Hernia Nuclei Pulposi (HNP)
Een uitstulping (hernia) van de tussenwervelschijf wordt ook wel een Hernia Nuclei Pulposi (HNP)genoemd. Deze uitstulping kan op een zenuw drukken met als gevolg uitstralende pijn in het been en eventueel ook uitvalsverschijnselen (verlamming en een slapend gevoel). Omdat bij hoesten, niezen en persen de druk in het wervelkanaal wordt verhoogd, dus ook de druk op de zenuwwortel, kan hierbij de pijnuitstraling in het been toenemen. De HNP (vanaf nu kortweg 'hernia' genoemd) komt in het westen vaak voor. Een exacte verklaring hiervoor is niet bekend maar zeer waarschijnlijk spelen houding (veel zitten) en gebrek aan gezonde lichaamsbeweging een rol. Uiteindelijk is de hernia ook een teken van slijtage van de rug. Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 11.000 herniaoperaties uitgevoerd.
Lumbale kanaalstenose
De lumbale kanaalstenose of vernauwing van het lendenwervelkanaal is een aandoening die tamelijk veel, en vooral bij oudere mensen, voorkomt. Mensen die hieraan lijden klagen over klachten in de benen bij het lopen. Het is niet altijd een pijnlijk gevoel maar soms juist een moe gevoel of verzuurde/zwaar aanvoelende benen. Even zitten of voorover gebogen lopen doen de klachten juist verminderen. Hierdoor gaat fietsen vaak juist heel goed. Doorgaans spelen er al jaren rugklachten, maar de beenklachten moeten op de voorgrond staan, wil een operatie zinvol zijn. Door de jarenlange belasting heeft bij ouderen de wervelkolom de neiging om slijtage te vertonen. Slijtage is een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt. Al is de mate waarin het optreedt van mens tot mens verschillend. Als
reactie op de artrose gaat het wervelbot woekeren. Het wordt veel dikker, vooral bij de gewrichten en het bindweefsel, waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Deze slijtage kan zorgen voor rugpijn. Hier is niets aan te doen, de slijtage kan men immers niet opheffen. Als de slijtage echter zorgt voor druk op het zenuwweefsel, dan kan operatief die druk worden weggenomen.
Welke medische behandeling u krijgt is volledig afhankelijk van uw klachten.
De verpleegkundige zorg rond een rugoperatie is vaak hetzelfde. In deze folder vindt u algemene informatie over uw opname.
Ook staan er adviezen in voor een goede lichaamshouding en leefregels vóór en na de operatie.
Vóór de operatie
U bent vóór de opname bij de
anesthesioloog geweest. De
anesthesioloog heeft met u besproken welke verdoving u tijdens de operatie krijgt. De arts heeft u ook verteld welke medicijnen u wel of juist niet mag innemen vóór de operatie.
Het is raadzaam vóór de operatie te zorgen voor een goede stoelgang omdat dit na de operatie meestal iets moeilijker gaat. Eet vóór uw opname dus voldoende vezels, groenten en fruit en drink veel water.
Oefening om na de operatie uit bed te stappen
Het is belangrijk dat u thuis al oefent hoe u na de operatie uit bed moet stappen. Er mag dan geen druk op uw rug zijn. Uw rug moet dan helen en u moet uw rug zo recht mogelijk houden.
U ligt plat op uw rug in bed, buig beide knieën en zet uw voeten op het matras. Doe alsof uw rug een plank of boomstam is. Draai uw knieën, heupen en schouders tegelijk op uw zij.
Laat uw voeten en onderbenen over de rand van het bed zakken. Duw uzelf tegelijk met uw armen omhoog tot u helemaal rechtop zit.
Om te gaan staan zet u uw voeten goed onder uw knieën. Zet hierna uw handen op uw bovenbenen. Buig met een rechte rug iets voorover. Kom tot stand door uw benen te strekken.
Doe hetzelfde als u weer in bed gaat liggen, maar dan in omgekeerde volgorde.
