U ontvangt deze informatie, omdat wij u graag meer vertellen over onze afdeling radiotherapie, de behandelingen die wij daar uitvoeren en eventuele bijwerkingen daarvan. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u deze stellen aan de radiotherapeut of de radiotherapeutisch laboranten. Wat is radiotherapie?
De letterlijke vertaling van het woord ‘radiotherapie’ is ‘behandeling met behulp van straling’. In de volksmond heet radiotherapie ook wel bestraling. Radiotherapie wordt vaak toegepast bij de behandeling van kanker. De stralenbundel bestaat uit sterke röntgenstralen en is onzichtbaar. We kunnen hem precies richten op het te bestralen gebied. De rest van het lichaam ontvangt daarbij vrijwel geen straling. De stralenrichting, het stralingsgebied en de stralingsduur berekenen wij met de computer en stemmen we op elke individuele patiënt af. De radiotherapeut en klinisch fysicus controleren de berekeningen. Een bestralingsbehandeling vindt plaats tijdens een aaneengesloten periode van één tot circa 45 dagen; in het weekend bestralen wij niet. Het aantal bestralingen hangt af van de aard van de tumor en het doel van uw behandeling. De duur van de behandeling zegt niets over de ernst van de aandoening.
Waarom radiotherapie?
Radiotherapie passen we vaak toe als een kwaadaardige tumor operatief verwijderd is. Bestraling is dan nog nodig om eventueel achtergebleven cellen in dat gebied te bestrijden. Bestraling kan ook de groei van een tumor stoppen, omdat tumorcellen gevoelig voor straling zijn. Gezond weefsel is minder gevoelig voor straling. Als gezond weefsel rondom de tumor door radiotherapie beschadigt, herstelt zich dit meestal weer na de behandeling.
Voorbereiding op de behandeling
Tijdens een eerste bezoek aan de radiotherapeut vertellen wij u hoelang de behandeling duurt, welke voorbereiding nodig is en wat de bijwerkingen van de bestraling zijn. Soms is het noodzakelijk om aanvullende onderzoeken te verrichten voordat wij kunnen beginnen met uw behandeling, zoals bloedprikken, röntgen- en/of CT-onderzoek.
Een CT-scan
Voordat u met de radiotherapeutische behandeling start, krijgt u op Radiotherapie een CT-scan, die twee minuten duurt. De scan heeft een opening waar u, liggend op een beweegbare tafel, doorheen schuift.
Tijdens dit onderzoek is de radiotherapeutisch laborant bij u. Wij zetten tatoeagepuntjes op uw huid in het gebied waar de bestraling plaatsvindt. De puntjes zorgen er onder andere voor dat wij u heel precies kunnen bestralen. De röntgenbeelden die de CT-scan maakt, gebruikt de afdeling radiotherapie om nauwkeurig te berekenen op welke wijze bestraling noodzakelijk is. U krijgt geen uitslag van het resultaat van deze CT-scan.
Een masker
Als wij uw hoofd of hals moeten bestralen, kan het nodig zijn om een masker te maken. Dit doen wij meestal tijdens de afspraak die u heeft om een CT-scan te maken. Om het masker te maken, verwarmt de laborant een kunststofplaat in water, waarna hij of zij deze op uw huid legt om in model hard te worden. Dit duurt een paar minuten.
Dit masker zorgt ervoor dat u zo stil mogelijk ligt. Het masker heeft gaatjes en is gemaakt van kunststof. U kunt met het masker op ongehinderd ademhalen. Telkens als u voor bestraling komt, krijgt u dit masker opgezet. Het masker is geen bescherming tegen de bestraling. De bestraling gaat door het masker heen
De bestraling
De bestraling vindt plaats op Radiotherapie. U meldt zich met uw afsprakenlijst bij de aanmeldzuil en neemt plaats in de wachtkamer. Als het zover is, komt de radiotherapeutisch laborant u halen. U kunt zich, zo nodig, in een kleedkamer uitkleden. Met behulp van laserlijnen positioneert de laborant u op dezelfde manier als tijdens de CT-scan. Hebben wij een masker voor u gemaakt, dan krijgt u dit nu op. De laboranten verlaten de kamer.
