Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Borstkankercentrum
Oncologie

Anti-hormonale therapie

Anti-hormonale therapie

Behandeling borstkanker

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U krijgt deze folder omdat u borstkanker heeft (gehad). Uw arts heeft u geadviseerd om met anti-hormonale therapie (ook wel endocriene therapie) te starten. In deze folder leggen we uit wat anti-hormonale therapie is, hoe het werkt en welke bijwerkingen u mogelijk kunt ervaren.
Heeft u na het lezen nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. De contactgegevens staan aan het eind van deze folder.

Wat is anti-hormonale therapie?

Het woord hormoon komt uit het Grieks en betekent: ‘iets in beweging zetten’. Hormonen zijn stofjes in uw lichaam die zorgen dat bepaalde dingen gebeuren. Ze geven signalen door aan organen en weefsels, bijvoorbeeld om te groeien, te herstellen of te pauzeren. Sommige organen hebben hormonen nodig om goed te werken, bijvoorbeeld de borsten, de schildklier, de prostaat en het slijmvlies van de baarmoeder. Als er in deze organen kanker ontstaat, kunnen de kankercellen hormonen gebruiken om te groeien. Zolang de hormonen aanwezig zijn, kan de tumor doorgroeien. Door de hormonen weg te nemen of hun werking te blokkeren, kunnen we ervoor zorgen dat de tumor stopt met groeien, kleiner wordt of zelfs (tijdelijk) verdwijnt. Dit is het idee achter anti-hormonale therapie.

Werking van anti-hormonale therapie

Anti-hormonale therapie werkt meestal op twee manieren:
Anti-hormonale therapie wordt meestal gegeven naast andere behandelingen, zoals een operatie, bestraling, chemotherapie en/of doelgerichte therapie.

Anti-hormonale therapie bij borstkanker

Borstcellen hebben de hormonen oestrogeen en progesteron nodig om goed te werken en te groeien. Deze hormonen worden vooral gemaakt in de eierstokken. Ook maken de bijnieren en het vetweefsel onder de huid een klein beetje hormonen aan. De hormonen binden zich aan de borstcellen via speciale plekken op de cel. Deze plekken heten receptoren. Soms hebben borstkankercellen deze receptoren. Als dat zo is, kunnen oestrogeen en progesteron zich vastmaken aan de kankercel. Hierdoor krijgen de tumorcellen het signaal om te groeien. We noemen zo’n tumor hormoongevoelig.

Hormoongevoelige borstkanker

Anti-hormonale therapie kan op twee manieren worden gegeven:
Er zijn verschillende soorten anti-hormonale therapie. Welke medicijnen u krijgt, hangt af van:
Uw arts kiest de behandeling die het beste past bij uw situatie.

Mogelijke bijwerkingen

Bij anti-hormonale therapie (endocriene therapie) kunt u bijwerkingen krijgen. Of u daar last van krijgt, hangt af van een paar dingen:
Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen. Sommige mensen ervaren weinig klachten, anderen meer. Geef uw lichaam de tijd. Uw lichaam moet wennen aan de medicijnen. Daarom is het belangrijk om de behandeling niet meteen te stoppen als u klachten krijgt. Probeer de medicijnen in ieder geval vier tot acht weken. Soms verdwijnen of verminderen de klachten vanzelf.

De volgende bijwerkingen kunnen bij anti-hormonale therapie voorkomen:

Overgangsverschijnselen (vervroegde overgang)

Anti-hormonale therapie kan zorgen voor overgangsverschijnselen. Dit geldt ook voor vrouwen die al in de overgang zijn. Mogelijke klachten zijn:

Opvliegers

Opvliegers zijn de meest voorkomende klachten bij anti-hormonale therapie. Een opvlieger is een plotselinge warmtegolf die vaak begint bij de borst, rug of armen en naar het hoofd stijgt. U kunt hierbij een rood gezicht krijgen, gaan zweten en uw hartslag kan sneller worden.

Opvliegers:
Wat kunt u zelf doen?
Probeer uit wat u zelf wel of niet goed verdraagt.
Let op!
Sommige kruidenmiddelen of homeopathische middelen tegen opvliegers kunnen werken als oestrogeen. Deze kunnen de werking van uw kankerbehandeling tegenwerken. Gebruik ze daarom alleen als uw arts dit goedvindt.

Vermoeidheid

Door de verandering in uw hormonen kunt u zich vermoeid voelen. Vermoeidheid kan ook komen door de ziekte zelf, de behandelingen of de stress die de ziekte met zich meebrengt. De vermoeidheid kan langzaam minder worden tijdens de behandeling, maar het kan ook zijn dat de vermoeidheid niet helemaal overgaat.
Klachten die u kunt hebben door vermoeidheid zijn bijvoorbeeld:Wat kunt u zelf doen?

