Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Psychiatrie & Psychologie
Neonatologie
Kindergeneeskunde

Huilgedrag en regulatieproblematiek bij baby’s

Huilgedrag en regulatieproblematiek bij baby’s

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Deze folder is voor alle ouders die vragen hebben over het huilen en de onrust van hun baby. Hieronder vindt u informatie over normale huilpatronen en wat u kunt doen om veel huilen te verminderen. Als een baby veel huilt noemen we dat regulatieproblematiek. Dit betekent dat een baby of jong kind niet genoeg in staat is tot zelfregulatie. De baby heeft dan moeite om zelf rustig en kalm te worden en om te gaan met indrukken vanuit de omgeving. Het temperament van de baby en de omgeving zijn van invloed op de zelfregulatie.

Informatie over een ‘normaal huilpatroon’

Baby’s huilen vanaf het moment dat ze geboren worden. Huilen is een manier van communiceren met de ouder(s) en verzorger(s). Het hoort bij het normale gedrag van een baby. Een baby huilt als hij honger heeft, een vieze luier heeft, graag in contact wil zijn, pijn heeft, zich niet lekker voelt, gestrest of moe is.

Vanaf de geboorte tot aan de 6-8 weken is over het algemeen te merken dat de baby meer gaat huilen. Rond deze leeftijd huilt een baby gemiddeld 2-2,5 uur per dag. Dit is het moment waarop baby’s het meeste kunnen huilen. Daarna neemt het aantal uren dat een baby huilt per dag af. Vanaf de leeftijd van 12 weken blijft het aantal uren voor de rest van het eerste levensjaar ongeveer gelijk (1-1,5 uur huilen per dag). Vaak reageert een baby op het moment dat er contact met hem wordt gezocht, de baby kalmeert en wordt rustig.

Het kan zijn dat uw baby veel blijft huilen en zich op geen enkele manier laat troosten. Dit komt bij ongeveer 1 op de 10 baby’s voor.

Mogelijke oorzaken overmatig huilen

Vrijwel alle ouders denken dat er een lichamelijke verklaring moet zijn voor het huilen. Bij minder dan 5% van alle baby’s die veel huilen en niet gemakkelijk te troosten zijn, is een medische oorzaak de verklaring. De lichamelijke klachten zijn vaak een gevolg van het vele huilen. Bijvoorbeeld reflux (spugen), wat juist meestal een gevolg is van de onrust en het overstrekken. Andere mogelijke oorzaken kunnen zijn: obstipatie, oorontsteking, blaasontsteking of een allergie voor koemelk. Bij de andere 95% van de baby’s is het een combinatie van factoren. Het blijkt dat het verminderen van de onrust de beste manier is voor het behandelen van de meeste lichamelijke klachten.
Factoren die mee kunnen spelen bij overmatig huilen (zie ook bijlage 1):


Dit alles kan leiden tot verstoorde interactiepatronen en kan ook van invloed zijn op het huilen van de baby.

Slapen

Een gezonde slaap is heel belangrijk voor de ontspanning, groei en ontwikkeling van een baby. Baby’s tot 1 maand worden meestal moe als ze 30 tot 60 minuten wakker zijn. Baby’s tot 3 maanden zijn tussen de voedingen ongeveer 60-90 minuten wakker, voor ze weer aan hun slaapmoment toe zijn. Zij kunnen overdag na iedere voeding gemiddeld 2 tot 3 uur slapen. Wanneer de eerste slaapsignalen worden opgemerkt, is het belangrijk om over te gaan tot het slaapritueel. Als een baby over zijn slaap heen raakt, krijgt hij steeds meer moeite met in- en doorslapen en raakt hij op een bepaald moment overstuur van oververmoeidheid. Als je het juiste moment kiest, zal de baby niet alleen makkelijker in slaap vallen, ook de kwaliteit van de slaap zal verbeteren (dieper en langer). De vermoeidheidssignalen zijn voor elke baby anders en moet u voor uw eigen baby leren kennen. U kunt moe worden onder andere herkennen aan: bleek worden (of juist rode wangen krijgen), drukker worden, wegkijken, staren, langzaam knipperen, gebalde vuistjes maken, overstrekken, het gezichtje in je borst begraven, jengelen en gapen.

Tips en adviezen

1. Ritme en Regelmaat

2. Rust

3. Slapen en troosten

4. Prikkelreducering

5. Voeding

6. Sociaal netwerk/ ontspanningsmomenten voor ouders

Heeft u behoefte aan meer informatie en eventueel verdere begeleiding neem dan contact op met de jeugd gezondheidszorg (JGZ locatie waar u bekend bent) of de (huis)arts.

In de folder ‘Rust, ritme en regelmaat’ van de JGZ staat ook meer informatie. Deze folder is te lezen via: https://www.jgzzhw.nl/sites/default/files/rust_ritme_regelmaat.pdf.

Voor de leesbaarheid van de folder is steeds ‘hij’ gebruikt in de tekst als het over baby’s gaat. Waar ‘hij’ staat kan uiteraard ook ‘zij’ worden gelezen.

Huilgedrag




Ouder kind regulatie
(Bron: multidisciplinaire richtlijn “preventie, signalering, diagnostiek, behandeling en excessief huilen bij Baby’s” van TNO, 2013)


Foldernummer: 0737
Laatst bijgewerkt op: 12-11-2024


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien