Steeds vaker krijgen mensen chemotherapie vóór de operatie. Een reden om dat te doen, is wanneer er vóór de behandeling al uitzaaiingen in de oksel zijn gevonden. Chemotherapie kan helpen om de tumor in de borst en de uitzaaiingen in de
lymfeklieren kleiner te maken of zelfs geheel te doen verdwijnen. Na de chemotherapie volgt een operatie.
In sommige gevallen krijgen patiënten eerst anti-hormonale therapie in plaats van chemotherapie. Deze therapie wordt gegeven als de afwijking gevoelig is voor
hormonen zoals
oestrogeen. Het doel is om de afwijking te verkleinen of de groei ervan te stoppen voordat de operatie plaatsvindt.
1. De operatie
Tijdens deze operatie worden één of enkele
lymfeklieren uit de oksel weggehaald. Dit is om te zien of er nog uitzaaiingen zijn na de behandeling met chemotherapie of anti-hormonale therapie. Deze operatie heet de TAD-procedure. TAD is een afkorting van de Engelse woorden: targeted (doelgericht), axillary (oksel), dissection (weghalen).
De chirurg haalt de
lymfeklier(en) weg waarin eerder een uitzaaiing zat. Deze klier is voorheen gemarkeerd door de radioloog met een klein magnetisch zaadje.
Echo-beeld van magneetzaadje in een lymfeklierDe operatie gebeurt meestal tegelijk met de operatie aan de borst. Tijdens deze operatie wordt de
schildwachtklier weggehaald. De
schildwachtklier is de eerste klier waar het lymfevocht uit de borst naartoe gaat. Deze klier wordt opgespoord met een groene kleurstof (indocyanine groen) en in sommige gevallen wordt (ook) een radioactieve vloeistof (technetium) gebruikt (zie de folder ‘Onderzoek en verwijderen
schildwachtklier(en)’). De combinatie van het weghalen van de gemarkeerde klier en de
schildwachtklier heet de TAD-procedure. Vaak is de gemarkeerde klier ook de
schildwachtklier.
2. Het weefselonderzoek
Na de TAD-operatie worden de gemarkeerde klier en
schildwachtklier eerst bewerkt en dan nauwkeurig onderzocht door de patholoog (weefselonderzoeker). Dit is om te zien of deze klier(en) ‘schoon’ geworden is/zijn door de chemotherapie of de anti-hormonale therapie
Okselsparend versus okselkliertoilet en/of bestraling van de okselVroeger werden bij een uitzaaiing in de oksel altijd alle
lymfeklieren verwijderd. Dit heet een okselkliertoilet of okselklierdissectie. Deze operatie kan vaak blijvende klachten geven in de vorm van
oedeem van de arm (gezwollen arm), beperkingen van de schouder en pijnklachten.
Bij de TAD-procedure wordt de gemarkeerde klier weggehaald. Deze klier had eerder een uitzaaiing, maar door de behandeling kan hij nu ‘schoon’ zijn. Als de klier schoon is, hoeven de andere klieren in de oksel niet verwijderd te worden. Zo wordt de oksel gespaard en hebben patiënten meestal minder klachten dan bij een okselkliertoilet.
Als er nog kwaadaardige cellen in de gemarkeerde klier zitten, is extra behandeling nodig. Dit kan bestraling van de oksel zijn, of alsnog een operatie om alle okselklieren te verwijderen.
De chirurg bespreekt dit met u als het nodig is.