Uw kind gaat naar huis met sondevoeding
Na een periode van opname in het ziekenhuis heeft u, in samenspraak met de verpleegkundige en de arts, besloten om uw kind thuis sondevoeding te geven via een
neus-maagsonde. Allereerst moet het voor u mogelijk zijn om sondevoeding te geven en daarvoor hebben u en een tweede persoon geleerd om volgens een stappenplan veilig sondevoeding te kunnen geven. In deze brochure vindt u alles wat u moet weten voor het veilig geven van sondevoeding thuis.
Het uitvoeren van een handeling met risico’s
Nadat u heeft geleerd om sondevoeding te geven bij uw kind, de sondepleister kunt vervangen en de Ph te meten kunt u uw kind mee naar huis nemen. Het inbrengen of dieper schuiven van de sonde zal ten alle tijden door een kinderverpleegkundige gebeuren, omdat dit een risicovolle handeling betreft.
Zoals u heeft geleerd op de afdeling zijn er een aantal zaken waar u extra op moet letten wanneer u thuis sondevoeding geeft.
- Controleer ten alle tijden of de sonde nog goed zit voordat u sondevoeding gaat geven.
- Laat uw kind nooit alleen tijdens het inlopen van de voeding.
- Alleen diegene die de handeling hebben aangeleerd gekregen in het ziekenhuis, en dit hebben afgetekend, zijn bevoegd om sondevoeding te geven. Geef het bijvoorbeeld niet uit handen aan een derde.
Algemene hygiëne
Goede hygiëne is zeer belangrijk, voeding trekt namelijk bacteriën aan waardoor het snel bederft. Hierdoor kan uw kind misselijk worden of last van diarree krijgen. Het is daarom van belang dat u zich aan onderstaande voorschriften houdt. Deze voorschriften kunnen iets afwijken van de voorschriften die in het ziekenhuis gelden. (Deze verschillen hebben te maken dat u in uw eigen omgeving te maken heeft met alleen uw eigen ‘bacteriën’ en in het ziekenhuis met veel meer.)
Hygiëne richtlijnen:
- Was uw handen met water en zeep voordat u gaat werken met de sonde/sondevoeding. Droog uw handen met een schone, droge handdoek.
- Werk op een schoon aanrecht of schone tafel.
- Spoel de sonde na iedere sondevoeding na met behulp van een spuit met 2 ml water op kamertemperatuur. Dit mag gewoon kraanwater zijn.
- Gebruik voor het geven van de voeding een grote spuit en voor het doorspoelen van de maagsonde kleinere spuit.
- Thuis kunt u de spuiten 72 uur gebruiken. Indien u de spuit na ieder gebruik schoon hebt gespoeld, met eerst koud water en daarna warm, bewaart u de spuit en de stamper los van elkaar in een afgesloten bakje en zet deze in de koelkast. Zo voorkomt u dat er bacteriën groeien aan de melkresten.
- Bewaar alle dichte verpakkingen voeding en materialen:
- Buiten direct zonlicht
- Op een koele en droge plek
Opnieuw vastplakken van de sonde
De
neus-maagsonde zit door middel van twee leukoplast pleisters bevestigd op de wang. Voor iedere toediening van voeding is het belangrijk om na te gaan of de pleisters nog goed vast zitten. Als de pleister niet meer zo goed vast zit, is het aan te raden om de pleister te vervangen. Het kan voorkomen dat uw kind zelf de sonde er makkelijk uit kan trekken. Ook is het belangrijk om vervuilde pleisters tijdig te vervangen, omdat ze hierdoor minder goed plakken. Door zweten of huidvet neemt de kleefkracht van een pleister af.
In de thuissituatie wordt zelf van u verwacht dat u de pleister vervangt. Probeer dit zoveel mogelijk met zijn tweeën te doen, zodat één iemand de armpjes van uw kind kan fixeren. Is dit niet mogelijk kijk dan of u de armpjes kunt fixeren d.m.v. inbakeren. Als u de pleisters gaat vervangen is het van belang hierbij goed op te letten dat de sonde niet verschuift en de gemarkeerde stip ter hoogte van de oorlel zit. Controleer ook na het baden of douchen of de sonde nog goed vastgeplakt zit.
