Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Urologie

TURT-blaasoperatie

TURT-blaasoperatie

Transurethrale resectie van een tumor

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat onderzoek heeft aangetoond dat u een tumor in uw blaas heeft. Een tumor is een gezwel dat zowel goed- als kwaadaardig kan zijn. Uw arts heeft met u besproken dat deze tumor verwijderd moet worden. De ingreep die wij hiervoor verrichten heet TURT (Trans Urethrale Resectie van een Tumor). Transurethraal betekent dat wij de operatie via de plasbuis (urethra) uitvoeren, dus via de natuurlijke weg. Resectie wil zeggen dat wij de tumor wegsnijden met behulp van een stalen lisje waardoor wij stroom leiden.

De voorbereiding op de operatie

U wordt gebeld door de anesthesist. U krijgt hiervoor, een afspraak opgestuurd. Indien de anesthesist dit nodig vindt, afhankelijk van uw voorgeschiedenis of leeftijd, nodigt hij u uit op de polikliniek voor een afspraak. Na groen licht van de anesthesioloog, hoort u snel wanneer de operatie is. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, moet u dit afhankelijk van welke medicijnen, deze een aantal dagen van tevoren staken. Dit hoort u van uw behandelend arts.

Opname

U bent nuchter vanaf 24 uur. Nuchter zijn betekent dat u niet mag eten of drinken. Voordat u naar de afdeling komt mag u eerst bloed laten prikken bij de bloedafname. U wordt ontvangen op de afdeling dagverpleging, na de operatie komt u op de afdeling urologie. De verpleegkundige van de afdeling neemt met u eventuele bijzonderheden van deze dag door. Ook krijgt u antibiotica om de kans van infectie te verminderen. De verpleging vraagt u om nog even naar het toilet te gaan. Vervolgens brengt de verpleging u naar de operatieafdeling. Tijdens uw opname krijgt u een injectie in uw bovenbeen of buik. Dit vermindert de kans op een trombosebeen.

De operatie

De dokter brengt een hol instrument in de plasbuis tot in de blaas om zo de blaas te bekijken en de tumor te verwijderen. Via dit holle buisje in de blaas brengen wij de instrumenten om te opereren in. De tumor verwijderen wij met behulp van een stalen lisje waardoor elektrische stroom loopt. Wij schrapen de tumor laag voor laag af tot in het gezonde weefsel. Er ontstaat dus een inwendige wond in de blaas. Tussendoor spoelen wij steeds de blaas, waarbij losgemaakte deeltjes van de tumor mee naar buiten komen. Kleine bloedinkjes schroeien wij direct dicht. Na verwijdering van de tumor spoelen wij de blaas nogmaals. Wij laten een katheter (een dun slangetje) achter in de blaas, omdat de urine na de operatie bloederig kan zijn en wij u met deze katheter op de afdeling ook kunnen spoelen.

Na de operatie

De katheter blijft doorgaans één nacht in de blaas om te zorgen voor een goede urineafvoer. Ook kunnen we zo de blaas spoelen als dat nodig is, bijvoorbeeld als de urine nog bloederig is. Soms heeft de dokter nog afgesproken een spoeling te geven voordat de katheter verwijderd wordt. Als dit van toepassing is heeft de dokter u dit verteld. Als de katheter verwijderd is en u geplast heeft mag u naar huis. Om de vorming van stolsels te voorkomen, kunt u het beste veel drinken: 2 tot 2,5 liter vocht per dag.

Voor controle krijgt u een afspraak bij uw arts. Tijdens deze controle bespreekt de arts met u of nader onderzoek en/of behandeling noodzakelijk is. Dit is afhankelijk van het weefsel dat er is nagekeken. U blijft onder controle, omdat blaastumoren de neiging hebben om terug te keren.

Mogelijke klachten

Na de operatie treden vaak blaaskrampen op; ook kunt u een schrijnend gevoel hebben in de plasbuis. Het plassen gaat vaak samen met meer aandrang en u moet waarschijnlijk vaker naar het toilet en kunt u de urine soms moeilijk ophouden. Dit normaliseert in de loop van enkele weken. De urine kan soms bloederig zijn. Dat is niet verontrustend.

Mogelijke complicaties

Na de operatie kan een blaasbloeding optreden met mogelijk bloedverlies en stolselvorming tot gevolg. Meestal stopt een dergelijke bloeding spontaan na het spoelen van de blaas met een blaaskatheter. Soms is het nodig de bloedvaatjes dicht te schroeien (coaguleren). Dit gebeurt onder narcose. Een andere complicatie die na de operatie kan optreden, is een urineweginfectie die gepaard gaat met koorts. Meestal kunnen wij die behandelen met antibiotica.

Contact opnemen

Bij de volgende verschijnselen raden wij aan om contact op te nemen met de polikliniek urologie, 015 - 260 39 43, of, buiten werktijden en in het weekend, met de Spoedeisende Hulp (SEH), 015 - 260 38 44:

Bent u verhinderd?

Als u door ziekte of om een andere reden verhinderd bent om op uw afspraak te komen, neem dan zo snel mogelijk contact op met de polikliniek urologie.

Contact

Deze folder geeft algemene voorlichting en is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw arts. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u contact opnemen met de verpleegkundige op de afdeling wanneer u bent opgenomen.
U kunt ook bellen met de polikliniek urologie: 015 - 260 39 43.

Meer informatie vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.


Foldernummer: 0815
Laatst bijgewerkt op: 05-12-2024




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien