U ontvangt deze informatie, omdat bij u uveitis is vastgesteld. Hierin leest u meer over deze aandoening, het onderzoek en de behandeling. Uveitis is een verzamelnaam voor inwendige oogontstekingen. Wij hebben de uitleg daarom algemeen gehouden, omdat de variatie hierin groot is. Dit betekent dat niet alle opmerkingen in deze folder voor alle uveitis-patiënten gelden. De ziekteverschijnselen, het onderzoek en de behandeling komen aan de orde. Als u naar aanleiding van deze folder vragen heeft over de bij u vastgestelde vorm van uveitis, bespreek deze dan met uw oogarts.
Uveitis en de verschijnselen
Uveitis-patiënten klagen vaak over een vermindering van het gezichtsvermogen van één of beide ogen. Ze zien wazig, hebben last van zwarte vlekjes of slierten in het beeld. Een aantal patiënten kan het licht niet goed verdragen. Uveitis kan heel plotseling beginnen met een pijnlijk, rood oog of met geleidelijk waziger zien. Het kan in één oog voorkomen, afwisselend in één van beide ogen of in beide ogen tegelijkertijd.
Verschillende vormen van uveitis
Uveitis wordt ingedeeld in drie vormen, afhankelijk van de plaats in het oog waar de ontsteking het hevigst is. Deze vormen zijn:
- uveitis anterior (aan de voorkant)
- uveitis intermedia (middenin)
- uveitis posterior (aan de achterkant)
Soms is het niet goed mogelijk dit onderscheid te maken. Er kan ook sprake zijn van een ontsteking in het hele oog (panuveitis). Deze indeling is van belang, omdat de verschillende vormen van uveitis een verschillend beloop hebben. Het verloop bepaalt onder andere de keuze van de behandeling. Bij een uveitis zijn de aangrenzende lagen, zoals netvlies en harde oogrok, meestal ook betrokken bij de ontsteking.
De oorzaak van uveitis
Uveitis is in veel gevallen een onderdeel van een algemeen ziekteproces: de oogontsteking is dan een onderdeel van de ontsteking in het lichaam. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek, bijvoorbeeld een internist of reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak op te sporen.
Diagnose
Met een normaal oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveitis. Bij dit onderzoek zullen de pupillen met oogdruppels verwijd worden. Dit geeft tijdelijk wat waziger zien. Het is vaak niet mogelijk bij dit eerste onderzoek vast te stellen wat de oorzaak is. Daarvoor is verder onderzoek nodig.
Verder onderzoek
Dit onderzoek kan bestaan uit bloedonderzoek en röntgenfoto's. Soms wordt ook oogvocht onderzocht. Dit wordt onder plaatselijke verdoving met een kleine naald uit het oog gehaald. Wanneer dit gebeurt krijgt u tijdelijk een oogverband.
Oorzaak
Uveitis is in veel gevallen een onderdeel van een algemeen ziekteproces: de oogontsteking is dan een onderdeel van de ontsteking in het lichaam. Om deze reden kan de oogarts u verwijzen naar een andere specialist voor verder onderzoek bijvoorbeeld internist, reumatoloog. Tegenwoordig is het steeds vaker mogelijk een oorzaak op te sporen.
Het verloop van uveitis
Alle vormen van uveitis kunnen leiden tot een tijdelijke of blijvende vermindering van uw gezichtsvermogen. Uveitis kan zeer wisselend verlopen: het kan eenmalig optreden, maar ook langdurig aanwezig zijn met afwisselend rustige perioden en perioden waarin het ontstekingsproces toeneemt. De ontsteking kan verschillende delen van het oog beschadigen. Bekende problemen zijn: hoornvliesafwijkingen, staar (cataract), verhoogde oogboldruk (glaucoom) en netvliesschade.
De behandeling
De behandeling van de meest voorkomende vorm (uveitis anterior) bestaat uit ontstekingsremmende druppels en eventueel pupil verwijdende druppels.
Indien de uveitis zeer ernstig is moet er soms systemische medicatie gegeven worden; zoals prednison, cyclosporine of
methotrexaat.
De behandeling is vooral gericht op het voorkomen van schade aan het kwetsbare netvlies. Deze schade is vaak onherstelbaar. Uveitis wordt in het algemeen met ontstekingsremmende middelen behandeld. Bij een bekende oorzaak kan een doelgerichte therapie worden voorgeschreven. Corticosteroïden zijn effectieve ontstekingsremmende medicijnen die bij uveitis-patiënten in verschillende sterktes en verschillende vormen (oogdruppels, tabletten of injecties) worden toegepast.
De behandeling zal langer duren wanneer de uveitis ernstiger is. Vaak zijn er ook episoden waarin het beter gaat gevolgd door episoden waarin het slechter gaat. Het doel van de oogarts is de geneesmiddelen op een veilige manier zo snel mogelijk te stoppen. Waarschuwing: het is niet raadzaam deze geneesmiddelen plotseling te stoppen, omdat de ontsteking hierdoor kan toenemen.
Bijwerkingen van corticosteroïden
Overlegt u in geval van bijwerkingen altijd eerst met uw oogarts. Van de druppelvorm, het meest toegepast in de oogheelkunde, zijn de meest voorkomende bijwerkingen:
- verhoging van de oogboldruk - dit is meestal van tijdelijke aard en met medicijnen te verlagen;
- staar (bij langdurig gebruik) - mocht staar onverhoopt ontstaan, dan is deze tegenwoordig goed te behandelen.
Bij het gebruik van steroïden wordt altijd een zorgvuldige afweging van voor- en nadelen gemaakt. Andere medicijnen die worden voorgeschreven, zijn pupilverwijdende oogdruppels. Deze voorkomen verkleving van de pupil met de lens en verlichten de pijn. Een hinderlijke bijwerking van pupilverwijdende druppels kan zijn dat ze het dichtbij zien bemoeilijken. Bij langdurig gebruik kan een goedkope (tijdelijke) leesbril een oplossing zijn. In ernstige gevallen is het soms nodig een oogoperatie te verrichten of andere medicijnen voor te schrijven.
Bijwerkingen van Prednison (oraal)
(Oraal) prednison heeft als bijwerkingen:
- gewichtstoename,
- vertraagde wondheling,
- diabetes mellitus,
- osteoporose,
- cataract,
- glaucoom
- hypertensie.
Als u prednison gebruikt, vragen wij u de behandelend arts te waarschuwen bij een infectie en voordat u een operatie ondergaat.
Regelmatige controle
Om bij langdurige uveitis complicaties tijdig op te sporen en te behandelen, is regelmatige controle noodzakelijk. Tijdens deze controles overlegt u met de oogarts over de behandeling.
Meer informatie?
Wilt u meer informatie? Voor algemene informatie kunt u
contact opnemen met de Contactgroep Uveitis, 06 - 14 85 02 39, e-mail:
uveitis@nvbs.nl.
Zie ook:
www.uveitis.nl Deze informatie is stand gekomen door de commissie Patiëntenvoorlichting NOG, (
www.oogheelkunde.org).
Contact
Vragen over deze folder of een verzoek om meer informatie kunt mailen naar oogheelkunde@rdgg.nl