Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Longziekten

Longembolie

Longembolie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Wanneer een wond ontstaat, zal in een gezonde situatie het bloed gaan stollen. Dit is een goede bescherming van het lichaam om te voorkomen dat er te veel bloedverlies ontstaat. Soms gaat het bloed echter stollen zonder dat er een wond is. Het stolseltje dat dan in het bloedvat ontstaat, noemen we trombose.

De meest bekende vormen van trombose zijn het trombosebeen en de longembolie. In deze folder leest u meer over het ontstaan van een longembolie, de behandeling ervan en adviezen ter preventie van trombose.


Longembolie

Een longembolie (trombose in de longen) treedt op als een gedeelte van een stolsel losraakt uit een ader van bijvoorbeeld het been (trombosebeen) of de buikholte. Dit stolsel wordt meegevoerd met de bloedstroom en komt via de ader door het hart in de longslagader terecht. Alvorens het bloed weer via het hart haar de slagaders loopt, lopen deze losgeschoten stolsels vast in de kleinere longslagaders. Dan is er sprake van een longembolie. Het longweefsel achter de bloedprop wordt hierdoor van te weinig zuurstof voorzien.

Bij een groot deel van de mensen met een longembolie zijn geen klachten van een trombosebeen te herkennen. Dat kan gebeuren als het stolsel in het been alleen aan de wand zit, zodat de bloedstroom in het been niet (geheel) afgesloten is, terwijl er wel stolseltjes los kunnen raken en in de longen de eerste klachten kunnen geven.

Voor meer informatie over een trombosebeen, verwijzen wij u naar de folder ‘Trombosebeen’.
Door onderstaande QR-code te scannen, kunt u een filmpje bekijken over de oorzaken, gevolgen en behandeling van trombose.

QR code longembolie

Symptomen van een longembolie

Klachten die gepaard kunnen gaan met een longembolie zijn:
Mogelijk andere klachten:
Bovenstaande klachten kunnen ook wijzen op andere aandoeningen. Neem echter bij klachten die kunnen wijzen op een longembolie altijd contact op met een arts.

Een longembolie vaststellen

Wanneer uw arts een longembolie vermoedt, zal er een bloedonderzoek worden verricht. Als de vermoedens worden ondersteund door de bloeduitslag, zal er aanvullend een CT-scan van de longen worden gemaakt. Hierop kan de arts zien of er daadwerkelijk sprake is van longembolieën. Soms zijn de bloeduitslagen namelijk door een andere oorzaak iets afwijkend. Het is dus belangrijk om door middel van een CT-scan van de longen de diagnose te stellen.
Bij het vermoeden van een longembolie wordt ook gekeken of er symptomen zijn van een trombosebeen. Wanneer dit het geval is, wordt vaak gekozen een echo van het been te maken om de diagnose ‘trombose’ te kunnen stellen. Een echo geeft namelijk geen stralingsnadelen en zodoende is een CT-scan vaak niet nodig.

Oorzaken van een longembolie

Een longembolie kan ontstaan door verschillende oorzaken. In de meeste gevallen blijkt dat een longembolie is ontstaan door een trombosebeen. Er is dan een stukje van het stolsel in het been losgeraakt en meegevoerd door de bloedstroom. Aangezien de vaten in de longen zeer klein zijn, loopt het losgeschoten stolsel daar vast, alvorens het bloed via het hart weer naar de slagaders gaat. Dat vastgelopen stolsel noemen we de embolie.

Vaak spelen meerdere oorzaken een rol. In de helft van de gevallen is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat spontaan een stolsel. Er zijn drie hoofdgroepen te onderscheiden, die tegelijkertijd kunnen spelen. Dat zijn een beschadiging aan de bloedvatwand, een vertraagde bloedstroom en een veranderde samenstelling van het bloed. De oorzaken worden hierna verder uitgelegd.