Lees deze adviezen (voor na de operatie) alvast goed door
Wissel lopen, zitten en liggen zoveel mogelijk af. Blijf ook niet te lang in dezelfde houding liggen of zitten. Zitten vraagt veel van uw rug. Daarom is een goede zithouding extra belangrijk. Ga op een hoge stoel zitten met een hoge rugleuning. De rugleuning moet iets achterover hellen. De stoel moet hoog genoeg zijn om rechtop te kunnen zitten. U moet met uw voeten op de grond komen.
Probeer ontspannen te zitten. Zak niet onderuit. Ga goed met uw rug tegen de rugleuning zitten. Gebruik daarbij het hele zitvlak en de hele rugleuning. U mag tijdens het zitten niet stijf worden. Bouw het langzaam op. Ga eerst 5 minuten zitten, daarna wat langer, enzovoort. Bent u toch stijf als u uit de stoel opstaat? Ga de volgende keer dan eerder staan en een stukje lopen.
De opnamedag
Nuchter
Op de avond vóór de operatiedag mag u vanaf middernacht (00.00 uur) niets meer eten, drinken of roken. U moet nuchter zijn voor de operatie. Als u thuis al medicijnen gebruikt heeft de
anesthesist bepaald of/en welke medicijnen u voor de operatie wel of niet mag innemen. De medicijnen mogen met een beetje water, voorafgaand aan de operatie, worden ingenomen. Ook heeft de
anesthesist met u besproken of u met bepaalde medicijnen al een paar dagen voor de operatie moet stoppen.
Persoonlijke verzorging
Op de ochtend van de opnamedag gebruikt u geen gezichtscrème en make-up. U draagt geen nagellak en kunstnagels op de vingers en tenen. U mag geen sieraden om.
U kunt normaal douchen en uw tanden poetsen.
Bezittingen
Laat waardevolle bezittingen thuis en neem geen grote geldbedragen en sieraden mee. Het Reinier de Graaf Gasthuis is, ondanks alle mogelijke voorzorgsmaatregelen, niet aansprakelijk voor vermissing of diefstal van uw eigendommen.
Melden
De dag vóór de operatie krijgt u op afdeling 2J (2
e etage gang J) een voorlichting van de fysiotherapeut, een opnamegesprek en u hoort hoe laat u zich moet melden op de afdeling de volgende ochtend. U krijgt een formulier mee om nogmaals bloed te laten prikken.
Op de ochtend van de operatie meldt u zich nuchter op het afgesproken tijdstip bij de balie van de verpleegafdeling neurologie, 2e etage gang J.
Voorbereiding
U krijgt van de verpleegkundige een polsbandje om. Voordat u naar de operatiekamer wordt gebracht krijgt u evt. nog medicatie. De verpleegkundige loopt de laatste checklist met u door. Voordat u naar het OK complex gaat zet u eventueel uw bril af of doet u uw contactlenzen uit. Ook een eventuele gebitsprothese/plaatje doet u uit. U krijgt een OK jasje aan. Voor vertrek gaat u nog naar het toilet om te urineren. Uw onderbroek mag u aanhouden.
Naar de operatiekamer
Een verpleegkundige brengt u in uw bed naar het OK-complex. Een verkoever verpleegkundige ontvangt u op de holding van het OK-complex, ook wel voorbereidingsruimte genoemd. De verkoever verpleegkundige neemt de checklist met u door en sluit u aan op een monitor. U krijgt een bloeddrukband om uw bloeddruk te meten. En een klemmetje op één van uw vingers om het zuurstofgehalte in uw bloed te registeren. U krijgt een aantal plakkers op uw borst om het hartritme bij te houden tijdens de operatie en tot slot wordt er een infuusnaald geplaatst om vocht en medicatie toe te dienen tijdens en na de operatie.
Na de operatie wordt u naar de recovery (uitslaapkamer) gebracht. U wordt teruggelegd op uw bed. De verpleegkundigen controleren regelmatig uw bloeddruk en hartslag. U blijft op de recovery totdat de
anesthesioloog het verantwoord vindt dat u teruggaat naar de verpleegafdeling. Hiervoor moet u bijvoorbeeld goed wakker zijn, moeten de controles goed zijn en de pijn acceptabel. U wordt opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht. Na de operatie heeft u een
infuus waardoor u vocht en, als dit nodig is, antibiotica krijgt toegediend. Naast de operatiewond is het mogelijk dat u een slangetje (wonddrain) ingebracht heeft gekregen. Via dit slangetje wordt bloed en/of wondvocht afgevoerd naar een fles. Dit bevordert de genezing van de wond. Aan de hand van het bloedverlies tijdens de operatie wordt dit bepaald. De wonddrain wordt de ochtend na de operatie verwijderd. De neurochirurg informeert u meestal dezelfde dag over het verloop van de operatie.
Houding na de operatie
Na uw operatie moet u de eerste 3 uur op uw rug blijven liggen, mits de neurochirurg anders aangeeft. Daarna komt u zo snel mogelijk weer in beweging. Het is belangrijk dat u plat of iets omhoog in bed ligt (maximaal 30 graden). Het kussen mag alleen uw hoofd steunen. Uw schouders moeten plat op het bed liggen. Beweeg regelmatig uw benen. Dit houdt uw bloedsomloop op gang. Beweeg uw benen om en om. Dit vraagt minder van uw rug. U kunt ook op uw zij liggen. Het hoofdeinde moet dan helemaal plat.
Een verpleegkundige helpt u om uit bed te komen. Na de eerste drie uur mag u onder begeleiding van de verpleegkundige voorzichtig uit bed komen als u hiertoe in staat bent. Als u goed uit bed kunt komen mag u een kort stukje mobiliseren en naar het toilet gaan.
Na het urineren, wat binnen 6 uur na de operatie moet gebeuren, checkt de verpleegkundige of u de blaas volledig heeft leeggemaakt. Dit kan na een operatie aan de rug afwijkend zijn, waardoor er gekozen moet worden om u eenmalig te katheriseren (met een slangetje de urine uit de blaas halen).
Uw rug moet recht blijven. Net zoals een boomstam. U heeft dit thuis geoefend. Het kan zijn dat u nog wat duizelig of misselijk bent als u gaat zitten. Dit komt door de narcose. We raden u af om de hele dag in bed te liggen. Dit vertraagt uw herstel. U mag daarna kleine stukjes lopen of even in een stoel zitten. Bouw dan het zitten langzaam op. Begin met 5 tot 10 minuten. Het is handig het zitten te combineren met eet- en drinkmomenten aan tafel. De dag na de operatie komt de fysiotherapeut bij u langs. U krijgt advies over een goede houding, bewegen en hoe in en uit bed te stappen.
Eerste dag na de operatie
De fysiotherapeut komt de eerste dag na de operatie bij u langs en legt u een aantal oefeningen uit. Deze oefeningen doet u ook thuis. Ze zijn belangrijk voor de beweeglijkheid van de wervelkolom en voorkomen ook verklevingen aan uw zenuwen. De fysiotherapeut kijkt hoe u beweegt. U oefent met hem/haar ook hoe u moet traplopen. Als dit goed gaat mag u naar huis. Als dit niet goed gaat blijft u nog een nacht in het ziekenhuis.
Oefeningen voor thuis
Nadat de fysiotherapeut u de oefeningen heeft uitgelegd kunt u hier gelijk mee beginnen. Start niet eerder. U doet de oefeningen elke dag. Luister daarbij goed naar uw lichaam.
Zorg voor voldoende rust tussen 2 oefeningen in. Verder volgt u ook onze adviezen goed op. Doe alléén de oefeningen die u van de fysiotherapeut heeft geleerd. Heeft u dezelfde hevige pijn als vóór de operatie? Stop dan met oefenen.
