U ontvangt deze informatie, omdat u een aandoening heeft aan de oogzenuw, die glaucoom heet. Deze aandoening blijkt bij u niet voldoende te behandelen met oogdrukverlagende medicatie en/of laserbehandeling. Daarom is besloten tot een oogdrukverlagende operatie.
In deze folder leest u meer over deze operatie, in medische termen trabeculectomie genoemd. Over de oogaandoening glaucoom is een aparte folder (Oogdruk en glaucoom) beschikbaar, te verkrijgen op de polikliniek Oogheelkunde of via de website van het ziekenhuis www.reinierdegraaf.nl. De diagnose
In het oog wordt vocht (kamerwater) aangemaakt voor de voeding van het hoornvlies en de lens. Dit kamerwater (niet te verwarren met het traanvocht aan de buitenkant van het oog) verlaat het oog ongemerkt via een afvoer die zich bevindt op de grens van het oogwit (sclera) en het gekleurde deel van het oog, de iris (regenboogvlies). Als dit afvoersysteem (trabekelsysteem) minder goed werkt, kan het kamerwater moeizaam weg en neemt de druk binnen het oog toe. De oogzenuw raakt hierdoor langzaam maar zeker beschadigd. Uiteindelijk merkt u dit doordat er stukken uit het beeld (gezichtsveld) verdwijnen. Nog later wordt ook de gezichtsscherpte aangetast. Deze ziekte heet glaucoom en is onomkeerbaar, zij kan alleen worden vertraagd. Daartoe moet de oogdruk blijvend worden verlaagd. Wanneer oogdruppels, tabletten en eventueel een laserbehandeling daar niet of onvoldoende in slagen, wordt een operatie noodzakelijk. De operatie ‘trabeculectomie’ heeft tot doel de oogdruk te verlagen om daarmee het gezichtsveld en de gezichtsscherpte te behouden, niet om te verbeteren.
Voorbereiding op de operatie
In de laatste 2 weken voor de operatie dient u geen Acetylslicylzuur ( Aspirine), Carbasalaatcalcium ( Ascal), of Persantin te gebruiken.
Bloedverdunnende middelen zoals Acenocoumarol of Fenprocoumon worden in overleg met de
anesthesioloog tijdelijk gestopt. Dit wordt met u besproken op de Pre-Operatieve Screening (POS).
Twee dagen voor de operatie dient u te starten met
Dexamethason 0.1% of Prednisolon (zonder conserveermiddel) zesmaal daags en Chlooramfenicol oogdruppels driemaal daags in het te opereren oog. U gaat ondertussen gewoon door met de oogdrukverlagende druppels en eventuele acetazolamide-tabletten. De dag van de operatie hoeft u het oog niet te druppelen. Eventuele druppels voor het andere oog blijft u gebruiken zoals u gewend bent. Een glaucoomoperatie gebeurt onder algehele of onder plaatselijke verdoving. Bij algehele verdoving (narcose) krijgt u de verdoving via een
infuus toegediend. U slaapt dan tijdens de operatie. Op de dag van de ingreep moet u zich houden aan het nuchter beleid van de
anesthesioloog, die dit heeft verteld aan u tijdens uw POS-afspraak. Bij een plaatselijke verdoving (injectie naast het oog) wordt alleen uw oog verdoofd. Voor de injectie krijgt u van de
anesthesioloog een premedicatie zodat u de prik niet of nauwelijks voelt. Tijdens de operatie bent u wakker, maar voelt u geen pijn. U wordt bedekt met een operatielaken waaronder extra lucht wordt toegediend.
De operatie
Bij de operatie wordt onder het bovenooglid, op de grens van het oogwit (sclera) en de iris (regenboogvlies), een klein afvoertje gemaakt. Het kamerwater kan dan gemakkelijker weg naar de ruimte onder het bindvlies (conjunctiva) en de druk in het oog daalt. Onder het bindvlies ontstaat een soort blaar, de filterblaas. De operatie duurt ongeveer een uur.
