U krijgt deze informatie omdat u na overleg met uw KNO-arts heeft ingestemd met een operatie van de onderkaakspeekselklier.
De mens heeft twee onderkaakspeekselklieren (in het plaatje: 2), die samen met twee oorspeekselklieren (glandulae parotis; in het plaatje: 1) en twee tongspeekselklieren (glandulae sublingualis; in het plaatje: 3) de zes grote speekselklieren vormen. Daarnaast bevinden zich nog talloze kleine speekselkliertjes vlak onder het slijmvlies van de mond- en keelholte waaronder de lip. Al deze speekselklieren samen zorgen voor de dagelijkse speekselproductie (een belangrijke eerste stap in de spijsvertering) en het vochtig houden van de slijmvliezen van mond- en keelholte.
De onderkaakspeekselklieren liggen onder de tong aan de binnenzijde van de onderkaak (zie het plaatje). Het speeksel uit een onderkaakspeekselklier wordt via een dunne afvoerbuis naar een opening vlak achter de voortanden gevoerd.
Uw KNO arts heeft met u besproken dat het goed is de onderkaakspeekselklier te verwijderen. Dit kan zijn omdat er een speekselsteen of een gezwel aanwezig is, of dat de klier chronisch ontstoken is. In de klier of in de afvoerbuis naar de mond kunnen stenen voorkomen die de speekselafvoer belemmeren. Wanneer deze speekselstenen vast blijven zitten, kan een chronische ontsteking van de onderkaakspeekselklier ontstaan.
Ook zonder speekselstenen kan de onderkaakspeekselklier chronisch ontstoken raken. Wanneer verwijdering van de steen via de mond geen effect heeft of niet meer mogelijk is, of wanneer de pijnklachten en de ontstekingenerg worden , kan besloten worden de aangedane onderkaakspeekselklier te verwijderen. Een gezwel in de onderkaakspeekselklier kan worden opgemerkt doordat een bobbel onder een kaakrand ontstaat. Over het algemeen geeft dit geen pijnklachten. Een gezwel van de onderkaakspeekselklier is in ongeveer 50% van de gevallen goedaardig (een
cyste, pleiomorf adenoom of Warthin tumor).
De operatie
De onderkaakspeekselklier wordt verwijderd – in narcose – via een ongeveer 5 cm lange horizontale huidsnede ongeveer 3 cm onder de kaakrand. In dit gedeelte van de hals lopen een tak van de aangezichtszenuw, de tong- en smaakzenuw. De KNO-arts zal deze zenuwen altijd proberen te sparen.
De operatie wordt beëindigd met het aanbrengen van een wonddrain (zie verder) en het hechten van de operatie.
Wat kunt u aan merken na de operatie?
- Pijn
Na de operatie heeft u meestal weinig pijn. Heeft u toch klachten, kan dit komen door de wond of door de houding van het hoofd tijdens de operatie. Indien nodig is paracetamol meestal voldoende als pijnstiller. - Zwelling
Bij de wond komt meestal een kleine zwelling, die na enkele weken weer verdwenen is. Een grotere zwelling wijst op een ontsteking of bloeduitstorting. Neem in dat geval contact met ons op. - Wonddrain
Voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen wordt een zogenaamde wonddrain (slangetje) in de wond gelegd, die door de huid van de hals weer naar buiten komt. De wonddrain die zuigkracht (veroorzaakt door een vacuümfles) moet blijven houden, is meestal 24 uur nodig. Wanneer de wond minder dan 15 cc wondvocht maakt in 24 uur, kan de wonddrain verwijderd worden. Dit verwijderen is gevoelig en kan niet verdoofd worden. - Speeksel
Het gemis van een onderkaakspeekselklier heeft geen merkbare invloed op de hoeveelheid speeksel. - Eten
Wanneer er geen wond in de mond is ontstaan, kunt u de avond na de ingreep weer een lichte maaltijd eten. - Gevoelszenuw
Om een onderkaakspeekselklier goed te verwijderen is het niet mogelijk om alle gevoelszenuwen van de huid rond de huidsnede te behouden. Dit veroorzaakt na de operatie een verdoofd gevoel van het operatiegebied. Na verloop van enkele maanden wordt het verdoofde gebied steeds kleiner en meestal herstelt het helemaal. Mocht het gevoel niet geheel normaal worden, dan wordt dat in het dagelijks leven meestal niet als vervelend ervaren. - Hechtingen
Het hechtmateriaal (indien niet zelfoplosbaar) kan na acht tot tien dagen poliklinisch door de KNO-arts worden verwijderd. - Andere gevoelssensatie
Soms kan een doof gevoel van het operatiegebied blijven bestaan, maar hier heeft u dan nauwelijks last van. - Litteken
De operatiewond ligt in de schaduw van de onderkaak in een bestaande huidplooi, zodat het litteken na enkele maanden nauwelijks meer zichtbaar is.
Mogelijke complicaties
Nabloeding
Wanneer er veel bloed via de wonddrain afloopt of het operatiegebied dikker wordt, is er sprake van een nabloeding. Het is dan meestal noodzakelijk de wond opnieuw, onder narcose, te openen om een nog bloedend bloedvaatje dicht te maken.
Ontsteking van de wond
Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk of wordt na enkele dagen pijnlijk en zwelt op. De huid rond de wond is of wordt dan ook vaak rood. Neemt u dan
contact op met uw KNO-arts. Er kan dan sprake zijn van een wondinfectie. U krijgt hiervoor dan soms een antibioticumkuur.
Zenuwbeschadiging
Om een onderkaakspeekselklier goed te verwijderen is het vrijwel altijd mogelijk om de belangrijkste zenuwen in dat huidgebied te behouden. Zenuwbeschadiging kan ontstaan wanneer een zenuwtakje (de zogenaamde mondtak of een lager gelegen halstak) van de aangezichtszenuw (nervus facialis), die naar de mondhoek gaat, wordt beschadigd.
Na de operatie is er vaak, gedurende enkele dagen tot weken, enige zwakte in de beweeglijkheid van de mondhoek. Over het algemeen verbetert dit na enkele weken. Zelden ontstaat er een blijvend scheve mond, die alleen zichtbaar is bij aanspannen van de spieren van de mondopening.
De kans op beschadiging van de zenuwen van de tong (voor gevoel, smaak en beweging) is bij deze operatie zeer klein.
Contact
Als u naar aanleiding van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze bespreken met uw kno-arts. Meer informatie over ons ziekenhuis vindt u op de website
www.reinierdegraaf.nl.
Tijdens kantooruren kunt u bellen met Reinier de Graaf Delft 015 - 260 42 42. Buiten kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp via ons algemene telefoonnummer 015 - 260 30 60