U ontvangt deze informatie, omdat uw kind is of wordt opgenomen op de kinderafdeling. Tijdens het verblijf in ons ziekenhuis kan het voorkomen dat uw kind als gevolg van de aandoening, ingreep of onderzoek pijn ervaart. Iedereen weet dat dit een onaangenaam gevoel is. In deze informatie leest u alles over de oorzaak van pijn, het meten van pijn, het behandelen en voorkomen van pijn en de omgang met pijn. Wat is pijn?
Pijn is een waarschuwing van het lichaam dat er iets niet goed gaat. Iedereen weet dat het een onaangenaam gevoel is. Het kan een flinke weerslag hebben op uw kind. Zo kan pijn ervoor zorgen dat uw kind minder goed slaapt, minder eetlust heeft of geen zin heeft om te spelen.
Wat veroorzaakt pijn?
Iedereen heeft weleens pijn. Vaak is er een duidelijke oorzaak, zoals (schaaf)wonden of botbreuken. Ook na een operatie kunt u pijn hebben, omdat de wond nog moet genezen. Pijn kan ook bestaan zonder dat bij medisch onderzoek een duidelijke oorzaak ervan wordt gevonden. Door stress en spanning kan bijvoorbeeld hoofd- of buikpijn ontstaan. Angst voor pijn kan de pijnbeleving versterken.
De reacties van het lichaam
Bij pijn, stress en angst kan een verhoging van ademhaling, hartslag en bloeddruk optreden. Onze verpleegkundige kan deze reacties meten. Het is een hulpmiddel, maar niet elk kind dat deze reacties vertoont, heeft ook daadwerkelijk pijn.
Wat een kind doet bij pijn (nul tot vier jaar)
Kinderen jonger dan vier jaar kunnen moeilijk zelf aangeven hoe erg hun pijn is. Daarom gaan we tot deze leeftijd af op hun gedrag en hun lichaamstaal. Een baby met pijn slaapt bijvoorbeeld vaak onrustig en oppervlakkig of ligt in een krampachtige houding. De huidskleur blijft niet mooi roze, maar is vaak bleek. Vaak zijn baby’s bij aanraking erg geprikkeld en kreunen ze. Te vroeg geboren baby’s uiten hun pijn soms door stil te liggen. Peuters en kleuters laten vaak zien dat ze pijn hebben door te huilen, een pijnlijk gezichtje te trekken of te wrijven of te duwen op de plek waar het pijn doet. Pijn kan ook de stemming van het kind beïnvloeden. Zo kan het kind humeuriger of stiller dan gewoonlijk zijn of juist verdrietig en prikkelbaar.
Wat een kind zegt bij pijn (vier jaar en ouder)
De beste manier om pijn te meten, is uw kind zelf te vragen hoeveel pijn het heeft. Dit is meestal betrouwbaar vanaf vier jaar. Voor kinderen is het uitdrukken van pijn niet zo eenvoudig als voor volwassenen. Soms komt dit omdat ze nog niet goed kunnen praten en soms is het te moeilijk om pijn te beschrijven. Daarom maken wij in ons ziekenhuis gebruik van kindvriendelijke pijnmeetinstrumenten, waarmee uw kind volgens zijn of haar begripsniveau kan aanduiden hoeveel pijn het heeft.
Zo meten wij pijn bij kinderen
Om de pijn te meten, staan onze verpleegkundigen verschillende pijnmeetinstrumenten ter beschikking.
De FLACC-observatieschaal
Voor kinderen tot en met vier jaar gebruiken we de FLACC-observatieschaal. FLACC staat voor Faces (gezichten), Legs (benen), Activity (activiteit), Cry (huilen) en Consolability (troostbaarheid). Door middel van een lijst geven wij punten en het totaal aantal punten geeft een indicatie van de hoeveelheid pijn die uw kind heeft.
Gezichtjesschaal
Voor kinderen van vier tot en met zes jaar gebruiken we de Gezichtjesschaal. Hierbij laten we de kinderen zes gezichtjes zien van verschillende kleuren. De eerste in de rij heeft een lachend gezichtje en komt overeen met geen pijn. De laatste heeft een zeer verdrietig gezichtje en komt overeen met heel erge pijn. Aan kinderen vragen wij het gezichtje aan te wijzen dat het best past bij hoe ze zich op dat moment voelen. Op de achterkant kan de verpleegkundige een getal tussen 0 en 10 aflezen dat een indicatie geeft van de hoeveelheid pijn die uw kind voelt.
