Goede en voldoende voeding en beweging spelen een belangrijke rol bij het herstel en het op krachten brengen en houden van uw lichaam tijdens en na opname. Er is gebleken dat een ziekenhuisopname voor senioren een negatieve invloed op beweging en zelfstandigheid kan hebben. Daarbij brengt het normale verouderingsproces ook veranderingen met zich mee waardoor u voor nog meer uitdagingen komt te staan. Met het ouder worden verandert namelijk uw voedingsbehoefte, kunnen slikstoornissen ontstaan en u zult mogelijk minder gaan bewegen. In deze folder leest u hier meer over en krijgt u adviezen om krachtig te blijven tijdens en na de opname.
Voeding
Tijdens ziekte, na een operatie en bij wonden heeft uw lichaam meer eiwitten en energie nodig dan in een gezonde situatie. Helaas raakt het eetpatroon vaak verstoord tijdens opname, bijvoorbeeld door verminderde eetlust, veranderde reuk en smaak, misselijkheid, diarree, medicatie, pijnklachten, vermoeidheid, enzovoort. Dit betekent dat u minder eet dan wat u nodig heeft. Minder eten dan nodig, bij vaak minder beweging tijdens opname, zorgt voor spierweefselverlies. Spierweefselverlies is een ongunstige situatie voor uw lichaam omdat u minder snel herstelt, u langer ligt opgenomen en uw dagelijkse bezigheden moeilijker worden. Deze negatieve spiraal kan worden doorbroken door (mogelijk kleine) aanpassingen.
Eiwitten en energie
Om in een goede voedingstoestand te blijven en spierweefselverlies tegen te gaan, heeft u voldoende eiwitten en energie (calorieën) nodig. Eiwit is bij ziekte de belangrijkste voedingsstof voor herstel. Het is nodig voor het in stand houden van onze spieren, organen en voor het genezen van wonden. Veel eiwit zit in voornamelijk dierlijke producten zoals vlees, vis, kip, ei, kaas, melkproducten. Maar ook in plantaardige producten als peulvruchten en noten. Calorieën zijn naast eiwitten ook hard nodig. Zij leveren energie en zijn de brandstofleverancier van ons lichaam. De hoeveelheid benodigde energie is verhoogd bij ziekte. Calorieën zitten in alle voedingsmiddelen maar vol, vette en zoete producten bevatten hier meer van.
Vitamine D
Boven het 70ste levensjaar heeft het lichaam extra vitamine D nodig. Dit is ongeacht of u veel buiten komt of goed eet. Dit is vooral belangrijk voor het behoud van sterke botten. U hebt dagelijks een supplement van 20 microgram nodig. Deze kunt u bij de drogist kopen.
Wat als het niet lukt om voldoende te eten?
Het kan voorkomen dat het u niet lukt om voldoende te eten tijdens of na opname. Dit kan verschillende oorzaken hebben zoals pijn, medicatie, misselijkheid, spanningen of slikstoornissen. Het is goed om wekelijks uw gewicht te meten. Tijdens opname kijkt de arts of verpleegkundige hiernaar. Thuis kunt u via uw huisarts een afspraak inplannen bij een diëtist in de buurt wanneer uw gewicht daalt. Bent u slecht ter been, dan kan de diëtist eventueel ook bij u op huisbezoek komen.
Hieronder volgen praktische tips om de eetlust te bevorderen tijdens en na opname:
- Eet vaker op de dag, om de 2 à 3 uur.
- Maak gebruik van eiwitrijke tussendoortjes, zoals kwark, yoghurt of een stukje kaas.
- Gebruik niet te veel producten die snel een vol gevoel geven maar weinig voedingswaarde hebben, zoals rauwkost, bouillon, water, frisdrank, kauwgom.
- Eet langzaam en kauw goed.
- Fris-zure producten stimuleren vaak de eetlust, zoals een glaasje vruchtensap, tomatensap of enkele partjes fruit. Ook een klein kopje bouillon kan de eetlust opwekken. Het advies is om deze producten een half uur voor de warme maaltijd te gebruiken.
- Probeer van het eten een gezellig moment te maken door bijvoorbeeld de tafel aantrekkelijk te dekken en het eten smakelijk op te dienen.
