Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Gynaecologie

Kijkoperatie in de baarmoeder op de operatie kamer (Hysteroscopie)

Kijkoperatie in de baarmoeder op de operatie kamer (Hysteroscopie)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat u een kijkoperatie in uw baarmoeder (hysteroscopie) krijgt. Hierin kunt u lezen wat deze ingreep precies inhoudt, hoe u zich hierop kunt voorbereiden en wat de mogelijke complicaties hiervan zijn. Neemt u contact met ons op als u nog vragen heeft. Onze contactgegevens en meer informatie vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.

Een therapeutische hysteroscopie

Een therapeutische hysteroscopie is een kijkoperatie in de baarmoeder via een kijkbuis (hysteroscoop). De belangrijkste redenen voor deze operatie zijn de verwijdering van poliepen en myomen (vleesbomen).
Dit doen wij door een holle buis, de operatiehysteroscoop, met een doorsnede van 6 tot 10 millimeter. Door deze buis brengt de arts vocht in de baarmoeder in om de wanden van de baarmoeder en de afwijking goed te kunnen zien. De hysteroscoop sluiten wij aan op een camera. Op een monitor verschijnt een afbeelding van de binnenzijde van uw baarmoeder. Zo kunnen wij het verloop van de operatie goed volgen.
Ook wordt er een instrument de baarmoederholte ingebracht, een klein lisje (metalen lisjes) die wij elektrisch verhitten. Met dit lisje kunnen wij de gevonden afwijking verwijderen.

Welke afwijkingen behandelen we met een therapeutische hysteroscopie op de operatie kamer

Mensen die om wat voor reden dan ook niet poliklinisch of onder sedatie behandeld kunnen worden.

Myomen verwijderen

Myomen zijn goedaardige spierknobbels. Zij kunnen aanwezig zijn aan het buitenoppervlak van de baarmoeder (in de spierwand) of aan de binnenkant van de baarmoeder (uitpuilend in de baarmoederholte). Zie voor meer informatie hierover onze patiënten folder ‘Myomen’.

Een myoom dat uitpuilt in de baarmoederholte veroorzaakt vaak menstruatieproblemen. Alleen myomen die voor een (groot) deel in de baarmoederholte liggen, kunnen wij hysteroscopisch verwijderen. De zwaarte van de operatie hangt af van de grootte en de dieptegroei in de spierwand. Naarmate de myomen dieper in de spierwand zitten, is de operatie moeilijker en gecompliceerder. Soms lukt de behandeling dan niet in één keer. De gynaecoloog verwijdert het myoom in zulke situaties slechts gedeeltelijk en neemt in een tweede operatie het restant weg. De reden hiervoor is dat tijdens de ingreep een wond in het operatiegebied ontstaat. Hierin staan bloedvaten open. Het vocht waarmee de arts de baarmoederholte vult, gaat gedeeltelijk via deze vaten de bloedbaan in. Als er te veel vocht in de bloedsomloop komt, is dit een belasting voor uw hart. Dat moet dan meer vocht rondpompen. Wanneer een bepaalde maximale hoeveelheid vocht in de bloedbaan terechtgekomen is, moet de gynaecoloog stoppen met de operatie. Ook is er soms sprake van ruim bloedverlies tijdens de operatie. Dat kan verder opereren bemoeilijken. Slechts zelden is hiervoor een bloedtransfusie noodzakelijk.

Soms brengt de arts dan na de ingreep een ballonkatheter in de baarmoeder. De ballon die wij met vocht vullen, drukt bloedende vaatjes aan de binnenzijde van de baarmoeder dicht. Dit geeft vaak een gevoel van kramp in de onderbuik. Uit de opening van de katheter die via de vagina naar buiten komt, kan bloed komen. Deze katheter zit niet in de blaas, zodat u gewoon kunt plassen. Meestal verwijderen wij de katheter de dag na de operatie.

Een tussenschot (septum) in de baarmoeder verwijderen

Een tussenschot in de baarmoeder veroorzaakt soms zwangerschapsproblemen. De gynaecoloog kan met een hysteroscopische operatie zo’n tussenschot verwijderen.

Ernstige verklevingen in de baarmoederholte (het syndroom van Asherman) opheffen

Bij ernstige verklevingen zijn de voor- en achterwand geheel met elkaar verkleefd. De operatie om de verklevingen op te heffen is dan moeilijk en lukt vaak niet in één keer.

Grotere poliepen verwijderen

Een poliep is een bijna altijd goedaardige uitstulping van het baarmoederslijmvlies. Poliepen tot twee á drie centimeter kunnen we via de hysteroscoop poliklinisch verwijderen. Zijn ze groter dan kan het zijn dat de arts besluit het op de operatie kamer te doen.
De gynaecoloog kan grotere poliepen vrijwel altijd met een operatie wegnemen.

Wanneer vindt de kijkoperatie plaats?