De Numeric Rating Scale
Voor oudere kinderen (vanaf zeven jaar) gebruiken we de Numeric Rating Scale (NRS). Deze bestaat uit een meetlatje met de getallen 0 tot 10. Hierbij betekent 0 geen pijn en 10 de ergste pijn.
Omgaan met pijn en angst
Het is belangrijk dat uw kind zo goed mogelijk is voorbereid op wat er komen gaat. Zo kan overmatige angst voor een onderzoek of ingreep zo veel mogelijk worden voorkomen. Als uw kind is opgenomen, kan een pedagogisch medewerker of verpleegkundige u en uw kind hierbij helpen. Daarnaast is de aanwezigheid van (één van de) ouder(s) van groot belang. Kinderen voelen zich vaak veiliger als hun ouders erbij zijn en kunnen ook het best door hun ouders worden getroost. Ook de aanwezigheid van een favoriete knuffel of pop kan troost bieden. Het afleiden en helpen ontspannen zorgt ervoor dat uw kind zich minder bewust wordt van pijn en angst. Bellen blazen, voorlezen, een computerspelletje spelen of een filmpje kijken, kunnen goed helpen als afleiding.
Pijn voorkomen en behandelen
Onder pijnbestrijding valt ook het voorkomen van pijn. Dat doen wij door medicijnen te geven voordat uw kind pijn krijgt en door deze pijnmedicatie op vaste tijden te herhalen. Bij een
infuus inbrengen of bloed afnemen gebruiken we een pleister met verdovende crème, waardoor het plaatsen van het
infuus minder (of zelfs niet) gevoeld wordt.
Paracetamol: veilig en doelmatig
Paracetamol gebruiken wij het meest als pijnstiller. Dit is veilig en doelmatig bij pijn. Paracetamol kan in siroopvorm, als tablet, zetpil en in uitzonderlijke gevallen als
infuus gegeven worden. Bij onvoldoende resultaat kunnen wij andere pijnstillers toevoegen. Bij pasgeborenen die opgenomen zijn, gaat het in de meeste gevallen om kortdurende pijn als gevolg van een pijnlijke ingreep. Sucrose in de wangzak geven, vlak voor een pijnlijke handeling, geeft vermindering van pijn en stress.
Bij kortdurende ingrepen (bijvoorbeeld trommelvliesbuisjes) geven we voor de operatie op de afdeling al paracetamol. Tijdens de ingreep dient de
anesthesioloog pijnmedicatie toe. Afhankelijk van de operatie besluit deze arts welke pijnstillers nodig zijn. Na de ingreep zal de verpleegkundige met behulp van pijnmeting het effect van de pijnbehandeling beoordelen en zo nodig aanpassen. Mocht u merken dat uw kind pijn heeft, maakt u dit kenbaar aan de verpleegkundige.
Als uw kind bij ontslag nog pijnklachten heeft, bijvoorbeeld na een ingreep of operatie, is het raadzaam om de afgesproken pijnmedicatie (meestal is dit paracetamol) nog tot 48 uur na de ingreep en op vaste tijden toe te dienen.
De kinderpsycholoog
Het kan gebeuren dat uw kind na een pijnlijke ingreep een nare (pijn)herinnering heeft. Mocht uw kind na een tijdje nog veranderingen in zijn of haar gedrag laten zien (bijvoorbeeld overmatige angst of opstandigheid) of heeft u de indruk dat het voor uw kind een erg ingrijpende gebeurtenis is geweest, bespreek dit dan met uw arts. Wellicht kan een van onze kinderpsychologen u en uw kind ondersteunen. Verdere pijnmedicatie thuis hangt af van het type ingreep. U krijgt advies over en zo nodig een recept van ons mee bij ontslag.
Heeft u vragen?
Heeft u vragen of opmerkingen na het lezen van deze patiënteninformatie? Dan kunt u terecht bij de verpleegkundigen van de Kinder- en Jeugdafdeling. Ons team streeft ernaar het verblijf van uw kind zo aangenaam mogelijk te maken.