Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

KNO: Keel-, Neus- en Oorheelkunde
Kindergeneeskunde

Neusamandel verwijderen bij kinderen

Neusamandel verwijderen bij kinderen

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat uw keel-, neus- en oorarts in overleg met u heeft besloten de neusamandel van uw kind te verwijderen. Mogelijk prikt de KNO-arts gelijktijdig de trommelvliezen door of plaatst twee trommelvliesbuisjes. Dit heeft uw arts dan voor de opname met u besproken. Meer informatie over het plaatsen van trommelvliesbuisje vindt u op onze website in de patiëntenfolder Trommelvliesbuisjes plaatsen.

Wat zijn amandelen?

De neusamandel bevindt zich aan de achterkant van de neusholte (zie afbeelding). De neusamandel is een lymfeklier. Lymfeklieren zitten op verschillende plekken in het lichaam. Ze beschermen tegen infecties.
Neusamandelen kinderen

Op een paar plaatsen zijn de lymfeklieren verdikt:

Waarom we amandelen verwijderen

Soms krijgen we zo veel ziekteverwekkers binnen, dat de neusamandel zelf ontsteekt. Deze wordt dan dik en opgezet. De buis van Eustachius (verbinding tussen de middenoorholte en de keel-neusholte) raakt daardoor geblokkeerd. Het gevolg kan zijn dat uw kind minder hoort.
Doordat de neusamandel verdikt is, ademt uw kind door de mond en kan daardoor gaan snurken. Andere klachten zijn koorts en verkoudheid. Is de neusamandel chronisch ontstoken, dan ontstaat vaak een zwelling van de klieren, links en rechts achterin de nek. Als behandeling met medicijnen niet meer helpt is het in deze gevallen beter de amandel te verwijderen.

Complicaties

Bij iedere operatie is er sprake van enig risico. Bij een operatie aan de neusamandel bestaat het risico op nabloeding. Uw kind kan door de neus gaan praten. Soms is de stem hoger geworden. Meestal is deze verandering tijdelijk; soms kan logopedie nodig zijn.

Voor de operatie

De operatie duurt niet lang. Wij nemen uw kind een paar uur op in ons ziekenhuis. Het opnamebureau bespreekt met u wanneer de opname is. Als voorbereiding op de operatie moeten er nog een paar dingen gebeuren.

Preoperatief spreekuur

U krijgt een telefonische afspraak met de anesthesist die uitleg geeft over de verdoving en de pijnbestrijding. Uw kind krijgt algehele narcose en merkt dus niets van de operatie. De anesthesist dient de narcose toe met een kapje over de neus en mond.

De opnamedatum

Het opnamebureau belt u na een POS-afspraak om de opnamedatum in te plannen. Als deze datum niet uitkomt, geef dit dan zo snel mogelijk door aan de afdeling opname en de polikliniek KNO. De telefoonnummers vindt u aan het eind van deze folder.

Op de opnamedag mag er één ouder mee naar de opnameafdeling.

Geen aspirine

Tien dagen voor en tien dagen na de operatie mag uw kind geen aspirine gebruiken, zoals Aspro, APC of Saridon. In aspirine zit een stof die bloed verdunnend werkt en dat zou eerder tot een bloeding kunnen leiden.

Nuchter zijn op de operatiedag

Voor de operatie moet uw kind nuchter zijn. De anesthesioloog heeft hierover verteld in de POS-afspraak. Meer informatie over nuchterheid vindt u in de patientenfolder Nuchterbeleid kinderen: tot 16 jaar op onze website.

Informatie en voorbereidingen voor de operatie

Algemene informatie over de operatie vindt u in onze patiënteninformatie Operatie, die u ontvangt op het Preoperatief Spreekuur (POS). U kunt er ook om vragen bij de anesthesioloog. Deze informatie vindt u ook op onze website onder patiëntenfolders.

Naar de operatiekamer

Eén ouder mag mee naar de patiëntenkamer. Samen gaat u naar de operatiekamer. Zowel u als uw kind mogen geen sieraden dragen op de operatieafdeling.

Let op: Vanwege mogelijke blootstelling aan narcosegassen kunnen zwangeren niet mee naar de operatieafdeling.

In de operatiekamer draagt u steriele kleding, namelijk een schort, muts en overschoenen.
Uw KNO-arts, de anesthesioloog en een aantal verpleegkundigen zijn ook aanwezig in de operatiekamer. Uw kind krijgt een kapje over de neus en de mond. Door daarin te ademen valt het na ongeveer twee minuten in slaap. Er wordt een infuus geplaatst nadat uw kind in slaap is gevallen. Tijdens het in slaap vallen kan uw kind onverwachte bewegingen (zoals het wegdraaien van de ogen) maken en een snurkende ademhaling krijgen. Ook kunnen de ogen open blijven staan, terwijl uw kind al niets meer merkt. Dit is normaal, u hoeft zich hierover geen zorgen te maken. Als uw kind onder narcose is, vragen wij u de operatiekamer te verlaten en begint de ingreep.