De hysteroscopie vindt bij voorkeur plaats als u niet ongesteld bent. Als abnormaal bloedverlies de reden is voor het onderzoek, is bloedverlies vaak niet te vermijden en meestal niet bezwaarlijk. Bij gebruik van de pil is het onderzoek mogelijk op alle dagen dat u een pil inneemt.

Gelijktijdig een laparoscopie

Bij de grotere hysteroscopische operaties, zoals het verwijderen van myomen of van ernstige verklevingen in de baarmoeder, kijkt de gynaecoloog soms tijdens de ingreep met behulp van een laparoscoop in uw buikholte. Een laparoscoop is net als een hysteroscoop een kijkbuis. Daarmee kan de arts nagaan of bij het gebruik van de hysteroscoop geen gaatje in de wand van uw baarmoeder ontstaat. Uw gynaecoloog bespreekt meestal vooraf of hij ook een laparoscopie verwacht toe te passen. Soms blijkt de noodzaak pas tijdens de operatie. Informatie over een laparoscopie vindt u in onze patiënten folder ‘de diagnostische laparoscopie’.

Ruggenprik of narcose

De therapeutische hysteroscopie vindt plaats op de operatiekamer onder narcose of onder spinale of epidurale anesthesie. Bij deze laatste twee vormen van verdoving (ruggenprik) bent u wakker en kunt u het verloop van uw operatie desgewenst volgen op het scherm. Uw gynaecoloog kan u advies geven over de mogelijkheden van en ervaringen met deze soorten verdovingen. De diagnostische hysteroscopie vindt over het algemeen poliklinisch plaats. Van tevoren krijgt u pijnstillers.

Onderzoek voor de operatie

Zowel bij een ruggenprik als bij een narcose is het gebruikelijk dat wij onderzoek doen naar uw algemene gezondheid. U krijgt hiervoor een afspraak bij de preoperatieve screening (POS); dit wordt veelal telefonisch gedaan. (zie ook onze patiënten folder ‘Operatie’). Uw gynaecoloog informeert u hierover.

Na de operatie

Pijn

Bij kleinere ingrepen heeft u vaak de eerste dagen een gevoelige onderbuik; bij grotere ingrepen duurt dit soms wat langer. Na een laparoscopie kunt u schouderpijn hebben.

Bloedverlies

Na de meeste hysteroscopische operaties heeft u enige tijd last van vaginaal bloedverlies. Hoelang dit duurt is moeilijk te voorspellen. Dat kan variëren van enkele dagen bij een kleinere ingreep tot enkele weken bij een grotere ingreep.

Afscheiding

Na afloop van het bloedverlies heeft u vaak nog wat bruinige afscheiding. Vooral bij de ballonmethode en de rollerbolmethode moet u rekening houden met de kans op vieze, soms wat riekende afscheiding gedurende een aantal weken. Soms zijn er geen afscheidingsklachten.

Kunstmatige cyclus

In een aantal situaties schrijft de gynaecoloog na de hysteroscopische operatie gedurende een maand hormonen voor om het slijmvlies van de baarmoederholte te laten herstellen. Deze medicijnen zijn vergelijkbaar met de zwaardere pil. De menstruatie die hierop volgt, kan hevig zijn.

Een spiraaltje

Soms plaatst de gynaecoloog aan het einde van de operatie een spiraaltje in uw baarmoeder. Dit gebeurt vooral na operaties om verklevingen op te heffen. Het doel is nieuwe verklevingen in de baarmoeder te voorkomen. Over het algemeen verwijdert de arts dit spiraaltje na de eerstvolgende menstruatie.

Gemeenschap

Als er geen bloedverlies of vieze afscheiding meer is, is er geen bezwaar tegen geslachtsgemeenschap (samenleving). Zolang de buik nog gevoelig is, kan dit wel pijnlijk zijn.

Hechtingen

Omdat wij de hysteroscopische operatie via de vagina uitvoeren, krijgt u geen hechtingen. Alleen als er ook een laparoscopie is verricht, zijn er hechtingen in de buikwand die soms verwijderd moeten worden. Vaak kan de huisarts dit doen.

De herstelperiode

Na een kleinere ingreep die poliklinisch plaatsvindt, moet u over het algemeen een dag uittrekken voor uw herstel. Voor een grotere ingreep moet u op een herstelperiode van enkele dagen rekenen. Extra hulp in de huishouding na thuiskomst uit ons ziekenhuis is meestal niet nodig.

Nacontrole

Na een aantal weken krijgt u een afspraak op de polikliniek. U kunt dan het resultaat van de
behandeling met ons bespreken.

Mogelijke complicaties

Zoals bij iedere operatie kunnen ook bij de hysteroscopie complicaties optreden. Gelukkig zijn deze zeldzaam.

Abnormaal veel bloedverlies

De behandeling veroorzaakt vaak een wond aan de binnenkant van de baarmoeder. Er kunnen ook wondjes zijn in de baarmoederhals door een tangetje dat de arts daar heeft geplaatst. Is het bloedverlies meer dan een flinke menstruatie, neem dan contact op met ons ziekenhuis.

