In deze folder vindt u informatie over de perifere aangezichtsverlamming en de daarbij behorende klachten. Nervus Facialis
Beide kanten van uw gezicht hebben een aangezichtszenuw. Dit is de zevende hersenzenuw en wordt de nervus facialis genoemd. Deze zenuw zorgt ervoor dat de spieren van het gezicht kunnen bewegen, zoals bij het lachen, het sluiten van de ogen en de mond en het optrekken van de wenkbrauwen. Daarnaast speelt de zenuw een rol in de smaakwaarneming, de traanafscheiding, de speekselproductie en de bescherming van het oor tegen harde geluiden.
Perifere aangezichtsverlamming
Wanneer de zenuw beschadigd raakt, is de verbinding tussen de hersenen en de spieren in het gelaat verminderd. De volgende symptomen zijn zichtbaar:
- een scheef gezicht
- een afhangende mondhoek
- speekselverlies
- smaakverandering
- het oog sluit niet meer volledig
- oorpijn
Beschadiging van de nervus facialis geeft beperkingen in het dagelijks leven. U kunt moeilijker spreken, eten, lachen, kussen, blazen en/of knipperen. Een verlamming kan volledig of onvolledig zijn. Bij een onvolledige verlamming zijn de aangezichtsspieren in beperkte mate beweeglijk. Bij een volledige verlamming kunt u de spieren niet meer bewegen.
Oorzaken en prognose
- oorontsteking
- schedelletsel
- letsel na een operatie, bijvoorbeeld aan het oor of speekselklier
- gordelroosvirus
- Ramsay Hunt-syndroom
- tumor die op de zenuw drukt
- ziekte van Lyme
- herpes simplex (koortslip)
In 50% van de gevallen wordt er geen oorzaak gevonden en wordt er gesproken van de verlamming van Bell. De verlamming van Bell kan als een milde aandoening gezien worden en wordt waarschijnlijk veroorzaakt door het herpes simplex-virus. De perifere aangezichtsverlamming herstelt bij ongeveer 85% van de patiënten bijna compleet. De prognose is beter naarmate de verlamming minder ernstig en de patiënt jonger is en naarmate het herstel sneller begint.
Behandeling
Rust
Bij de perifere aangezichtsverlamming zal spontaan herstel worden afgewacht. Gedurende een paar weken moet rust in acht genomen worden om het natuurlijke genezingsproces zoveel mogelijk te bevorderen.
Oog
Het oog sluit niet meer volledig, waardoor het kan uitdrogen. Bovendien kan de traanproductie verstoord zijn. Naast een te droog oog kunt u ook hinder ondervinden van tranende ogen.
- Het oog wordt afgedekt en behandeld met oogzalf/druppels
- Bescherm uw ogen tegen de zon of fel licht
Eten en drinken
De volgende problemen kunnen zich voordoen bij het eten en drinken: vloeistof loopt uit de mond, kauwen verloopt moeilijker, u bijt op de lip of wang, eten blijft in de wang hangen of u verslikt zich vaker. De volgende adviezen kunnen de problemen verminderen:
- Neem meer tijd om te eten en drinken.
- Drinken met een rietje kan het morsen verminderen.
- Probeer verschillende soorten glazen, een breder glas kan wellicht helpen.
- Kantel het hoofd eventueel naar de gezonde zijde waardoor de vloeistof minder makkelijk langs de verlamde mondhoek ontsnapt.
- Help eventueel de onderlip te sluiten met uw wijsvinger.
- Eet in kleine hapjes: snijd het eten in kleinere stukken of eet met een kleinere lepel.
- Zachte voeding (ei of banaan) eet makkelijker dan harde voeding (appel).
- Probeer zowel rechts als links te kauwen zodat beide zijden van de mond gestimuleerd worden. Eet voorzichtig om niet op de wang te bijten. Bij het kauwen aan de verlamde zijde kunt u eventueel uw wang wat wegtrekken zodat u niet op de wang bijt.
- Controleer na elke maaltijd de wangzak op eventuele voedselresten, zorg voor een goede mondhygiëne.
Speekselverlies
Doordat de mond niet volledig sluit, kunt u last hebben van speekselverlies. Dit merkt u bijvoorbeeld na het slapen aan een nat kussen of tijdens het spreken.
- Slik regelmatig en bewust uw speeksel door.
- Dep regelmatig de mondhoek droog.
Spreken
Door de verminderde beweging van spieren rond de mond zijn bepaalde articulatiebewegingen minder nauwkeurig. Dit wordt vooral duidelijk bij klanken waarbij u de lippen gebruikt: de p,b,f,v en w. De lucht ontsnapt aan de verlamde zijde.
- Pas uw spreektempo aan, spreek trager en zorg dat alle lettergrepen goed uitgesproken worden.
- Houd uw hand niet voor de mond want dan wordt de luidheid verminderd en bent u minder goed verstaanbaar.
Mimetherapie
Mimetherapie is een behandelmethode voor een aangezichtsverlamming. Mimetherapie zorgt voor vermindering van de restverschijnselen van een perifere aangezichtsverlamming. Een mimetherapeut is een gespecialiseerde logopedist of fysiotherapeut.
Wanneer u helemaal geen beweging ziet, heeft het geen zin om deze bewegingen expliciet te oefenen. Het is belangrijk om herstel van de zenuw af te wachten. In deze fase is het zinvol de mimetherapeut te raadplegen voor advies, uitleg en het aanleren van massage-oefeningen.
Vermijd grote en krachtige bewegingen (forceren) met de aangezichtsspieren. Op die manier krijgt u overmatige spanning in de gezonde zijde en dit komt het herstel niet ten goede.
De behandeling kan meestal starten zodra er weer enige beweging aan de aangedane kant van het gezicht zichtbaar is. Het liefst wordt er op dat moment zo snel mogelijk gestart.
De mimetherapie bestaat uit:
- Het aanleren van zelfmassage van de spieren van het gezicht en hals.
- Adviezen omtrent eten en drinken en mondhygiëne.
- Oefeningen waarbij aandacht wordt besteed aan:
- Het aanspannen van de aangedane zijde.
- Het tegengaan van ongewenste meebewegingen (synkinesen).
- Het gelijktijdig oefenen van beide gezichtshelften.
- Het aanleren van rekoefeningen van verkorte aangezichtsspieren.
Contact
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? Dan kunt u contact opnemen met het Secretariaat Paramedische Dienst via 015 - 260 33 42.