De bestraling start. U voelt niets van de bestraling en u wordt er niet radioactief van. U hoort wel het geluid van de lineaire versneller (het bestralingsapparaat). Meestal vindt de bestraling vanuit verschillende richtingen plaats. Het apparaat wordt van buitenaf gedraaid. Iedere bestraling verloopt op dezelfde wijze. Tijdens de bestraling houdt de laborant u via een camera goed in de gaten. De intercom zorgt ervoor dat de laborant u kan horen. Als het noodzakelijk is, kan de laborant de bestraling onderbreken.
Tijdens de bestraling treft u niet altijd dezelfde laborant. U kunt al uw vragen over de behandeling en bijwerkingen aan de laboranten stellen. Zij zijn deskundig op het gebied van bestralingen. Vragen over uw ziekte stelt u het beste aan uw arts. Tijdens de bestralingsperiode bezoekt u minimaal één keer de radiotherapeut.
Bijwerkingen
Hoewel de reacties van het lichaam nauw samenhangen met het bestraalde gebied, zijn er toch een aantal algemene reacties, die in de loop van de bestralingsserie kunnen optreden:
- vermoeidheid, meer behoefte aan slaap;
- verminderde eetlust;
- roodheid van de huid, soms kleine blaasjes en jeuk.
Deze verschijnselen verdwijnen enkele weken na de behandeling. De bijwerkingen zeggen niets over het effect van de behandeling.
Huidproblemen
Bij elke vorm van uitwendige bestraling ligt een gedeelte van de huid in het te bestralen gebied. Het kan voorkomen dat de huid als gevolg van de bestraling beschadigd wordt. In de loop van de behandeling wordt de huid eerst rood en kan jeuk optreden. Dit vraagt speciale verzorging van de huid vanaf de dag van de eerste bestraling tot ongeveer twee weken na de laatste bestraling. Houdt u zich aan de volgende richtlijnen:
- Was of douche met lauw water en zeep.
- Dep het bestraalde gebied droog met een zachte handdoek.
- Plak geen pleisters in het bestraalde gebied.
- Indien uw huid droog of trekkerig begint aan te voelen raden wij u aan om Cetamacrogol (eventueel gekoeld vanuit de koelkast), Calendula of Lanette crème op de geïrriteerde huid te smeren. Preventief smeren heeft geen toegevoegde waarde.
- Draag geen schurende kleding.
- Probeer niet te krabben bij jeuk in het bestraalde gebied.
- Stel de bestraalde huid niet bloot aan zonlicht of solariumlicht tijdens de bestralingsperiode. Gebruik blijvend na de bestralingen een zonnebrand crème met een minimale beschermingsfactor 30 op het bestraalde gebied.
- Stel uw bestraalde huid, ook de eerst maanden na de laatste bestraling, niet bloot aan de felle zon.
Als u na het einde van de bestraling nog problemen met de huid krijgt, neem dan
contact op met de afdeling radiotherapie. De contactgegevens vindt u aan het eind van deze patiënteninformatie.
Afspraken
U kunt iedere vrijdag zelf uw afspraken voor de volgende week bij de aanmeldzuil printen.
U kunt uw voorkeur aangeven voor behandeling in de ochtend of in de middag. Wij proberen daar rekening mee te houden. Alleen bij uitzondering kunt u gemaakte afspraken veranderen. Gewenste wijzigingen kunt u uiterlijk woensdag doorgeven. Na afloop van de bestralingsserie krijgt u een afspraak voor controle bij de radiotherapeut. Vanwege onderhoud aan de bestralingstoestellen kan het voorkomen dat wij u een dag niet kunnen bestralen. In dat geval vindt deze bestraling aan het eind van het behandelplan plaats.
Kilometervergoeding
Het kan zijn dat u via uw zorgverzekeraar recht heeft op een kilometervergoeding. Na de laatste bestraling kunt u op het secretariaat een bewijs voor kilometervergoeding aanvragen. Dit bewijs heeft u nodig voor uw zorgverzekeraar.
Contact
Als u vragen heeft dan kunt u het secretariaat van de afdeling Radiotherapie bellen op 015 - 260 41 30, op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur . In de avond en in het weekend kan u via het algemene nummer 015 - 260 30 60 vragen naar de dienstdoende radiotherapeut-oncoloog