Fysiotherapie thuis
Afhankelijk van uw herstel is na ontslag uit het ziekenhuis nog fysiotherapie nodig. De fysiotherapeut zal u hierover, voor ontslag, advies geven. Als u naar huis gaat geeft de arts sowieso altijd een aanvraag voor fysiotherapie mee.
Leefregels voor thuis
Stijfheid en spieren
De eerste weken kunt u last krijgen van krampen, stijfheid en pijn in de nek, rug en armspieren. Dit is een
reactie op de operatie.
Houding
Het is belangrijk om regelmatig van houding te wisselen. Blijf niet te lang achter elkaar zitten. Wissel dit regelmatig af met lopen en liggen. Ga de eerste 4 tot 6 weken na de operatie verdeeld over de dag regelmatig even liggen. Bijvoorbeeld 4 x ½ uur. Dat is beter dan 1 x 2 uur.
Tillen en bukken
U kunt gerust iets tillen maar doe dit wel heel voorzichtig in de eerste weken na de operatie en altijd met een rechte rug. Til de eerste weken niet meer dan 1 tot 2 kilo. Daarna breidt u dit uit. Moet u voor uw werk veel tillen? In het algemeen is het belangrijk dat u:
- Uw rug bij het tillen recht houdt.
- Door de knieën zakt.
- Met twee armen tilt.
- Dichtbij uw lichaam tilt.
- Niet te lang voorover staat en bukt.
Sokken en schoenen aantrekken
U gaat op een stoel of op bed zitten. Doe uw ene been over het andere. Uw enkel rust dan op uw knie. Houdt daarbij uw rug recht. Trek daarna uw sok en/of schoen aan. U kunt uw voet ook op een stoel zetten en zo uw sok en schoen aantrekken. Lukt het niet? Gebruik dan een schoenlepel.
Huishoudelijk werk
Bouw huishoudelijk werk langzaam op. Verwacht niet dat u alles in één keer kunt. U mag nog geen werk doen waarbij u voorovergebogen moet staan. Denk hierbij aan stofzuigen, afwassen of bedden opmaken. Verder is het belangrijk dat u niets doet waarbij u een snelle beweging moet maken. Na 3 maanden mag u alles weer doen. Voorkom wel lang bukken en gebukt staan.
Fietsen
U mag 2 weken na uw ontslag uit het ziekenhuis weer fietsen. Fiets niet over drempels en/of hobbels. Als het kan fiets dan eerst op een damesfiets met wat zachtere banden. Heet u nog een doof gevoel in uw been en minder kracht? Overleg dan met de neurochirurg. U mag wel meteen na uw ontslag op een hometrainer fietsen.
Autorijden
U mag de eerste 2 weken niet zelf autorijden. Meerijden mag wel. Heeft u daarna weer genoeg gevoel en kracht in uw benen? Begin dan met een klein stukje in de buurt. Zorg bij langere ritten voor voldoende pauzes.
Sporten
Is de wond dicht en goed geheeld? U mag dan na 2 weken weer zwemmen. Na ongeveer 3 maanden kunt u alle andere sporten weer doen.
Werken
Heeft u licht werk? Dan kunt u hier na 3 tot 4 weken weer mee beginnen. Bouw uw werk in overleg met uw bedrijfsarts wel op. Heeft u nog lage rugklachten?
Twijfelt u of u uw werk verder kunt uitbreiden? Overleg dit dan tijdens uw afspraak bij de neurochirurg.
Heeft u zwaar(der) werk waarbij u veel moet tillen? Dan is het verstandig hier pas na 3 maanden weer geleidelijk mee te starten. Ook tijdens het werk is het van belang zitten en lopen regelmatig af te wisselen.
Pijn
Rugpijn komt vaak voor na de operatie en kan ook nog zeker 2 a 3 weken na de ingreep heel heftig zijn. Daarnaast is de pijn in de benen niet altijd meteen weg na de operatie, dit heeft tijd nodig om te herstellen. De zenuwen hebben lang bekneld gezeten en worden ook tijdens de operatie extra geprikkeld. Dit geldt overigens ook voor de klachten van tintelingen, doofheid en krachtsvermindering. Heeft u pijn waardoor u niet goed kunt bewegen? Geef dit dan meteen door aan een verpleegkundige of uw chirurg. U krijgt dan, als het nodig is, extra pijnstillers. Het is belangrijk dat u de pijnmedicatie afbouwt. Als u geen pijn heeft, neem dan geen pijnmedicatie in.
Als u voor de operatie Oxycontin gebruikte moet u dit medicijn, enkele dagen na de operatie, per dag halveren om vervelende (ontwennings)verschijnselen te voorkomen. Luister naar uw lichaam en forceer uw herstel niet. Houdt er rekening mee dat het enkele maanden duurt voordat u goed hersteld bent. Mocht de pijn ondanks voldoende pijnstilling alleen maar erger worden, of er ontstaan nieuwe klachten van doofheid en verminderde kracht in de benen, neem dan
contact op met de polikliniek neurochirurgie.
Eten en drinken
Na de operatie mag u eten en drinken wat u wilt. Het advies hierin is om met iets licht verteerbaars te beginnen.
Wondzorg
Het kan zijn dat de wond in het begin wat pijnlijk is en ‘trekt’. Dit is normaal. Houdt u uw rug stijf en strak omdat u bang bent dat de wond opengaat? Dit is niet nodig. Bewegen bevordert de wondgenezing en de wondpijn.
Neem direct contact op met de polikliniek Neurochirurgie bij: - Nieuwe zwakte in de benen of verlamming.
- De wond ziet er rood en/of dik uit.
- De wond gaat meer pijn doen, ondanks adequate pijnstilling.
- De wondranden gaan wijken.
- Er komt vocht en/of bloed uit de wond.
- U heeft steeds meer hoofdpijn als u overeind komt.
- U krijgt binnen 2 weken na de operatie koorts boven 38.5 graden.
Roken
Het Reinier de Graaf Gasthuis is een rookvrij ziekenhuis. Het wordt met klem afgeraden, zeker de eerste dagen na de operatie, om te roken. Dit is slecht voor de wondgenezing.
Douchen
Meestal gaat u de dag ná de operatie weer naar huis. Voor ontslag wordt de drain verwijderd en beoordeelt de verpleegkundige de wond. De hechtpleisters (steristrips) blijven zitten. De wond moet een week droog blijven dus, mocht u willen douchen, dan moet de wond lekvrij afgedekt worden. Na een week mag u weer douchen zonder de wond af te dekken. Er zitten kleine hechtpleisters (steristrips) over de operatiewond. Deze houden de huidranden van de wond bij elkaar. Na een week kunt u deze thuis voorzichtig verwijderen (of spoelen er vanzelf af tijdens het douchen). De onderhuidse hechtingen lossen vanzelf op.
U mag
niet in bad. Dat mag pas weer twee weken nadat de wond goed dicht is.
Met ontslag
Bij een normaal verloop van de opname mag u de dag na de operatie met ontslag. U kunt nog niet zelf autorijden dus laat u door een naaste naar huis rijden of door een taxi.
Bij uw ontslag krijgt u een telefonische afspraak mee bij de neurochirurg tussen de 7 en 10 weken en een verwijzing fysiotherapeut. Zo nodig geeft de arts een recept voor pijnstilling mee.
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stelt u deze dan gerust aan de poli of uw behandelend arts.
Contactgegevens
Heeft u vóór de controleafspraak nog vragen? Dan kunt u
contact opnemen met de polikliniek Neurochirurgie, bereikbaar: 015 - 260 35 33 of 015 - 260 32 85 (ma, di en do).
Heeft u in de avond of het weekend klachten? En kan dit niet wachten tot de volgende dag? Neem dan
contact op met de huisartsenpost op 015 - 251 19 30.