Het plaatsen van een duodenumsonde wordt gedaan als u (deels) afhankelijk bent van sondevoeding. Dit wordt gedaan met behulp van een flexibele slang: de neusscoop. Aan het uiteinde van de slang zit een klein lampje en een camera. Bij het plaatsen van een duodenumsonde wordt er een dun plastic slangetje (sonde) via uw neus in de twaalfvingerige darm (duodenum) geplaatst. De voeding die u dagelijks nodig heeft, krijgt u op deze manier via de duodenumsonde binnen.
We vragen u om de vragenlijst ‘opname dagbehandeling’, die u bij de afspraakbevestiging hebt gekregen, ingevuld mee te nemen.
Sedatie
Tijdens een scopie wordt sedatie toegediend. Sedatie is een combinatie van een rustgevend middel en een pijnstiller. Het doel van de sedatie is dat u zich beter kunt ontspannen en dat het onderzoek minder belastend voor u is. U moet dit niet verwarren met een narcose.
Vanwege de sedatie moet u na het onderzoek altijd door een contactpersoon worden opgehaald op het dagbehandelcentrum (4e etage, gang E).
U mag na het onderzoek niet zelf autorijden en alleen onder begeleiding van uw contactpersoon aan het verkeer deelnemen. Dit geldt ook voor lopen, fietsen en de taxi. We raden het af om op de dag van het onderzoek nog te gaan werken of belangrijke beslissingen te nemen. De dag na het onderzoek kunt u alles weer doen zoals u gewend bent.
Heeft u slaapapneu (
OSAS) en gebruikt u hiervoor een CPAP apparaat? Wilt u dit apparaat dan meenemen naar het onderzoek?
De voorbereiding
Voor dit onderzoek is het belangrijk dat u nuchter bent.
Let op! De tijd waarop u niet meer mag eten en drinken is afhankelijk van de tijd van het onderzoek.
Het onderzoek is in de ochtend
Vanaf 0:00 uur mag u niets meer eten. U mag vanaf 0:00 uur tot twee uur voor het onderzoek nog maximaal 100 milliliter water drinken.
Het onderzoek is in de middag
U mag tot uiterlijk zes uur voor het onderzoek een licht ontbijt (één beschuit of cracker). Dat betekent voor u dat u tot ______ uur mag eten. U mag na dit tijdstip tot twee uur voor het onderzoek nog maximaal 100 milliliter water drinken.
Belangrijk!
- Gebruikt u bloedverdunnende medicatie, dan moeten hier afspraken over zijn gemaakt met de behandelend arts of de endoscopie verpleegkundige. Als u hier geen informatie over heeft gekregen, neem dan contact op met de afdeling Endoscopie. Let op! Wanneer u alléén carbasalaatcalcium (Ascal®) of acetylsalicylzuur (Aspirine®) gebruikt, hoeft u geen contact op te nemen. De dosering van deze middelen hoeft niet aangepast te worden en deze medicatie hoeft niet gestopt te worden.
- Als u diabetes hebt en hier medicatie voor gebruikt, moeten uw medicijnen aangepast worden aan de voorbereiding. Uw behandelend arts of de endoscopie verpleegkundige zal u hier over informeren. Indien u geen aangepaste medicatielijst hebt ontvangen, neemt u contact op met de afdeling Endoscopie.
- Alle overige medicijnen die u slikt kunt u de dag van het onderzoek innemen tot uiterlijk twee uur voor het onderzoek.
- Losse gebitselementen moeten uit de mond verwijderd worden. Dit kan in de onderzoekskamer vlak voor het onderzoek.
Het onderzoek
De dagverpleging
Voor het onderzoek meldt u zich bij de aanmeldzuil van de dagbehandeling (4e etage, gang E).
U wordt vervolgens opgehaald door de verpleegkundige van de dagverpleging en verder voorbereid op het onderzoek. U wordt aangesloten aan de bewakingsmonitor en u krijgt een infuusnaaldje in uw arm waardoor op de onderzoekskamer de sedatie wordt gegeven. Na een korte vragenlijst zal, indien nodig, met een vingerprik uw bloedsuiker en/of antistollingswaarde (INR) bepaald worden.