Beschadiging van de baarmoederwand

Soms ontstaat tijdens de behandeling een gaatje in de wand van de baarmoeder (perforatie). Meestal geneest dit vanzelf. Een groter gat moeten wij soms operatief sluiten. In dat geval is (alsnog) een narcose noodzakelijk. Soms is een laparoscopie (kijkoperatie) voldoende om de ernst van het gat te beoordelen. In andere gevallen kan een buikoperatie via een bikinisnee nodig zijn om een bloeding te stelpen.

Deze complicatie komt vooral voor bij de behandeling van ernstige verklevingen of diep in de wand gelegen myomen, maar ook bij eenvoudiger hysteroscopische operaties kan een perforatie soms optreden. Zoals hierboven beschreven, voert de arts soms tegelijkertijd een laparoscopie uit om deze complicatie zo veel mogelijk te voorkomen. Dat is echter niet altijd afdoende. Na een perforatie moet de gynaecoloog over het algemeen stoppen met de operatie, ook al is deze nog niet klaar. Dit betekent dat een tweede operatie nodig is. Een zeer zeldzaam gevolg van een perforatie is beschadiging van darm of blaas. Een dergelijke complicatie vergt extra zorg en een langere ziekenhuisopname.

Ontsteking of infectie

Zoals bij veel andere operaties is een ontsteking of een infectie een mogelijke complicatie bij een hysteroscopische operatie. Deze complicatie komt echter weinig voor bij deze ingreep. Koorts en hevige buikpijn wijzen op een ontsteking. U moet bij deze verschijnselen direct contact opnemen met ons ziekenhuis. Behandeling met antibiotica is dan noodzakelijk.

Overgevoeligheid

Sommige vrouwen zijn overgevoelig voor jodium of voor de vloeistof die wij in de baarmoederholte inbrengen. Als u weet dat u overgevoelig bent voor dergelijke stoffen, vertel dit dan aan ons vóór de operatie. De arts kan daarmee dan rekening houden. Verschijnselen die duiden op overgevoeligheid, zijn ongebruikelijke duizeligheid, hartkloppingen of onwel worden. Deze treden soms pas na thuiskomst op. In dat geval is het verstandig contact op te nemen met ons ziekenhuis.

Overvulling

Een zeldzame complicatie van een hysteroscopische operatie is overvulling van de bloedcirculatie. Er treedt dan een te grote vochtbelasting voor het lichaam op. Deze complicatie komt vooral voor bij de hysteroscopische verwijdering van een myoom en bij endometriumresectie (de verwijdering van slijmvlies in de baarmoeder). Bij deze operaties komt de vloeistof waarmee de gynaecoloog de baarmoeder vult gemakkelijk in de bloedbaan terecht. Als er te veel vocht in de bloedbaan komt, moeten wij de operatie afbreken. Meestal kan het lichaam dit vocht gemakkelijk kwijt. Een plaspil kan nodig zijn. Een enkele keer is er extra intensieve zorg na de operatie nodig.

Het syndroom van Asherman

Bij elke operatie treedt littekenvorming op. Ook bij operaties in de baarmoeder kunnen littekens ontstaan in de vorm van verklevingen in de baarmoeder. Dit heet het syndroom van Asherman. Deze complicatie is zeer zeldzaam. Als het al voorkomt is het meestal na een hysteroscopische verwijdering van een myoom. In ernstige gevallen kan het menstruatiebloed ten gevolge van de
verklevingen niet naar buiten vloeien.

Tot slot

Ondanks de hierboven beschreven, zeldzame complicaties is de hysteroscopische operatie een veilige behandeling. Bij een goede reden om de operatie te verrichten, voorkomt deze ingreep vaak een grotere operatie met kans op grotere complicaties.

Heeft u vragen?

Heeft u naar aanleiding van deze patiënteninformatie nog vragen, aarzel dan niet om die met uw gynaecoloog te bespreken. U kunt contact opnemen met de polikliniek Gynaecologie via telefoonnummer: 015- 260 42 07. Bereikbaar op werkdagen tussen 08.30 - 16.30 uur.
Meer informatie en onze contactgegevens vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.

Zelfhulporganisaties

Stichting Voorlichting en Zelfhulp Gynaecologie (VZG)
Nieuwegracht 24 A
3521 LR Utrecht
Telefoon: 030 - 231 05 58 (maandag tot en met vrijdag van 9.30 tot 12.30 uur)

Verder lezen

Meer informatie vindt u op de website van de NVOG; www.nvog.nl à rubriek ‘Voorlichting’.
Informatiefilms: degynaecoloog.nl, engels, arabisch

Woordenlijst

Bron: © NVOG


Foldernummer: 0278
Laatst bijgewerkt op: 25-08-2024


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien