Een schildwachtklieroperatie is een onderzoek om te kijken of de borstkanker zich naar de lymfeklieren heeft verspreid. Bij DCIS wordt deze procedure soms ook uitgevoerd, bijvoorbeeld als er gekozen wordt voor een amputatie van de borst of bij bepaalde kenmerken van de afwijking.
De schildwachtklier (ook wel poortwachtklier of sentinel node genoemd) is de eerste lymfeklier die het lymfevocht van een tumor opvangt. Eventuele borstkankercellen komen vaak eerst in deze klier terecht. Soms zijn er meerdere schildwachtklieren. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de schildwachtklier(en). 1. Voorbereiding
De
schildwachtklier wordt gevonden met behulp van een klein beetje radioactief eiwit (Technetium). Meestal krijgt u de dag voor de operatie één of meerdere injecties rond de afwijking in de borst. In sommige gevallen gebeurt dit pas op de dag van de operatie. Dit radioactieve eiwit maakt de
lymfeklieren zichtbaar op een scan die een paar uur na de injectie wordt gemaakt.

2. De operatie
Tijdens de operatie van uw borst kan de
schildwachtklier opgespoord worden doordat het radioactieve eiwit hoorbaar wordt met een speciale stralingsmeter (geigerteller). Ook kan de
schildwachtklier worden opgespoord met behulp van een groene kleurstof, genaamd ICG (indocyanine groen). Deze kleurstof wordt tijdens de operatie in de borst ingespoten. Met een speciale camera kan de
schildwachtklier worden opgespoord. Na de operatie kunnen er groene plekjes op de borst ontstaan; deze verdwijnen vanzelf weer. De chirurg verwijdert de
schildwachtklier en laat deze onderzoeken.
3. Weefselonderzoek
De verwijderde
lymfeklier(en) wordt door de patholoog (weefselonderzoeker) nauwkeurig onderzocht. Dit duurt ongeveer 10 werkdagen. De uitslag krijgt u tijdens uw afspraak op de polikliniek van de chirurg. Als er borstkankercellen in de oksel worden gevonden, moet de oksel (vaak ook) behandeld worden met een operatie of bestraling. Als de
schildwachtklier geen borstkankercellen bevat, is de kans klein dat deze cellen ook in andere
lymfeklieren zitten. In dat geval hoeft de oksel niet behandeld te worden.
4. Mogelijke gevolgen van verwijdering schildwachtklieren
Hieronder leest u meer over de mogelijke gevolgen van verwijdering van de
schildwachtklier(en) en wat u zelf kunt doen.
Vochtophoping in de oksel
Na de operatie kan er soms vocht in de oksel ophopen. Dit komt doordat één of meer
lymfeklieren zijn verwijderd, waardoor het lymfevocht niet meer naar de
lymfklier stroomt, maar zich in het operatiegebied ophoopt. Dit kan enkele dagen na de operatie leiden tot een bult in de oksel, die meestal vanzelf weer verdwijnt.
Let op: neem contact op met uw verpleegkundig specialist als:
- de zwelling groot is en op spanning staat;
- er tekenen van ontsteking zijn, zoals zwelling, roodheid, pijn of koorts.
Gevoelloosheid of tintelingen in de huid van de oksel en arm
Na de operatie kunnen zenuwen in de oksel beschadigd raken, wat kan leiden tot gevoelloosheid of een tintelend, stekend of branderig gevoel in de huid. Dit kan door de bovenarm trekken en soms tot in de vingers. Deze klachten nemen in de loop van de tijd vaak af.
Bewegingsbeperking van de schouder
Het is belangrijk om na de operatie arm- en schouderoefeningen te doen. U krijgt na de operatie van een fysiotherapeut uit het ziekenhuis de folder 'Oefeningen na borst- en/of okseloperaties' mee. De fysiotherapeut in het ziekenhuis neemt deze folder na de operatie met u door. Dit helpt om uw arm en schouder soepel te houden. Doe dit altijd binnen uw pijngrens. Ervaart u ongemak na het oefenen? Overleg dan met uw verpleegkundig specialist of arts.
5. Adviezen na operatie van de schildwachtklier(en)
Algemene adviezen
- Geef uzelf en het geopereerde gebied voldoende rust, zodat zowel u als de wond goed kunnen herstellen van de operatie.
- Bouw uw dagelijkse activiteiten langzaam op, afhankelijk van wat u aankunt. Belast het geopereerde gebied niet te veel en luister goed naar uw lichaam.
- Na de operatie mag u vanwege de narcose de eerste 24 uur niet autorijden. Daarna kunt u dit op geleide van uw herstel weer hervatten.
- Voor een vlot herstel adviseren wij om de oefeningen uit de folder 'Oefeningen na borst- en/of okseloperaties' te doen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis neemt deze folder na de operatie met u door.
- Elk litteken geneest anders. Om het litteken te helpen herstellen, mag u het litteken eventueel twee keer per dag masseren met een olie of crème. Doe dit pas na de controle bij uw chirurg op de polikliniek (ongeveer twee weken na de operatie).
Pleisters
- 24 uur na de operatie mag de verbandpleister worden verwijderd. Daaronder zitten hechtpleisters, die kunt u laten zitten tot u op de poli komt. U mag de eerste weken niet in bad, naar de sauna of naar een zwembad, maar u mag wel gewoon douchen. De hechtpleisters mogen nat worden, dep ze daarna voorzichtig droog.
- Als het operatiegebied dicht is en er geen vocht uitkomt, hoeft er geen verbandpleister meer op. De hechtpleisters zijn dan voldoende.
- Als er een hechtknoopje aan het uiteinde van de wond zit, wordt dit verwijderd tijdens de afspraak voor de uitslag van het weefselonderzoek.
Medicatie
De meeste mensen hebben weinig medicatie nodig, maar bij pijn of ongemak kunt u paracetamol gebruiken. U mag tot vier keer per dag twee tabletten van 500 mg innemen. Dit kunt u zo mogelijk na een paar dagen weer afbouwen. Soms krijgt u van de
anesthesist extra pijnstillers. Gebruik deze medicatie alleen als het nodig is.
Contact
Als er thuis klachten optreden, kunt u bellen met het Borstkankercentrum van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur via (015) 260 39 35.
Bij spoed, ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend, belt u naar de Spoedeisende Hulp van het Reinier de Graaf ziekenhuis via (015) 260 38 45.