Een beschadiging aan de bloedvatwand

Een longembolie kan ontstaan als een bloedvat is beschadigd. Door deze beschadiging wordt in het lichaam het stollingsproces geactiveerd. Een bloedvat kan beschadigen door een ongeval of bij operaties als er gesneden moet worden. Bepaalde ongevallen of operaties brengen een groter tromboserisico met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan een gebroken been of enkel-, knie- en heupoperaties.

Een vertraagde bloedstroom

Wanneer de bloedstroom is vertraagd, is er een grotere kans op het ontstaan van trombose. De bloedstroom in de aders wordt geholpen door spieractiviteit. Bij langdurige bedrust, na bijvoorbeeld een operatie en verminderde mobiliteit door bijvoorbeeld een gebroken been of tijdens een lange vliegreis, vertraagt de bloedstroom waardoor er ongewenst stolsels kunnen ontstaan.

Een veranderde samenstelling van het bloed

De samenstelling van het bloed luistert nauw. Wanneer deze samenstelling verandert, dan kan dit een verhoogd risico geven op trombose. Wanneer het bloed bijvoorbeeld te ‘dik’ is, dan wordt de stroming belemmerd. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door een teveel aan bloedcellen. Ook zijn er enkele genetische factoren bekend (onder meer de factor V Leiden) die de samenstelling van het bloed veranderen en daardoor het risico op trombose/longembolie verhogen. Soms is er sprake van een onderliggende ziekte die de samenstelling van het bloed verandert. Algemene gezond­heids­vragen en een algemeen bloedonderzoek kunnen hier een beeld van geven.

Anticonceptiepil

Wanneer u een anticonceptiepil gebruikt, verandert de samenstelling van uw bloed. Uw bloed bevat dan namelijk meer vrouwelijke hormonen. Daarmee neemt het risico op trombose/longembolie toe. Jonge, gezonde vrouwen hebben een kleine kans om trombose te ontwikkelen als zij alleen de pil gebruiken en er geen sprake is van andere verhoogde risicofactoren op trombose (zoals minder beweging of een erfelijke aanleg voor trombose). Als u boven de 40 jaar oud bent en de pil slikt, dan neemt het risico verder toe. Helaas is lang niet altijd goed in te schatten in welke gevallen u beter wel of geen pil kunt slikken. De meeste vrouwen die al eens een trombose hebben doorge­maakt, wordt geadviseerd een andere vorm van anticonceptie te gebruiken. Bespreek met uw arts wat voor u de beste optie is. Gedurende het gebruik van antistollingsmiddelen kunt u de pil wél gewoon gebruiken. De antistollingsmiddelen beschermen u tegen een nieuwe trombose, terwijl de pil de hoeveelheid bloedverlies tijdens de menstruatie juist kan remmen. Zodra u stopt met uw antistollingsbehandeling is het raadzaam om met uw behandelend arts te bespreken welke vorm van anticonceptie het meest geschikt is.

Behandeling van een longembolie

De behandeling van een longembolie bestaat uit het toedienen van antistollingsmedicatie. Soms is kortdurend pijnbestrijding en/of zuurstof nodig. Indien een onderliggende oorzaak aanwezig is, zal deze zo mogelijk ook behandeld worden. Wanneer tevens sprake is van een trombosebeen, dan is daarnaast ook behandeling met een steunkous nodig. Deze steunkous wordt aangemeten door een zogenoemde bandagist op de polikliniek Dermatologie. De polikliniek Dermatologie is te bereiken op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer 015 - 260 43 91.

Antistollingsmedicatie

Antistollingsmedicatie zorgt ervoor dat uw bloed minder snel stolt. Hierdoor neemt de kans op trombose af. In het geval van een bestaande trombose zorgen deze middelen ervoor dat er geen nieuwe stolsels vormen en het bestaande stolsel niet groter wordt. Antistollingsmedicatie lost het stolsel dus niet op. Dat doet uw lichaam zelf. Hier gaan echter enkele weken tot enkele maanden overheen.