- Schep niet te veel op, dat remt ook de eetlust. U kunt beter twee keer een kleine portie opscheppen.
Veilig blijven slikken
Slikproblemen kunnen ontstaan bij het ouder worden. Dit kan komen door verlies van spiermassa en –functie, een slecht gebit, verminderde gevoeligheid in mond- en/of keelgebied en afname van reuk- en smaakfuncties. Verslikking kan leiden tot ademhalingsproblemen en/of eventueel een longontsteking.
Enkele symptomen zijn:
- Hoesten tijdens of na het eten (verslikken)
- Het achter blijven van voedselresten achter in de mond of keel
- Het uit de mond lopen van eten of drinken tijdens het eten
- Een hap eten blijft langer in de mond - Benauwdheid
- Meerdere keren moeten slikken om het eten weg te krijgen
- Langzaam tempo tijdens het eten en drinken
- Speekselverlies
Wanneer er slikproblemen zijn, wordt de logopedist door de arts ingeschakeld. Er worden adviezen gegeven om het slikken veiliger te laten verlopen. Ook kan er een aanpassing in de voeding geadviseerd worden.
Algemene adviezen bij slikproblemen:
- Let op een goede rechte houding. Eet bij voorkeur in de stoel aan tafel.
- Zorg dat uw, indien u deze heeft, kunstgebit goed vast zit.
- Zorg voor een goede mondhygiëne.
- Eet en drink alleen als u voldoende energie heeft, bij moeheid is de kans op verslikken groter.
- Neem kleine happen en slokken. - Houd een rustig tempo aan.
- Tijdens het eten kunt u beter niet praten.
- Bij voorkeur het eten niet wegspoelen met drinken.
Beweging
In het verleden werd bij ziekte vaak bedrust geadviseerd. Tegenwoordig weten we dat (bed)rust ervoor zorgt dat spierweefsel sneller verloren gaat en de conditie achteruit gaat. Door te bewegen, zoals opzitten in een stoel, krijgt u sterkere spieren en kunt u een betere conditie krijgen. Hierdoor bent u beter in staat om de dagelijkse dingen zelfstandig te doen, zoals wassen en aankleden. Regelmatige beweging vermindert de kans op gezondheidsproblemen zoals long- en blaasontstekingen en doorligplekken. Bewegen is ook goed voor uw stemming en welbevinden.
Tijdens de opname wordt u soms beperkt om te bewegen, bijvoorbeeld door ziek zijn of een
infuus of
katheter. De verpleegkundige of fysiotherapeut kan u laten zien hoe u daarmee toch kunt bewegen. Wat wandelen of oefeningen in bed of op de stoel zijn goede opties. Het hoeft niet aaneengesloten te zijn, bijvoorbeeld meerdere wandelingen van 5 minuten zijn ook goed. Vraag eventueel advies aan uw fysiotherapeut.
Hieronder volgen praktische tips om het bewegen te bevorderen tijdens de opname:
- Eet of drink niet in bed, maar ga aan tafel zitten zodat u meer beweegt.
- Ga naar de badkamer als u naar het toilet moet of als u zich wilt wassen. Eventueel kan de verpleegkundige met u meelopen of kan de fysiotherapeut zorgen voor een hulpmiddel als een rollator.
- Vraag naar een loophulpmiddel als u dat thuis gewend bent en deze niet is meegenomen naar het ziekenhuis.
- Zorg voor goede schoenen, zodat u lekker loopt.
- Draag gewone kleding in plaats van nachtkleding, dat is prettiger als u uit bed bent.
Enkele oefeningen die u zelf in bed kunt uitvoerenVoeten op en neer bewegen in de enkels. |
|
Knieën strekken in bed. |
|
Knieën optrekken in bed en weer terugschuiven. |
|
Enkele oefeningen die u zelf in de stoel kunt uitvoerenKnieën 1 voor 1 strekken. |
|
Knieën 1 voor 1 heffen. | |
Contact
Heeft u vragen, dan kunt u
contact opnemen met onze afdeling Paramedische dienst tussen 08.30 en 12.30 uur op telefoonnummer 015 - 260 33 42.