Sondepleister in rechter neusgat - Sondepleister in linker neusgatLet bij het opnieuw vastplakken van de sonde op de volgende punten:
- In de overdracht staat hoe diep de sonde ingebracht moet zijn, kijk dit na en kijk naar de markering op de sonde
- Knip de pleisters op maat
- Was uw handen
- Verwijder voorzichtig met de pleister-verwijderaar-doekjes 1 pleister, zo fixeert de andere pleister de sonde nog op de goede positie (Het kan ook zijn dat maar 1 pleister vervangen hoeft te worden omdat de andere nog goed zit, (maar zorg dat u nooit beide pleisters tegelijkertijd los maakt)
- Houdt, ondanks die ene fixatie pleister, de markering op de sonde voor de diepte goed in de gaten
- Plak de sonde weer vast. Let erop dat de sonde de neusvleugel niet aanraakt en dat de neusvleugel niet vervormd doordat de pleister te strak zit. Dit voorkom je door de pleister richting het kaakpunt plakt i.p.v. richting het oor.
- Controleer door een pH-meting of de sonde goed zit
Adviezen voor het bewaren van moedermelk advies over hoe lang moedermelk bewaard mag worden verandert regelmatig. Daarom verwijzen wij u naar onderstaande website voor de meest actuele informatie.
https://www.borstvoeding.nl/afkolven-en-bewaren/bewaren-van-moedermelk De moedermelk bewaar je in de koelkast op onderste plek achterin (koudste plekje).
Verzorging van de neus
Probeer de sonde zo te plakken dat de sonde niet tegen de neusvleugel aandrukt (dit kan een drukplek veroorzaken). Wanneer je de sonde vanaf de neus richting het kaakpunt plakt kan dit voorkomen worden.
Mocht er toch een irritatieplek zijn ontstaan; houdt dit dan vettig met bijvoorbeeld vaseline. Maak de neus regelmatig schoon met een nat gaasje of druppel de neus met zoutoplossing. Deze zoutoplossing kunt u kopen bij iedere drogisterij. Een sonde geeft meer kans op een verstopte neus door irritatie van het neusslijmvlies.
Controle ligging neus-maagsonde middels pH meting
Indien u twijfelt of de sonde nog op de juiste plaats in de maag van uw kind zit, kunt een extra controle uitvoeren middels pH-meting. Het kan zijn dat de sonde verschoven is of niet meer met het uiteinde in de maag zit door de groei van uw kind (stip zit niet meer bij de oorlel of is niet meer te zien door vervaging).
Het kan ook zijn dat u ondanks juiste visuele controles twijfel heeft over de positionering van de
neus-maagsonde. Dit kan omdat uw kind veel hoest of meer voeding teruggeeft dan u gewend bent van uw kind. Iedere zuigeling geeft weleens voeding terug, met een sonde is de kans hierop nog wat groter.
Merkt u een toename hierin of wordt het terug geven van voeding meer braken, dan kan het zijn dat de
neus-maagsonde niet meer op de juiste positie zit.
In bovengenoemde gevallen kunt u gebruik maken van een pH-meting om de locatie van de sonde te controleren. In de maag bevindt zich maagsap wat een zuur aspect heeft. Door middel van een pH-meting kunt u het vocht wat u optrekt uit de sonde testen op zijn pH, hoe lager de pH- waarde hoe zuurder het is.
pH meting:
- Spuit met een schone 10 ml spuit de sonde door met 2 ml lucht. Dit doe je om eventueel aanwezig vocht wat nog in de sonde zit te verwijderen en hierdoor maak je de sonde los van de maagwand als deze daar toevallig tegen aan ligt. Maak de spuit weer los van de sonde.
- Zorg dat de stamper van de spuit helemaal in de spuit zit en bevestig deze spuit aan de sonde.
- Door nu de stamper langzaam omhoog te trekken kun je wat maagsap optrekken in de spuit. (max 0,5ml)
- Leg een pH-strip neer en spuit voorzichtig de druppels maagsap op de gekleurde vakjes.
- Dan draait u de strip zodat de gekleurde vakjes boven zijn en vergelijk ze op die manier met de gekleurde vakjes op het doosje om de pH waarde af te lezen.