Na de ingreep

Kort na de operatie kunt u uw kind weer zien. Misschien is uw kind nog wat suf of slaperig van de verdoving of verdrietig en/of angstig. Dat kan ook komen door pijn. Laat uw kind veel drinken en waterijs eten. Dit is goed voor het herstel van de wond.
Als het goed gaat met uw kind, kunt u samen naar huis. Bij koorts of andere complicaties moet uw kind misschien een dag op de kinderafdeling blijven. Gelukkig is dit zelden nodig.

Vervoer naar huis

Wij raden aan dat uw kind met twee begeleiders naar huis gaat. Eén van u kan dan op weg naar huis extra aandacht geven aan het kind, terwijl de ander rijdt. Houdt u er rekening mee dat op de patiëntenkamers om veiligheidsredenen maar 1 ouder mee mag.

Weer thuis

Eten en drinken

Het is belangrijk dat uw kind veel drinkt na de operatie. U kunt uw kind ook waterijs geven.

Pijn en verhoging

De meeste kinderen hebben na de ingreep niet veel pijn. Mocht uw kind na ontslag nog pijnklachten hebben, is het raadzaam om eigen pijnstilling te geven. U kunt paracetamol tot 48 uur na de ingreep en op vaste tijden geven. Meestal werkt paracetamol (zetpil) voldoende. Heeft uw kind verhoging, dan helpt het om veel te drinken. Let op: Als uw kind koorts blijft houden, moet u contact opnemen met onze polikliniek of ons ziekenhuis (buiten kantooruren).

Overgeven

Thuis kan uw kind in de loop van de dag wat bloed overgeven. Dit is in de regel donker van kleur. Het wijst erop dat uw kind bloed heeft ingeslikt. Dit is niet ernstig; over het algemeen zal uw kind zich na het overgeven beter voelen. Let op: u mag uw kind geen anti-braakmiddelen geven.

Bloed uit de neus of mond

Probeer uw kind een paar dagen niet te laten snuiten. Er kan soms wat bloederig snot uit de neus komen. Dit is niet verontrustend. U kunt dit gewoon wegvegen. Let op: blijft er lichtrood (= vers) bloed uit de mond of de neus vloeien, waarschuw dan direct de KNO-arts. Als uw kind erg bleek en slap is of wordt, moet u ook de KNO-arts bellen. De telefoonnummers vindt u aan het eind van deze informatie.

Naar school

Na de operatie is het verstandig uw kind twee dagen binnen te houden. Daarna mag uw kind weer naar school of opvang.

Controle op de polikliniek

Binnen 6 weken zal de doktersassistente van de poli telefonisch contact met u opnemen.

Verwerking

Hoe een kind de operatie ervaart, verschilt per kind. Het kan voorkomen dat uw kind na de operatie snel geïrriteerd raakt of ’s nachts onrustig slaapt, weer gaat bedplassen of meer aandacht vraagt. U kunt uw kind het beste helpen door hiervoor begrip te tonen. In het algemeen adviseren wij eventuele vragen van uw kind eerlijk te beantwoorden en er eventueel spelenderwijs op in te gaan.

WGBO (Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst)

De WGBO schrijft voor dat een arts voor een behandeling of een onderzoek de toestemming van de ouders nodig heeft. Daaruit vloeit voort dat ouders recht hebben op alle informatie die nodig is om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen.
Kinderen hebben eveneens recht op informatie, ongeacht hun leeftijd. Naar gelang een kind ouder wordt en/of meer heeft meegemaakt, doen ouders en hulpverleners er goed aan ook naar de mening van het kind zelf te luisteren. Voor kinderen van twaalf tot zestien jaar heeft een arts voor een behandeling of onderzoek toestemming nodig van het kind zelf en van de ouders. Meer informatie leest u in onze patiënteninformatie WGBO, wat is dat? Jouw rechten in ons ziekenhuis.

Contact

Als u naar aanleiding van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze bespreken met uw kno-arts. Meer informatie over ons ziekenhuis vindt u op de website www.reinierdegraaf.nl.

Tijdens kantooruren kunt u bellen met Reinier de Graaf Delft 015 - 260 42 42. Buiten kantooruren kunt u bellen met de Spoedeisende Hulp via ons algemene telefoonnummer 015 - 260 30 60


Foldernummer: 0411
Laatst bijgewerkt op: 28-11-2023




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien