U ontvangt deze informatie, omdat onderzoek heeft aangetoond dat u een tumor in uw blaas heeft. Een tumor is een gezwel dat zowel goed- als kwaadaardig kan zijn. Uw arts heeft met u besproken dat deze tumor verwijderd moet worden. De ingreep die wij hiervoor verrichten heet TURT (Trans Urethrale Resectie van een Tumor). Transurethraal betekent dat wij de operatie via de plasbuis (urethra) uitvoeren, dus via de natuurlijke weg. Resectie wil zeggen dat wij de tumor wegsnijden met behulp van een stalen lisje waardoor wij stroom leiden. De voorbereiding op de operatie
U wordt gebeld door de
anesthesist. U krijgt hiervoor, een afspraak opgestuurd. Indien de
anesthesist dit nodig vindt, afhankelijk van uw
voorgeschiedenis of leeftijd, nodigt hij u uit op de polikliniek voor een afspraak. Na groen licht van de
anesthesioloog, hoort u snel wanneer de operatie is. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit afhankelijk van welke medicijnen, deze een aantal dagen van tevoren staken. Dit hoort u van uw behandelend arts.
Opname
U bent nuchter vanaf 24 uur. Nuchter zijn betekent dat u niet mag eten of drinken. Voordat u naar de afdeling komt mag u eerst bloed laten prikken bij de bloedafname. U wordt ontvangen op de afdeling dagverpleging, na de operatie komt u op de afdeling urologie. De verpleegkundige van de afdeling neemt met u eventuele bijzonderheden van deze dag door. Ook krijgt u antibiotica om de kans van infectie te verminderen. De verpleging vraagt u om nog even naar het toilet te gaan. Vervolgens brengt de verpleging u naar de operatieafdeling. Tijdens uw opname krijgt u een injectie in uw bovenbeen of buik. Dit vermindert de kans op een trombosebeen.
De operatie
De dokter brengt een hol instrument in de plasbuis tot in de blaas om zo de blaas te bekijken en de tumor te verwijderen. Via dit holle buisje in de blaas brengen wij de instrumenten om te opereren in. De tumor verwijderen wij met behulp van een stalen lisje waardoor elektrische stroom loopt. Wij schrapen de tumor laag voor laag af tot in het gezonde weefsel. Er ontstaat dus een inwendige wond in de blaas. Tussendoor spoelen wij steeds de blaas, waarbij losgemaakte deeltjes van de tumor mee naar buiten komen. Kleine bloedinkjes schroeien wij direct dicht. Na verwijdering van de tumor spoelen wij de blaas nogmaals. Wij laten een
katheter (een dun slangetje) achter in de blaas, omdat de urine na de operatie bloederig kan zijn en wij u met deze
katheter op de afdeling ook kunnen spoelen.
Na de operatie
De
katheter blijft doorgaans één nacht in de blaas om te zorgen voor een goede urineafvoer. Ook kunnen we zo de blaas spoelen als dat nodig is, bijvoorbeeld als de urine nog bloederig is. Soms heeft de dokter nog afgesproken een spoeling te geven voordat de
katheter verwijderd wordt. Als dit van toepassing is heeft de dokter u dit verteld. Als de
katheter verwijderd is en u geplast heeft mag u naar huis. Om de vorming van stolsels te voorkomen, kunt u het beste veel drinken: 2 tot 2,5 liter vocht per dag.
Voor controle krijgt u een afspraak bij uw arts. Tijdens deze controle bespreekt de arts met u of nader onderzoek en/of behandeling noodzakelijk is. Dit is afhankelijk van het weefsel dat er is nagekeken. U blijft onder controle, omdat blaastumoren de neiging hebben om terug te keren.
Mogelijke klachten
Na de operatie treden vaak blaaskrampen op; ook kunt u een schrijnend gevoel hebben in de plasbuis. Het plassen gaat vaak samen met meer aandrang en u moet waarschijnlijk vaker naar het toilet en kunt u de urine soms moeilijk ophouden. Dit normaliseert in de loop van enkele weken. De urine kan soms bloederig zijn. Dat is niet verontrustend.
Mogelijke complicaties
Na de operatie kan een blaasbloeding optreden met mogelijk bloedverlies en stolselvorming tot gevolg. Meestal stopt een dergelijke bloeding spontaan na het spoelen van de blaas met een blaaskatheter. Soms is het nodig de bloedvaatjes dicht te schroeien (coaguleren). Dit gebeurt onder narcose. Een andere complicatie die na de operatie kan optreden, is een urineweginfectie die gepaard gaat met koorts. Meestal kunnen wij die behandelen met antibiotica.
Contact opnemen
Bij de volgende verschijnselen raden wij aan om
contact op te nemen met de polikliniek urologie, 015 - 260 39 43, of, buiten werktijden en in het weekend, met de Spoedeisende Hulp (SEH), 015 - 260 38 44:
- U duidelijk bloedstolsels plast;
- Het bloedverlies niet vermindert;
- U koorts boven de 38,5 graden Celsius heeft;
- U ernstige branderige pijn tijdens het plassen heeft;
- U niet meer kunt plassen.
Bent u verhinderd?
Als u door ziekte of om een andere reden verhinderd bent om op uw afspraak te komen, neem dan zo snel mogelijk
contact op met de polikliniek urologie.
Contact
Deze folder geeft algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw arts. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u
contact opnemen met de verpleegkundige op de afdeling wanneer u bent opgenomen.
U kunt ook bellen met de polikliniek urologie: 015 - 260 39 43.
Meer informatie vindt u op onze website
www.reinierdegraaf.nl.