U ontvangt deze informatie, omdat uw specialist u vanwege incontinentie, voor urine en/of een verzakking van de schede/baarmoeder heeft doorverwezen naar het uro/gynspreekuur. Dit spreekuur is een gezamenlijk spreekuur van de gynaecoloog en de uroloog. In deze informatie leest u meer over dit spreekuur en welke onderzoeken wij kunnen verrichten en we vragen u deze informatie voor de intake goed door te lezen.

Het spreekuur

Twee keer per week vindt het spreekuur plaats u meldt zich bij de polikliniek urologie.

De afspraak

De afspraak is gemaakt en de bevestiging is bijgevoegd. U ontvangt zoals uitgelegd een vragenlijst, plasdagboek en laboratoriumformulieren voor het inleveren van uw urine.

Om u zo goed mogelijk te kunnen helpen, is het belangrijk dat u deze informatiebrief goed doorleest, de vragenlijst en het dagboek invult en uw urine inlevert. Bij het ontbreken van gegevens en uitslagen zijn wij gedwongen uw afspraak te annuleren, u kunt dan zelf contact opnemen voor het maken van een nieuwe afspraak.

Belangrijke voorbereidingen voor de afspraak zijn:

• Als u medicijnen gebruikt, zorg dan voor een medicatielijst van de apotheek en neem deze mee op de dag van de afspraak.
• Vul de vragenlijst en het plasdagboek in en neem deze mee naar de afspraak.
• Zorg dat uw urine 4 weken voor de afspraak in het laboratorium aanwezig is. Als dat niet zo is, zijn de uitslagen niet op tijd binnen dan wordt uw afspraak automatisch geannuleerd.

De eerste afspraak

U kunt zich melden bij de aanmeldzuil met uw patiëntenpas. Bij de balie urologie geeft u de ingevulde formulieren/ vragenlijst af. Hierna neemt u plaatst in de wachtkamer.

Continentieverpleegkundige

De continentieverpleegkundige zal als eerste een korte intake met u houden en bespreekt hierbij de door u ingevulde formulieren. Eventueel kan zij u ook advies geven en een bestelling regelen voor het juiste incontinentiemateriaal.

Urologisch/gynaecologisch onderzoek

Na het gesprek met de continentieverpleegkundige gaat u naar de onderzoekkamer waar de gynaecoloog een gynaecologisch onderzoek doet en de uroloog een blaasonderzoek verricht. Menstruatie is geen bezwaar voor de onderzoeken. Wij verzoeken u plaats te nemen op een speciale onderzoekstoel waarbij u, tijdens het onderzoek, uw benen in de beensteunen legt. De verpleegkundige zal de schede en plasbuis reinigen in verband met het onderzoek.

Gynaecologisch onderzoek

Omdat u met uw benen gespreid ligt, is de ingang van de schede goed zichtbaar. De gynaecoloog vraagt of u wilt persen, zodat een eventuele verzakking te zien is. Hierna brengt hij een speculum (spreider) de schede in. Nu kan de gynaecoloog de baarmoedermond en de schedewand bekijken.

Vervolgens doet hij onderzoek naar de aanwezigheid van een verzakking met het zogeheten POPQ-onderzoek. De arts vraagt u nogmaals te persen of juist om de spieren van de schede aan te spannen. Dit laatste is om de kracht van de bekkenbodemspieren te meten. Als er ontlastingsproblemen zijn, kan de arts een vinger in het rectum (het uiteinde van de dikke darm) inbrengen om de achterwand van de schede en de bekkenbodem te beoordelen (een rectaal toucher).

Het blaaskijkonderzoek

Het is belangrijk dat u goed ontspannen bent voor het inbrengen van de cystoscoop. Zo ondervindt u daarvan het minste last. De uroloog brengt de cystoscoop in door de natuurlijke opening, via de plasbuis in de blaas. Door een slangetje dat aan de cystoscoop is bevestigd, brengt hij steriel water in de blaas. Hierdoor ontplooit de blaas zich en kunt u aandrang tot plassen krijgen. Wanneer deze aandrang te heftig is, zegt u dit tegen de arts.

Tijdens het onderzoek meet de uroloog in eerste instantie de eventueel achtergebleven urine. Daarna inspecteert hij de plasbuis, de blaas en de mate van vulling. Ook test de uroloog het afsluitmechanisme van de blaas.
De gynaecoloog/uroloog informeert u na het onderzoek over de uitslag en een eventueel verder behandelplan.

Weer thuis

Het is belangrijk dat u bij thuiskomst veel drinkt. U spoelt dan de blaas en urinewegen schoon.
Na het onderzoek kan het eerste uur - bij sommigen duurt dit enkele dagen - een versterkte plasdrang en een branderig gevoel bij het plassen optreden. Er kan ook wat bloed in de urine zitten. Dit is niet verontrustend en niet gevaarlijk. Als u na de ingreep langdurig klachten heeft, veel pijn, koorts (boven 38,5 graden Celsius) of aanmerkelijk moeilijker kunt plassen, neemt u dan contact op met de polikliniek.

Tot slot

Deze patiënteninformatie geeft u algemene voorlichting. Persoonlijke omstandigheden kunnen afwijken van de beschreven gang van zaken. Uiteraard bespreekt uw gynaecoloog/uroloog altijd met u uw persoonlijke situatie.

Adresgegevens

Locatie Delft Spreekuur op donderdag Polikliniek urologie, 1ste etage gang D balie 10 Tel: 015 260 39 43

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, neem dan op werkdagen contact op met:
Polikliniek urologie: 015 - 260 39 43 of 070 - 340 13 69
Polikliniek gynaecologie: 015 - 260 42 07
Meer informatie vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.