U ontvangt deze folder omdat tijdens uw opname in het Reinier de Graaf is gebleken dat u (mogelijk) besmet bent met één van de volgende luchtwegvirussen: influenza (griep), RSV of COVID-19. In deze folder leest u wat deze virussen zijn en welke maatregelen worden genomen om te voorkomen dat anderen besmet raken.
Wat zijn de virussen?
- Influenza (griep): begint vaak plotseling met koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en hoesten. De meeste mensen worden vanzelf beter. Sommige mensen, zoals ouderen en mensen met een chronische ziekte, hebben meer kans op ernstige klachten.
- RSV; Dit virus veroorzaakt luchtweginfecties. Bij ouderen of kwetsbare mensen lijken de klachten vaak op die van de griep. Kinderen kunnen benauwd worden en piepend ademhalen.
- COVID-19: kan milde verkoudheidsklachten geven, maar ook koorts, benauwdheid of verlies van geur en/of smaak. De klachten kunnen licht tot ernstig zijn.
Besmettelijkheid
De virussen verspreiden zich via druppeltjes bij hoesten, niezen of praten. Dit gebeurt vooral in ruimtes waar mensen dicht bij elkaar zitten. Het virus kan zich al verspreiden vanaf 1 tot 2 dagen voor de eerste klachten tot ongeveer een week daarna.
Isolatiemaatregelen in het ziekenhuis
In het ziekenhuis zijn veel kwetsbare mensen. Daarom wordt u geïsoleerd verpleegd als u een van deze virussen bij u draagt. Er zijn verschillende vormen van isolatie. Bij influenza, RSV en COVID-19 is er sprake van ‘druppelisolatie’.
Tijdens uw opname betekent dit voor u het volgende:
- Ziekenhuismedewerkers dragen een mondneusmakser, handschoenen en een isolatieschort wanneer zij u onderzoeken of verzorgen.
- Als u de enige op een zaal bent die besmet is, dan wordt u naar een eenpersoonskamer overgeplaatst.
- Als u de kamer wilt verlaten gaat dit in overleg met de verpleegkundige. U draagt dan een mondneusmasker en desinfecteert u uw handen met handalcohol of wast u uw handen met water en zeep.
- U kunt alleen op een kamer liggen, of samen met patiënten die hetzelfde virus hebben.
Wat kunt u zelf doen?
Een goede hoesthygiëne verkleint de kans dat andere patiënten besmet zullen worden. Hoest en nies in uw elleboog of in een papieren zakdoek. De zakdoek gooit u na gebruik weg in een afvalemmer.
Einde isolatiemaatregelen
Uw behandelend arts kan beoordelen of de isolatie gestopt kan worden. Dit is meestal vanaf 5 dagen na de positieve test, als uw klachten minder worden.
Behandeling
Meestal geneest de ziekte vanzelf. Bij risicogroepen of bij ernstige klachten kan uw arts extra behandeling geven.
Bezoek
Bezoekers worden geadviseerd om een mondneusmasker te dragen wanneer zij op uw kamer komen. Bij het verlaten van de kamer wordt het mondneusmasker afgedaan en worden de handen gedesinfecteerd of gewassen.
Maatregelen thuis
Wanneer u weer thuis bent, hoeft u geen bijzondere maatregelen te treffen.
Heeft u vragen?
Als u vragen heeft, kunt u deze stellen aan de verpleegkundige of behandelend arts.