Na de operatie
Na de operatie wordt uw oog afgeplakt met een verband en een plastic beschermkapje en mag u naar huis. U wordt dringend geadviseerd een begeleider mee te nemen, zelf autorijden is onverstandig. De dag na uw operatie dient u ’s morgens het verband te verwijderen en door te gaan met
Dexamethason 0.1% of Prednisolon (zonder conserveermiddel) zesmaal daags en Chlooramfenicol 0.5% oogdruppels driemaal daags in het geopereerde oog. De oogdrukverlagende oogdruppels worden in het geopereerde oog gestaakt. Eventuele extra medicatie zoals tabletten en /of zalf voor de nacht wordt individueel afgeproken na overleg met de oogarts. De medicatie voor het niet-geopereerde oog blijft u gebruiken zoals u gewend bent. Na een trabeculectomie moet u een lange periode intensief druppelen; vaak tot wel 3 mnd na de ingreep! Dit heeft te maken met de wondgenezing.
Instructies na de operatie
Bescherm het oog goed tegen stoten en wrijven. Draag daarom overdag uw (zonne)bril en plak bij het douchen, het harenwassen en het slapen gaan het plastic beschermkapje voor het oog. Hierbij hoeft geen nieuw gaasje tussen het kapje en het oog gedaan te worden. Laat een eventuele contactlens uit en gebruik geen oogmake-up. Sporten (inclusief zwemmen en sauna) en zwaar tillen zijn gedurende de eerste weken niet aan te raden. Fietsen, wandelen, lezen en tv-kijken mag u zoveel u wilt. Of u kunt werken hangt af van de aard van uw werkzaamheden. Houdt u daarbij rekening met een verminderd zicht en de noodzaak van regelmatig druppelen.
Controles
De eerste twee maanden na de operatie moet u regelmatig voor controle op de polikliniek Oogheelkunde komen, vooral voor controle van de oogdruk. Daarna blijft u voor uw reguliere glaucoomcontroles terugkomen.
Ongemakken en risico’s
Na de operatie zult u niet of nauwelijks pijn aan uw oog hebben. De eerste maanden na de operatie zult u het oog veel moeten druppelen, soms zelfs vaker dan voorheen.
Te lage oogdruk
Vlak na de operatie is de oogdruk meestal erg laag. Het kan daardoor zijn dat u de eerste weken minder scherp ziet. Wanneer de oogdruk langdurig te laag blijft kan dat leiden tot een aandoening van het netvlies (hypotone maculopathie). Het kan dan nodig zijn het oog opnieuw te opereren, bijvoorbeeld om het afvoertje opnieuw te hechten.
Te hoge oogdruk
Het afvoertje is een wondje waarvan we willen dat het niet geheel geneest, oftewel niet geheel weer dichtgroeit. Wanneer dat toch gebeurt, stijgt de oogdruk opnieuw. Het kan dan nodig zijn om poliklinisch (en pijnloos) enkele hechtingen met laserlicht door te snijden of een heroperatie te verrichten.
Overige ongemakken en risico’s
Het is mogelijk dat u na de operatie geen contactlens meer verdraagt. Zoals iedere operatie brengt ook een glaucoomoperatie risico met zich mee, zoals het verlies van het zicht ten gevolge van een infectie of een bloeding. Gelukkig is de kans hierop zeer klein. De risico’s van een te hoge oogdruk zijn vrijwel altijd veel groter. Op de lange termijn (jaren) kan een filterblaas dunner worden en gaan lekken. Er ontstaat dan een verhoogde kans op infectie van de binnenkant van het oog. Zo’n infectie kenmerkt zich door roodheid van het oog, pijn en wazig zien. Belt u in dat geval voor een spoedafspraak naar de polikliniek Oogheelkunde, of buiten openingstijden naar de Spoedeisende Hulp.
Contact
Nadat de oogarts u op de wachtlijst plaatst, bellen wij u binnen 1 maand om een operatiedag met u af te stemmen. Wij bellen u een tweede keer 1 week voor de operatiedag om de opnametijd met u af te stemmen.
Wilt u meer informatie of uw operatiedag wijzigen, dan belt u met onze operatie coördinator: 015-260 40 58. Bellen kan op maandag t/m donderdag van 9:00 tot 12:00 uur.
Resultaten
Een glaucoomoperatie heeft tot doel de oogdruk zodanig te verlagen dat verdere achteruitgang van het gezichtsveld door glaucoom wordt voorkomen. Dat lukt bij ongeveer 80% van de patiënten. Aanvullende oogdrukverlagende oogdruppels blijven echter bij circa 60% van de patiënten ook na de operatie nog nodig.
Bij circa 20% van de patiënten valt op den duur (soms na jaren) een heroperatie niet te vermijden.