Er zijn veel verschillende soorten antistollingsmiddelen. Welke soort voorgeschreven wordt, is afhankelijk van onder meer de reden voor antistolling, de nierfunctie en de andere medicatie die gebruikt worden. Voor de behandeling van veneuze trombose zijn er volgende categorieën:
Voor meer informatie over het specifieke antistollingsmiddel verwijzen we u naar de desbetreffende folder.

Trombosepolikliniek

Indien er bij u een longembolie (of trombose) is vastgesteld, zal er binnen enkele weken een afspraak voor u worden gemaakt op de Trombosepolikliniek. Deze polikliniek is ondergebracht op de polikliniek Hematologie/Oncologie. Soms wordt er voor u een afspraak gemaakt op de polikliniek Longgeneeskunde in plaats van de Trombosepolikliniek. Uw arts maakt voor u de afweging waar u het best terecht kunt. Dit kan per patiënt verschillend zijn.
Tijdens uw bezoek aan de Trombosepolikliniek wordt met u besproken hoe het met u gaat, wat de oorzaken zijn van de trombose/longembolie en wordt de behandeling besproken. Ook zal er lichamelijk onderzoek worden verricht. Uiteraard is er ook mogelijkheid uw vragen te stellen. De Trombosepolikliniek is te bereiken op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer 015- 260 40 80.

Polikliniek Dermatologie

Is er bij u sprake van zowel een longembolie als een trombosebeen? Dan zal er voor u een afspraak worden gemaakt op de polikliniek Dermatologie voor het aanmeten van een steunkous. De polikliniek Dermatologie is op werkdagen te bereiken van 8.30 tot 16.30 uur via telefoonnummer 015 - 260 43 91.

Trombosepreventie

Voorkomen is beter dan genezen, wordt veelal gezegd. Dat gaat bij trombose ook zeker op. Wat kunt u doen om de kans op trombose zo klein mogelijk te houden?

Blijf in beweging

Aangezien de bloedstroom geholpen wordt door spieractiviteit is het belangrijk om goed te blijven bewegen. Mensen die gevoelig zijn voor het ontwikkelen van trombose kunnen al met 3 uur stilzitten trombose ontwikkelen. Wen uzelf daarom aan om elke 2 à 2,5 uur te bewegen. Maak dan bijvoorbeeld een wandelingetje. Als dit niet mogelijk is, dan kunt u ook herhaaldelijk uw tenen van u af en naar u toe bewegen. Hou er wel altijd rekening meer dat het van belang is dit wel enkele minuten te doen. De spieren moeten goed pompen om de bloedstroom te versnellen.

Stop met roken

Roken vergroot de kans op beschadigingen aan de vaatwand. Deze beschadigingen kunnen trombose veroorzaken. Stoppen met roken is dus een belangrijk advies.

Houd uw gewicht op peil

Overgewicht is een belangrijke risicofactor bij het ontstaan van trombose. Het helpt dus mee tegen het beperken van het risico op trombose om uw gewicht op peil te houden. Ook gezonde en gevarieerde voeding is een belangrijk advies. Door een gezond voedingspatroon beperkt u de kans op een verhoogd cholesterolgehalte in uw bloed. Een verhoogd cholesterol is namelijk een belangrijke risicofactor voor het ontwikkelen van trombose.

Neem uw antistollingsmedicatie tijdig en trouw in

In het geval van een bestaande trombose is het van groot belang uw antistollingsmedicatie tijdig en trouw in te nemen om uitbreiding van uw trombose te voorkomen. Tevens beschermt het u tegen nieuwe tromboses.

Steunkousen

Bij een diepe trombose wordt aangeraden om steunkousen te dragen. Het is aangetoond dat deze kousen het risico van een terugkerende trombose sterk verlagen.

Drink voldoende water

Drink tenminste 1,5 tot 2 liter water per dag, vooral als het warm weer is.


Foldernummer: 0036
Laatst bijgewerkt op: 28-11-2023




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien