Wanneer er een wond ontstaat, zal in een gezonde situatie het bloed gaan stollen. Dit is een goede bescherming van het lichaam om te voorkomen dat er te veel bloedverlies ontstaat. Soms gaat het bloed echter stollen zonder dat er een wond is (trombose). Een stolsel dat in een diepgelegen bloedvat ontstaat, noemen we een diep veneuze trombose. Als een stolsel ontstaat in een oppervlakkig bloedvat, meestal tegelijkertijd met een ontsteking van het bloedvat, noemen we dat een tromboflebitis.
In deze folder leest u meer over het ontstaan van tromboflebitis, de behandeling ervan en adviezen ter voorkoming van tromboflebitis.
Tromboflebitis
Wanneer een bloedstolsel een oppervlakkige ader afsluit en deze is gaan ontsteken, heeft u tromboflebitis. Dit wordt ook wel een aderontsteking genoemd. Het lichaam probeert het bloedstolsel op te ruimen waarbij er een ontstekingsreactie is ontstaan rondom het bloedvat.
Symptomen van een tromboflebitis
Klachten die gepaard kunnen gaan met een tromboflebitis zijn:
- Plaatselijke tot uitgebreide zwelling van de huid rondom de aangedane plek.
- Plaatselijke tot uitgebreide roodheid van de huid.
- Plaatselijk warmere huid.
- Een lichte temperatuursverhoging.
- Een zwaar gevoel of pijn in het been. Dit gevoel kan lijken op spierpijn, waardoor het niet altijd direct als tromboflebitis wordt herkend.
Tromboflebitis vaststellen
Tromboflebitis kan vaak op basis van lichamelijk onderzoek worden vastgesteld door uw arts. Slechts in sommige gevallen zal een echo worden gemaakt. Het doel van deze echo is om uit te sluiten dat er geen sprake is van een diep veneuze
trombose.
Oorzaken van tromboflebitis
Tromboflebitis kan ontstaan door verschillende oorzaken. Vaak spelen meerdere oorzaken een rol, waaronder het hebben van spataderen. In sommige gevallen is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat er spontaan een stolsel. Er zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden, die tegelijkertijd kunnen spelen. Dat zijn een beschadiging aan de bloedvatwand, een vertraagde bloedstroom en een veranderde samenstelling van het bloed. De oorzaken worden hierna verder uitgelegd.
Een beschadiging aan de bloedvatwand
Tromboflebitis kan ontstaan als een bloedvat is beschadigd. Dat kan gebeuren door een ongeval, bij operaties of als er een
infuus is geprikt.
Een vertraagde bloedstroom
Door een vertraagde bloedstroom, zoals door spataders of als gevolg van verminderde mobiliteit, is er een grotere kans op het ontstaan van tromboflebitis. De bloedstroom in de aders wordt geholpen door spieractiviteit. Bij langdurige bedrust, na bijvoorbeeld een operatie of verminderde mobiliteit door bijvoorbeeld een gebroken been of een lange vliegreis, vertraagt de bloedstroom waardoor er ongewenst stolsels kunnen ontstaan.
Een veranderde samenstelling van het bloed
De samenstelling van het bloed luistert nauw. Wanneer de samenstelling verandert, kan dit een verhoogd risico geven op
trombose. Wanneer het bloed bijvoorbeeld te ‘dik’ is, wordt de stroming belemmerd. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door een teveel aan bloedcellen. Ook zijn er enkele genetische factoren bekend die de samenstelling van het bloed veranderen en daardoor het risico op
trombose verhogen.
Anticonceptiepil
Wanneer u een anticonceptiepil gebruikt, verandert de samenstelling van uw bloed. Het bloed bevat dan meer vrouwelijke hormonen. Gedurende het gebruik van antistollingsmiddelen kunt u de pil doorgebruiken. Gedurende de behandeling met antistollingsmiddelen bent u beschermd tegen het ontstaan van een nieuwe tromboflebitis, maar de antistollingsmedicatie kan ook zorgen voor een heftiger
menstruatie dan gewoonlijk. De pil kan u helpen de hoeveelheid bloedverlies tijdens de
menstruatie te remmen. Wanneer u (bijna) stopt met uw antistollingsbehandeling is het raadzaam om met uw behandelend arts te bespreken welke vorm van anticonceptie het meest geschikt is.
Behandeling van tromboflebitis
De behandeling van tromboflebitis kan op verschillende manieren plaatsvinden. In alle gevallen bestaat de behandeling uit het gebruik van antistollingsmedicatie.
Daarnaast kan het zijn dat u, met name als er veel zwelling is, een tijdelijke steunkous (tubigrip) en een afspraak op de poli Dermatologie krijgt.
