Als er thuis klachten optreden kunt u bellen met het Borstkankercentrum van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur op 015 - 260 39 35.
Bij spoed ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend belt u naar de Spoedeisende Hulp van Reinier de Graaf ziekenhuis 015 - 260 38 45.
4. Mogelijke gevolgen van verwijdering lymfeklieren
Een operatie en eventueel bestraling op de oksel heeft gevolgen voor de lymfeklieren in de oksel. Hieronder leest u meer over de gevolgen en wat u daaraan kunt doen.
Kans op infectie
Na een ingreep aan de lymfeklieren in de oksel blijft de kans op een infectie altijd bestaan. De lymfeklieren in de oksel ruimen namelijk virussen of bacteriën uit de weg. Maar na de behandeling werken ze niet goed meer.
Voorkom wondjes:
- Draag handschoenen als u tuiniert of bij huishoudelijk werk.
- Ontstaat er toch een wondje? Desinfecteer dit dan direct met jodium of sterilon. Plak er ook een pleister op.
Kans op vochtophoping
Na de ingreep loopt u het risico op vochtophoping in de arm. Dit heet lymfoedeem. Vochtophoping komt doordat de afvoer van lymfevocht uit de arm voor een groot deel belemmerd is.
Voorkom overbelasting en vermijd warmte:
- Laat iemand anders zware huishoudelijke taken doen. Gebruik een boodschappenkarretje als u boodschappen doet.
- Laat bij het wandelen uw hand rusten in de zak van uw jas. Gebruik geen mitella, anders gaat uw schouder namelijk vastzitten.
- Aan het eind van de dag kunt u uw arm wat hoger leggen, bijvoorbeeld op de bankleuning.
- Voorkom extreme warmte en kou. Afgeraden wordt onder andere: saunabezoek, het nemen van hete douches en baden en langdurig in de zon zitten.
- Laat bij voorkeur uw bloeddruk opmeten en bloed afnemen aan de kant waar u niet geopereerd of bestraald bent.
- Vermijd strakke kleding en sieraden, slecht passende bh’s en zware borstprotheses. Voor adviezen welke bh’s je niet en welke je wel kunt dragen, kan uw verpleegkundig specialist of een oedeemtherapeut meer informatie geven.
- Het dragen van tassen en rugzakken kan de doorstroming van lymfevocht mogelijk bemoeilijken.
- Zorg voor voldoende beweging. Dan blijft ook het pompsysteem van lymfvocht in beweging. Voorkom hierbij overbelasting.
- Draag een - op maat gemaakte - Therapeutische Elastische Kous (TEK) tijdens en na het sporten als u oedeem hebt en uw arm intensief gebruikt gedurende het sporten. Let er ook op u uw armen en romp voldoende kunt bewegen. Twijfelt u of het beoefenen van een bepaalde sport of activiteit verstandig voor u is, vraag dan om advies aan uw verpleegkundig specialist, oedeemfysiotherapeut of (oncologie)fysiotherapeut.
Let op: u moet contact opnemen met uw verpleegkundig specialist als:
- Bij een zwelling onder de oksel die op spanning staat of bij lekkage van wondvocht
- Een ontsteking ontstaat (te merken aan: zwelling, roodheid, pijn, koorts).
(On)gevoeligheid oksel en arm
Na de operatie wordt de okselholte dieper. Een deel van het operatiegebied en de bovenarm kunnen bovendien minder gevoelig of gevoelloos worden. Dit kan blijvend zijn. Soms wordt de huid van de bovenarm juist veel gevoeliger/pijnlijker.
Beperkte arm- en schouderfunctie
De arm- en schouderfunctie kan door de operatie beperkt zijn. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld uw arm niet meer zo hoog optillen als voor de operatie. Dit kan behandeld worden met fysiotherapie. Meestal kunt u na fysiotherapie weer bewegen zoals eerst, maar niet altijd. Over het algemeen komt de kracht in de spieren na verloop van tijd wel helemaal terug.
Voorkom beperking van uw arm- en schouderfunctie:
Het is belangrijk dat u, na de operatie en eventuele bestraling op de oksel, arm- en schouderoefeningen doet. Uiteraard doet u dit binnen uw pijngrens. Hebt u toch pijn na het oefenen? Overleg dit dan met uw verpleegkundig specialist of uw arts. U kunt de oefeningen meestal geleidelijk verminderen tot u uw arm en schouder weer kunt gebruiken als voorheen.
Behandeling van schouder of lymfoedeem
Soms is behandeling van de schouderfunctie en/of van het lymfoedeem verstandig. Dit kan een
fysiotherapeut/oedeemtherapeut doen. Uw verpleegkundig specialist heeft tijdens elk bezoek aan de poli aandacht voor uw arm- en schouderfunctie. Zij zal zo nodig een verwijsbrief schrijven voor therapie. Mocht u later nog klachten krijgen van de arm (na een chirurgische ingreep) neem dan gerust nog
contact op met uw verpleegkundig specialist.