Waarom dit gesprek belangrijk is
Als u in het ziekenhuis komt, willen wij u zo goed mogelijk helpen. Meestal betekent dit dat we proberen uw ziekte te genezen of uw klachten te verminderen. Maar misschien wilt u niet alle behandelingen die mogelijk zijn. Sommige mensen willen bijvoorbeeld niet gereanimeerd worden bij een hartstilstand. Dit noemen we een
behandelbeperking.
Soms beslist de arts dat een behandeling medisch niet zinvol is. Dit betekent dat de behandeling geen kans van slagen heeft. In dit geval wordt deze niet uitgevoerd, ook als u dit wel zou willen. Ook dit noemen we een
behandelbeperking.De vaakst voorkomende behandelbeperkingen zijn wel of niet reanimeren, wel of niet beademen of wel of niet naar de Intensive Care (IC). Daarover vindt u in deze folder extra informatie.
Deze folder helpt u om na te denken over uw behandelwensen. U kunt deze bespreken met uw behandelaar (arts, verpleegkundig specialist of physician assistant).
Wanneer bespreken we behandelwensen?
Het is
belangrijk dat u op tijd nadenkt over welke behandelingen u wel of niet wilt. Daarom voeren we dit gesprek
het liefst op de polikliniek en niet pas als u met spoed in het ziekenhuis wordt opgenomen.
Als u onverwachts op de Spoedeisende Hulp (SEH) komt of plotseling erg ziek wordt, is er vaak geen tijd om rustig over uw wensen te praten. Ook is het mogelijk dat u dit gesprek dan moet voeren met een arts die u nog niet kent. Dit willen we graag voorkomen.
Door dit gesprek
op tijd te hebben, kunnen we goede zorg bieden die past bij uw wensen.
Uw behandelaar zal altijd met u bespreken:- Wel of niet reanimeren (poging om het hart en de ademhaling weer op gang te brengen).
- Wel of niet beademen (ademhaling tijdelijk overnemen met een machine op de intensive care).
- Wel of niet naar de intensive care (IC)(intensieve zorg met zware medicijnen of beademing).
U kunt uw keuzes altijd veranderen en opnieuw bespreken met uw behandelaar.
Welke behandelbeperkingen zijn er?
U kunt ervoor kiezen om bepaalde behandelingen
niet te willen. Dit kan gaan om:
- Geen reanimatie (bij een hartstilstand wordt geen poging gedaan om het hart opnieuw te laten kloppen).
- Geen beademing (niet aangesloten worden op een beademingsmachine bij ademhalingsproblemen).
- Geen opname op de Intensive Care (IC) (geen intensieve zorg bij een ernstige situatie).
- Geen opname op de hartbewaking (CCU) (geen speciale zorg bij ernstige hartproblemen).
- Geen dialyse (geen behandeling als de nieren niet meer werken).
- Geen operaties (geen chirurgische ingrepen).
- Geen bloedtransfusie (geen toediening van bloed of bloedproducten).
- Geen antibiotica (geen behandeling van infecties met medicijnen).
- Geen sondevoeding (geen kunstmatige voeding via een slangetje).
- Geen belastende onderzoeken (bijvoorbeeld geen kijkonderzoek van de darmen).
- Geen verdere behandeling (alleen zorg gericht op comfort, zoals pijnbestrijding). Dit is geen euthanasie.
Wie beslist over een behandelbeperking?
- Uzelf: U mag zelf kiezen welke behandelingen u wel of niet wilt. Bijvoorbeeld om persoonlijke of religieuze redenen. Bespreek uw keuze altijd met uw behandelaar.
- Uw arts: Soms beslist de arts dat een behandeling niet zinvol is, bijvoorbeeld als er geen kans op herstel is. Dit wordt altijd goed met u besproken en vastgelegd in uw medisch dossier.
Hoe worden uw keuzes vastgelegd?
Uw behandelaar schrijft uw behandelwensen en beperkingen op in uw elektronisch patiëntendossier (EPD). Alle zorgverleners in het ziekenhuis kunnen dit inzien. Bij elke nieuwe opname wordt dit opnieuw met u besproken.