Het plaatsen van duodenumsonde
De arts en de verpleegkundigen stellen in de onderzoekskamer de laatste controlevragen. Daarna krijgt u een antischuimdrankje, dit voorkomt schuimvorming in de maag tijdens het onderzoek. Aansluitend krijgt u keelverdoving en in beide neusgaten een neusspray of gel met verdovingsmiddel. U gaat op uw linkerzijde liggen. U mag uw voorkeur aangeven in welk neusgat u de sonde wilt krijgen. Via het
infuus krijgt u dan de sedatie toegediend. In sommige gevallen moet er ook zuurstof worden toegediend. U krijgt dan een sponsje in de neus voor zuurstoftoediening. Hierna zal het onderzoek starten. De neusscoop wordt via de neus, door de slokdarm en maag in de twaalfvingerige darm gelegd. Via de scoop wordt een voerdraad ingebracht, de scoop wordt teruggetrokken en de voerdraad blijft achter. Over de voerdraad wordt de sonde opgevoerd en als de sonde op de juiste plek ligt wordt de voerdraad verwijderd. De sonde wordt vastgemaakt met een neuspleister op uw neus. Het plaatsen van een duodenumsonde duurt ongeveer 10 minuten.
Na het onderzoek
Na het onderzoek moet u minimaal één uur op de dagverpleging of verpleegafdeling blijven. Als u goed wakker bent, dan krijgt u wat te eten en te drinken mits uw dieet dit toelaat. Uw contactpersoon wordt ondertussen gebeld. Voordat u met ontslag gaat, krijgt u een voorlopige uitslag van het onderzoek. Als er weefsel is afgenomen voor microscopisch onderzoek, dan krijgt u de uitslag hiervan van op een later moment. De definitieve uitslag en eventueel vervolg onderzoeken/ behandelingen wordt door uw behandeld arts besproken. U krijgt na het onderzoek een uitslagformulier mee, waarop beschreven staat van en bij wie u eventuele aanvullende uitslagen en afspraken krijgt.
Mogelijke risico’s en complicaties van de sedatie
Onze werkwijze is er uiteraard op gericht om risico’s en complicaties te voorkomen. Sedatie kan ademhalingsproblemen veroorzaken of problemen in de hartfunctie. Oudere mensen en/of mensen met hart- of longproblemen lopen hierop een groter risico. De arts heeft van tevoren beoordeeld of het voor u veilig is om sedatie te krijgen.
Mogelijke risico’s en complicaties van de scopie
Het is mogelijk dat u na de scopie wat last heeft van een opgeblazen gevoel en winderigheid, dit komt door de lucht die wordt ingeblazen tijdens de scopie. Boeren of winden laten geeft dan vaak verlichting.
Het plaatsen van een duodenumsonde is een veilige procedure, waarbij complicaties zelden voorkomen.
Als u zich verslikt tijdens het onderzoek kan een longontsteking het gevolg zijn. Deze kans is zeer klein (1-2 op 1000 patiënten) omdat u nuchter bent tijdens het onderzoek. Ook is er een kleine kans op het ontstaan van een perforatie (scheurtje) in de maag of een bloeding.
Neem contact op met de endoscopie afdeling bij:
- Plotselinge hevige buikpijn.
- Zwarte ontlasting.
- Koorts.
Bij klachten binnen één week neemt u
contact op met de afdeling Endoscopie of buiten kantooruren met de Spoedeisende Hulp. Vanaf één week na het onderzoek kunt u met eventuele klachten
contact opnemen met uw huisarts. Vermeld altijd dat u een duodenumsonde hebt gekregen.
Contact
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder? U kunt tijdens kantooruren
contact opnemen met de afdeling endoscopie. Buiten kantooruren belt u met de Spoedeisende Hulp.
- Afdeling Endoscopie 015 - 260 40 05
- Spoedeisende Hulp 015 - 260 38 45
Bent u verhinderd?
Als u uw afspraak wilt veranderen of afzeggen dan vragen wij u dit zo spoedig mogelijk, maar minimaal 24 uur van tevoren telefonisch door te geven bij de afdeling waar u de afspraak hebt.