Indien u voeding optrekt met de spuit hoeft u geen pH te meten, u weet dan al dat u in de maag zit. Beoordeel de uitslag van de pH-meting:
- pH ≤ 5.5: de sonde ligt in de maag.
- pH > 5.5: overleg met uw kinderverpleegkundige van de thuiszorgorganisatie.
Toediening van medicijnen
Geeft u uw kind medicijnen via de sonde, spoel na het geven van het medicijn de sonde door met 1,5 ml kraanwater op kamertemperatuur.
Verstopte sonde
Probeer bij een verstopping van de sonde met lauwwarm water door te spoelen, soms helpt het om een wat grotere hoeveelheid te nemen zoals 5 ml. Lukt dit niet, neem dan
contact op met uw kinderverpleegkundige.
Wat moet u absoluut niet doen bij een verstopte sonde?
- Gebruik geen koolzuurhoudende dranken omdat het zuur in deze dranken zorgt voor samenklonteren van de sondevoeding en hierdoor kan er juist een verstopping ontstaan.
- Gebruik geen kleinere maat spuit dan 10 ml.
Vervangen van de neus-maagsonde
De
neus-maagsonde mag in de thuissituatie 6 weken blijven zitten, dit verschilt met het ziekenhuis. Dit heeft te maken met de setting van een ziekenhuis en uw eigen setting thuis. De thuiszorgorganisatie inventariseert bij de intake wanneer de wissel van de sonde zal gaan plaatsvinden.
De kinderverpleegkundige komt bij u thuis om de sonde te vervangen, hij of zij zal de sonde dan in het andere neusgat van uw kind plaatsen.
Nameten van de neus-maagsonde
Op de afdeling wordt de maagsonde 1x per week nagemeten om te controleren of de sonde nog diep genoeg zit. Dit wordt gedaan omdat uw kind in die eerste periode in het ziekenhuis heel hard groeit. In de thuissituatie zal de kinderverpleegkundige van de thuiszorg met u bespreken of extra controle nodig is.
Verwijderen van de neus-maagsonde
Is na overleg met uw kinderverpleegkundige de positionering van de sonde niet meer goed en geeft zij aan dat de sonde eruit moet, dan mag u dit zelf doen. Maar u mag het ook overlaten aan de kinderverpleegkundige. Als u de sonde gaat verwijderen, knijpt u de sonde dicht en trekt hem er dan rustig uit. Dit gaat, indien de pleister goed los is, gemakkelijk.
Wanneer heeft uw kind geen maagsonde meer nodig?
Wanneer uw kind ruim 48 uur zijn voedingen zelf drinkt zal de sonde niet meer nodig zijn. U kunt hiervoor de hoeveelheid voeding bijhouden. De minimale hoeveelheid die uw kind mag laten staan per 24 uur is 1 totale voeding,
mits anders afgesproken met de kinderarts. Dit kan dus 1 hele fles zijn, of iedere keer een klein restje per fles.
Indien u twijfelt kunt u overleggen met de kinderverpleegkundige van de thuiszorgorganisatie.
Wanneer de sonde niet meer nodig is vragen wij u om dit door te geven bij de leverancier van sondevoedingsmaterialen. Contactgegevens van de leverancier zijn bijgevoegd in het koffertje.
Bestellen van materialen
Indien de voorraad van de materialen (spuiten) uit het koffertje op raken
dient u zelf nieuw materiaal te bestellen. In het koffertje zit een beschrijving hoe u dit kunt doen. Levering van materialen kan enkele dagen duren, dus bestel nieuwe materialen voor het in gebruik nemen van de laatste spuit.
Het pleister-verwijderaar- doekje is helaas niet te bestellen en wordt vanuit het ziekenhuis meegegeven. Wij kunnen u helaas maar een beperkte hoeveelheid van deze doekjes meegeven.
Contact gegevens thuiszorg
- Kinderthuiszorg: 088 - 020 07 00
- Florence kinderthuiszorg: 070 - 754 10 00
- Kizo (= van Expertcare): 030 - 600 87 22
- Allerzorg kindzorg: 088 - 752 18 29