U ontvangt deze informatie, omdat uw oogarts heeft gevraagd een gezichtsveldonderzoek bij u te laten doen. Bij dit onderzoek meten wij de omgeving die u maximaal kunt zien. Ook meten wij welke verschillende lichtsterkteverschillen u nog net kunt zien. In deze informatie leest u meer over dit onderzoek. Al onze polibezoeken zijn zonder contactlenzen in, tenzij u verbandlenzen draagt, deze graag in houden.

Waarom een gezichtsveldonderzoek?

Aan de hand van het gezichtsveld kan de oogarts een diagnose stellen en eventuele behandelingen starten of het gevolg van een behandeling volgen. Sommige mensen zeggen: “Ik zie prima, met mijn gezichtsveld is niets mis”. Het gezichtsveld heeft echter weinig te maken met wel of niet scherp zien. Iemand die slecht ziet, door bijvoorbeeld staar, kan een goed gezichtsveld hebben. Iemand die 100 procent scherp ziet, kan toch gezichtsveldafwijkingen hebben. Vaak ontstaan afwijkingen heel langzaam en in het dagelijks leven gebruikt u maar een klein deel van uw gezichtsveld bewust (het centrum). Daarom is de gezichtsveldtest ontworpen om te kunnen onderzoeken of uw gezichtsveld goed is. Er zijn vele redenen voor een oogarts om een gezichtsveldonderzoek aan te vragen, enkele voorbeelden zijn:

• verhoogde oogdruk
• glaucoom
• neurologische aandoeningen.

Tijdens het gezichtsveldonderzoek

De technisch oogheelkundig assistent of optometrist voert het gezichtsveldonderzoek uit. Het onderzoek vindt plaats in een donkere kamer en duurt ongeveer zes tot vijftien minuten per oog. Eén van de ogen dekken wij af met een gaasje. Ieder oog testen wij apart. Wij kunnen het gezichtsveld alleen goed onderzoeken als u naar één punt kijkt; uw gezichtsveld ligt dan stil. U kunt tijdens de test gewoon met beide ogen knipperen.

Tijdens het onderzoek rust uw kin op een steun en uw voorhoofd steunt tegen een band. Zo kunt u uw hoofd goed stilhouden. U kijkt naar één punt in het midden van een verlichte halve bol. Zodra u een lichtje ziet in die halve bol, drukt u op een knop. De lichtjes verschillen in grootte en lichtsterkte en ze verschijnen onregelmatig en steeds op een andere plaats. U mag de lichtjes niet opzoeken, want dan mist u het volgende lichtje aan de andere kant. Het gezichtsveldapparaat maakt een zoemend geluid en geeft piepsignalen. Laat u zich hierdoor niet afleiden. Tijdens de test zit u zo stil mogelijk en praat u niet.

Het gezichtsveldonderzoek heeft geen nadelen voor uw zicht; u krijgt geen oogdruppels toegediend. De test is vermoeiend, omdat u zich goed moet concentreren. Geeft u het gerust aan als u even een extra pauze wilt.

Na afloop van het gezichtsveldonderzoek

Na afloop van het onderzoek krijgt u van de onderzoeker een schatting of de test is geslaagd. Soms mislukt de test en is herhaling van het onderzoek nodig. In dat geval maken wij een nieuwe afspraak met u. De oogarts zal u de definitieve uitslag geven.

Heeft u vragen?

U kunt uw vragen stellen aan de onderzoeker voor of na het onderzoek.
U kunt uw afspraak wijzigen bij het afsprakenbureau: 015 - 260 40 90.

Uitleg in detail over het gezichtsveldonderzoek

Dit is het gezichtsveld apparaat en de positie van de patiënt.

Voordat u aan de test begint krijgt u uitleg van de onderzoeker, zodat u weet wat u kunt verwachten. Om de test scherper te kunnen zien plaatst de onderzoeker indien nodig een leesglaasje in een houder voor het betreffende oog. Elk oog wordt apart getest, het andere oog wordt afgeplakt. Het onderzoek kan per oog 6 tot 15 minuten duren. Aangeraden wordt gedurende het gehele onderzoek zo nu en dan te blijven knipperen.

Het is een intensief onderzoek, omdat het veel concentratie vergt; we bieden u daarom regelmatig een pauze aan. Het onderzoek bestaat uit 3 onderdelen. Hieronder volgt uitleg per onderdeel.

1. U kijkt iets onder het midden van de halve bol, daar ziet u 4 gele lichtjes in een ruitvorm. In het midden van de lichtjes komt steeds een kortdurend nieuw lichtflitsje. Daar kijkt u naar. Elke keer als u het nieuwe lichtflitsje ziet, drukt u op de knop, Ook als het lichtflitsje zwak is, want de lichtflitsjes wisselen steeds van lichtsterkte. Aan het einde van dit onderdeel gaan de 4 lichtjes weer uit.

2. Vervolgens kijkt u naar het midden van de halve bol, en ziet u een zwart gat waarin een geel fixatielampje brandt (het fixatiepunt). Het gezichtsveld apparaat test of u goed naar dit lampje blijft kijken, daarna wordt dat tijdens het onderzoek ook steeds getest.

3. Nu gaan we het totale gezichtsveld testen. U blijft naar het gele lampje in het zwarte gat kijken. De lichtjes verschijnen een-voor-een in de gehele bol. Zodra u een lichtje waarneemt drukt u op de knop. De lichtjes variëren in lichtsterkte en verschijnen onregelmatig, het kan dus zijn dat u soms een tijdje geen lichtflitsje opmerkt. Als u een lichtje mist wordt deze later herhaald. De lichtjes verschijnen één-voor-één, dus nooit meerdere tegelijk. U mag niet naar de lichtflitsjes in de bol zoeken, u blijft naar het gele lampje in het zwarte gat kijken en merkt de lichtflitsjes in de omgeving vanzelf op.

Mocht de test u te snel gaan, geef dat gerust aan, de onderzoeker kan u vaker een pauze geven of de test langzamer laten verlopen.
Aan het einde van de test gaat het gele fixatielampje uit, en is de test afgerond.

Op YouTube (zie link hieronder) is ook een filmpje te zien hoe een gezichtsveldonderzoek gaat.
Gezichtsveldonderzoek UMC Utrecht - YouTube -