Reanimatie: wat betekent dat voor u?
Als u in het ziekenhuis wordt opgenomen, is de kans heel klein dat uw hart of ademhaling stopt. Toch kan dit gebeuren. In het Reinier de Graaf ziekenhuis is de standaardregel dat artsen in zo'n situatie altijd proberen u te reanimeren, behalve als vooraf is vastgelegd dat u dit niet wilt.
Wat is reanimatie?Reanimatie is een manier om het hart en de ademhaling weer op gang te brengen als deze plotseling stoppen. Dit gebeurt met hartmassage, beademing, elektrische schokken en medicijnen. Het ziekenhuis heeft een speciaal team dat direct in actie komt bij een hart- of ademstilstand.
Wat zijn de gevolgen van reanimatie?Reanimatie kan levensreddend zijn, maar het is niet altijd succesvol. Zelfs als het lukt om de hartslag en de ademhaling te herstellen, kan er door zuurstoftekort schade aan de hersenen ontstaan. Dit kan betekenen dat iemand na een reanimatie niet meer de kwaliteit van leven heeft die hij of zij gewend was. Iemand kan dan bijvoorbeeld zichzelf niet meer zelfstandig verzorgen en heeft misschien zorg in een verpleeghuis nodig.
Of reanimatie een goede kans van slagen heeft, hangt af van de oorzaak, uw leeftijd en uw conditie. Uw arts kan u hier meer over vertellen, maar niemand kan de precieze uitkomst voorspellen.
Wel of niet reanimeren?Het is belangrijk om van tevoren na te denken over uw wensen rondom reanimatie. Binnen ons ziekenhuis geldt de regel dat iedereen bij een hart- of ademstilstand wordt gereanimeerd, tenzij:
- U zelf heeft aangegeven niet gereanimeerd te willen worden. Dit moet u dan bespreken met uw arts en laten vastleggen in uw medisch dossier. Heeft u een schriftelijke wilsverklaring of een ‘niet-reanimeren’-penning? Geef dit dan door aan uw arts.
- De arts besluit dat reanimatie medisch niet zinvol is. Dit kan het geval zijn als iemand erg ziek of verzwakt is, bijvoorbeeld door hoge leeftijd of een ernstige aandoening. In dat geval bespreekt de arts dit met u en uw familie, en wordt dit vastgelegd in uw dossier.
Opname op de Intensive Care (IC)Soms is intensieve zorg nodig, bijvoorbeeld na een zware operatie, een ongeval of een ernstige ziekte. Op de IC worden belangrijke lichaamsfuncties zoals bloeddruk, ademhaling en hartslag continu bewaakt. Om dit te kunnen doen, is het lichaam vaak aangesloten op allerlei apparatuur. Een opname op de IC kan vooraf gepland zijn, bijvoorbeeld na een grote operatie. Soms is een IC-opname onverwacht nodig, zoals na een ernstig ongeval, een acute ziekte of
complicaties tijdens een ziekenhuisopname.
Wat is beademing?Op de IC kan iemand tijdelijk worden beademd als hij of zij zelf niet goed kan ademen. Dit kan nodig zijn bij bijvoorbeeld een laag zuurstofgehalte, een te hoog koolzuurgehalte of bij ernstige uitputting. Ook patiënten in coma krijgen vaak beademing om verslikken te voorkomen. Tijdens een operatie met narcose wordt u altijd beademd.
Als iemand langere tijd aan een beademingsapparaat ligt, wordt het lichaam erg zwak. Daarom kijkt de arts van tevoren of de patiënt sterk genoeg is voor deze behandeling. Met andere woorden: is er een kans dat de patiënt later weer zonder het apparaat kan ademen?
Vragen?
Deze onderwerpen kunnen moeilijk zijn. Toch is het belangrijk om erover na te denken en erover te praten met uw arts en naasten. U kunt uw vragen altijd bespreken met uw behandelaar.