Antistollingsmedicatie
Antistollingsmedicatie zorgt ervoor dat uw bloed minder snel stolt. In het geval van een bestaande tromboflebitis zorgen deze middelen ervoor dat er geen nieuwe stolsels ontstaan en het bestaande stolsel niet groter wordt. Antistollingsmedicatie lost het stolsel dus niet op. Dat doet uw lichaam zelf, hier heeft het enkele weken voor nodig.
Er zijn veel verschillende soorten antistollingsmiddelen. In het Reinier de Graaf ziekenhuis behandelen we tromboflebitis veelal met Apixaban (een Directe Orale Anticoagulantia (DOAC). In een enkele situatie kan uw behandelend arts ervoor kiezen om u te behandelen met een ander antistollingsmiddel.
Voor meer informatie over het specifieke antistollingsmiddel dat u voor u is voorgeschreven, verwijzen we naar de betreffende folders.
Vervolgafspraken
Indien er bij u tromboflebitis is vastgesteld, adviseren wij u na 4-5 weken een afspraak te maken bij uw huisarts. Deze zal met u besproken hoe het met uw tromboflebitis gaat en bespreken hoe lang de antistollingsmedicatie nodig is.
Let op! Indien uw tromboflebitis is veroorzaakt door een
infuus, zal de controleafspraak via uw behandelend specialist verlopen. Deze zal met u bespreken hoe het met uw tromboflebitis gaat en bespreken hoelang de antistollingsmedicatie nodig is.
Steunkous
Het dragen van een steunkous kan, naast het gebruik van antistollingsmedicatie, een belangrijk onderdeel zijn van de behandeling van een tromboflebitis. Of dit in uw geval noodzakelijk is kan worden bepaald door uw huisarts of behandelend specialist (indien dit is ontstaan na een
infuus)
Bij een tromboflebitis is er een deel van een ader afgesloten door een bloedstolsel. Het been wordt in sommige gevallen rood en dik. De zwelling kan worden tegengegaan door druk van buiten door het dragen van een elastische kous. Er zijn veel diepliggende aders, via welke het bloed afgevoerd wordt. De kous ondersteunt dit proces. Indien hiertoe besloten wordt, dient u de kous de gehele dag te dragen, met uitzondering van de nacht.
Uw behandelend arts bespreekt met u hoe lang u de steunkous moet dragen.
Preventie
‘
Voorkomen is beter dan genezen’ wordt veelal gezegd. Dat gaat bij tromboflebitis ook zeker op. Wat kunt u doen om de kans op tromboflebitis zoveel mogelijk te beperken?
Blijf in beweging
Aangezien de bloedstroom geholpen wordt door spieractiviteit is het belangrijk om goed te blijven bewegen. Mensen die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van
trombose kunnen deze al met 3 uur stilzitten ontwikkelen. Wen uzelf er daarom aan om elke 2 à 2,5 uur te bewegen. Het gebruiken van de kuitspier is hierbij belangrijk omdat deze de bloedstroom versneld. Het maken van een korte wandeling is een oefening waarbij de kuitspier goed gebruikt wordt. Als wandelen niet mogelijk is, dan kunt u ook herhaaldelijk uw tenen van u af en naar u toe bewegen. Hou er wel altijd rekening mee dat het van belang is dit enkele minuten te doen. De (kuit)spieren moeten goed pompen om de bloedstroom te versnellen.
Stop met roken
Roken vergroot de kans op beschadigingen aan de vaatwand. Deze beschadigingen kunnen bloedstolsels veroorzaken. Stoppen met roken is dus een belangrijke stap.
Streef naar een gezond gewicht
Overgewicht is een belangrijke risicofactor bij het ontstaan van
trombose. Het behouden van, of streven naar, een gezond gewicht helpt dus mee bij het beperken van het risico op
trombose.
Ook gezonde en gevarieerde voeding is van belang. Door een gezond voedingspatroon beperkt u de kans op een verhoogd cholesterolgehalte in uw bloed. Een verhoogd cholesterol is ook een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van een bloedstolsel.
Neem uw antistollingsmedicijnen tijdig en trouw in
In het geval van een bestaande tromboflebitis is het van groot belang uw antistollingsmedicijnen tijdig en trouw in te nemen om uitbreiding van de tromboflebitis te voorkomen. Tevens beschermt het u tegen de ontwikkeling van een nieuwe tromboflebitis.
Drink voldoende water
Drink tenminste 1,5 tot 2 liter water per dag, vooral als het warm weer is.
Contact
De polikliniek Dermatologie is op werkdagen te bereiken van 8.30 tot 16.30 uur op 015 - 260 43 91.
De Trombosepolikliniek is te bereiken op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur op 015 - 260 40 80.