U ontvangt deze informatie, omdat u een chirurgische ingreep van de borst heeft ondergaan. Hierdoor kan een beperking van de schouderfunctie ontstaan. Om uw herstel te bevorderen krijgt u van de fysiotherapeut schouderoefeningen mee en geeft hij u adviezen. In deze informatie leest u meer over deze oefeningen en adviezen. Oefeningen en adviezen
U krijgt de oefeningen en adviezen tijdens de opname, meestal na de operatie. Het doel hiervan is dat u in drie tot zes maanden weer dezelfde schouderfunctie krijgt als voor de operatie.
U oefent drie keer per dag en herhaalt elke oefening zes keer (in een specifieke situatie kan uw fysiotherapeut u anders adviseren). Het oefenen kan een trekkend of rekkend gevoel geven, maar mag geen pijn doen. U mag gedurende de eerste zes weken de arm niet hoger dan 90 graden heffen en niet belasten.
De adviezen en oefeningen zijn verdeeld in vier fases.
Fase 1: eerste week na de operatie
- Houd voldoende rust met de arm van de geopereerde zijde, dit bevordert de genezing van de wond.
- Rugligging op bed: leg de arm twee tot drie keer per dag gedurende 45 minuten op een kussen. In deze houding kunt u oefenen met de hand (vingers strekken en knijpen) en de elleboog (buigen en strekken). Dit helpt om zwelling als gevolg van de operatie tegen te gaan.
- Schakel uw arm in bij lichte dagelijkse activiteiten, zoals wassen, aankleden en eten. Deze activiteiten mogen geen pijn doen.
- Hef uw arm niet hoger dan 90 graden ten opzichte van uw romp.
| Oefening 1Uitgangshouding: zittend/staand - laat uw armen gestrekt langs uw lichaam hangen. Uitvoering: schouders optrekken en weer loslaten; rondjes draaien met de schouders.
|
| Oefening 2Uitgangshouding: zittend/rugligging - laat uw armen gestrekt langs uw lichaam hangen. Buig nu de ellebogen zodanig dat de onderarmen recht naar voren wijzen. Uitvoering: beweeg de onderarmen naar buiten, waarbij u de ellebogen in de zij houdt.
|
| Oefening 3Uitgangshouding: zittend/staand - laat uw armen gestrekt langs uw lichaam hangen. Uitvoering: leg de hand van de geopereerde zijde bovenop de schouder van de niet-geopereerde kant. Kruip vervolgens met de hand over de schouder heen naar het schouderblad.
|
| Oefening 4Uitgangshouding: zittend/staand - laat uw armen gestrekt langs uw lichaam hangen. Uitvoering: beweeg nu de hand van de geopereerde zijde achter uw rug langs voorzichtig omhoog. Beweeg de eerste zes weken de hand niet hoger dan de bil.
|
Fase 2: tweede en derde week na de operatie
- Breid de lichte activiteiten uit.
- Vermijd belastende en/of langdurige bewegingen, zoals stofzuigen, strijken, typen, tillen.
- Bewegen mag geen pijn doen, ook na het bewegen mag er geen pijn optreden. Is dit wel het geval, dan moet u het de volgende dag rustiger aan doen.
- U mag de arm nog niet hoger heffen dan 90 graden ten opzichte van uw romp.
- Blijf oefening 1 tot en met 4 doen en voeg de oefeningen 5 en 6 daaraan toe.
- Let op uw houding. Zit en sta rechtop. Let op of de schouders even hoog zijn. Controleer dit in een spiegel.
Oefening 5
Uitgangshouding: rugligging met opgetrokken knieën; kussentje onder het hoofd.
Uitvoering: vouw uw handen in elkaar en beweeg vervolgens met gestrekte ellebogen de armen omhoog.
Gedurende de eerste zes weken na de operatie mag u
niet verder bewegen dan een hoek van
90 graden tussen bovenarm en romp.
Oefening 6
Uitgangshouding: rugligging met opgetrokken knieën; kussentje onder het hoofd.
Uitvoering: vouw uw handen in elkaar en leg ze zo laag mogelijk in de nek. Beweeg nu de ellebogen uit elkaar.
Fase 3: vierde, vijfde en zesde week na de operatie
- Probeer uw huishoudelijke taken vanaf nu weer op te bouwen.
- Blijf dagelijks uw oefeningen doen en uw houding controleren.
- Blijf alle oefeningen doen en controleer uw houding.
Fase 4: vanaf de zevende week na de operatie
- Vanaf nu pakt u, afhankelijk van uw herstel en conditie, al uw gewone activiteiten weer op.
- Continueer de oefeningen, voeg oefening 7 toe.
- Voer geleidelijk de bewegingsuitslag en belasting op naar het niveau van voor de operatie.
- Bij oefening 6 mogen de handen onder het hoofd geplaatst worden in plaats van in de nek.
| Oefening 7Uitgangshouding: staand voor een muur, met de voeten tegen de plint. Uitvoering: ‘loop’ met de hand van de geopereerde zijde over de muur naar boven. Opmerking: laat iemand een plakbandje op de muur plakken om de datum en hoogte van de vingertoppen aan te geven. Zo kunt u verbeteringen van uw mobiliteit meten.
|
Contact
Als u vragen heeft dan kunt u de afdeling fysiotherapie tussen 08.30 en 12.30 uur bellen op 015 - 260 33 42. Meer informatie vindt u op onze website
www.reinierdegraaf.nl.