Gewrichtsklachten

Ongeveer 30 tot 40 procent van de vrouwen die behandeld worden met anti-hormonale therapie ervaren bot- en gewrichtsklachten. Oestrogenen spelen een rol in de aanmaak van gewrichtsvloeistof, en tijdens de overgang wordt deze aanmaak verminderd. Dit kan leiden tot stijfheid en pijn in de gewrichten, vooral 's ochtends bij het opstaan. Naarmate u beweegt, kunnen de klachten vaak snel afnemen.

Wat kunt u zelf doen?

Moeite met concentreren

Door veranderingen in de hormonen kan het zijn dat u meer moeite heeft om u te concentreren. Ook kunt u merken dat u dingen makkelijker vergeet.

Sombere of wisselende stemming

Door de verandering in de hormoonhuishouding kunt u gevoeliger voor stemmingswisselingen zijn. Vrouwen geven aan dat zij prikkelbaarder zijn, gemakkelijker geïrriteerd raken, sneller uit hun evenwicht raken, soms zodanig dat ze zichzelf niet herkennen. Depressieve gevoelens kunnen ontstaan als direct gevolg van de overgang, maar ook doordat u geconfronteerd wordt met het ziekte- en behandelproces.

Wat kunt u zelf doen?

Hoofdpijn

Er is een relatie tussen hormonale veranderingen en hoofdpijn. Het is niet precies bekend waarom hormonen hoofdpijn of migraine kunnen beïnvloeden, maar patiënten kunnen ervaren dat hun hoofdpijn verergert of vaker voorkomt bij hormonale schommelingen.

Wat kunt u zelf doen?

Aankomen in gewicht

Tijdens een behandeling met anti-hormonale therapie kan het zijn dat u enkele kilo’s aankomt. De oorzaak hiervan is niet precies bekend. Bepaalde anti-hormonale therapie kan de eetlust verhogen, waardoor u in gewicht aankomt. Gewichtstoename kan ook komen doordat u vocht vasthoudt.

Wat kunt u zelf doen?

Veranderingen aan uw huid

Door de hormonale veranderingen kan uw huid veranderen:
Wat kunt u zelf doen?
Smeer uw huid regelmatig in met een verzorgende en vocht inbrengende lotion.

Veranderingen aan uw haar

Door de behandeling met anti-hormonale therapie kan uw haar dunner worden en kunt u meer haarverlies hebben dan normaal. Echter, bij anti-hormonale therapie treedt meestal geen volledige kaalheid op, zoals soms wel gebeurt bij chemotherapie. Sommige vrouwen krijgen juist iets meer gezichts- en/of lichaamsbeharing.

Wat kunt u zelf doen?

Droge vagina

Door de afname van oestrogeen kunnen de slijmvliezen droger en dunner worden. Dit geldt niet alleen voor de slijmvliezen van ogen, neus en mond, maar vooral ook voor de slijmvliezen van de vagina. Daardoor kan de vagina gevoeliger worden voor irritaties. Mogelijke klachten die kunnen optreden zijn:
Wat kunt u zelf doen?

Minder zin in seks (libidoverlies)

Door anti-hormonale therapie kunt u minder zin in vrijen krijgen. Dit kan invloed hebben op uw seksuele relatie en kan ervoor zorgen dat u minder interesse heeft in seks. Minder zin in seks betekent niet altijd dat u minder behoefte heeft aan intimiteit. Ook uw partner kan het soms moeilijk vinden om lichamelijk contact te hebben, bijvoorbeeld omdat hij of zij denkt dat u daar nog niet klaar voor bent.

Het is belangrijk om samen aandacht te geven aan de verschillende gevoelens en behoeften. Neem de tijd om samen weer vertrouwd te raken met uw lichaam en om te verwerken wat er veranderd is door de ziekte en de behandeling. U en uw partner kunnen samen een oplossing zoeken, eventueel met hulp van een therapeut.

Wat kunt u zelf doen?

Onvruchtbaarheid

Wanneer de eierstokken verwijderd zijn of wanneer de werking van de eierstokken is stilgelegd, zoals bij sommige vormen van anti-hormonale therapie gebeurt, raakt u onvruchtbaar. Bij het verwijderen van de eierstokken is dit een definitieve situatie. Echter, wanneer de anti-hormonale therapie stopt, kan de vruchtbaarheid in principe weer terugkeren. Als de menstruatie na de behandeling weer begint, is een zwangerschap soms nog mogelijk. Dit betekent dat het belangrijk is om altijd goede voorbehoedsmiddelen te gebruiken.

Bij het gebruik van Tamoxifen moet u voorbehoedsmiddelen gebruiken. Tamoxifen beschermt niet tegen zwangerschap. Vrouwen met borstkanker kunnen beter niet de pil gebruiken. Het is beter geen hormonale voorzorgsmaatregelen te nemen, maar gebruik bijvoorbeeld condooms of een spiraaltje zonder hormonen.

Wat kunt u zelf doen?

Bespreek met uw arts de mogelijke gevolgen van de anti-hormonale therapie voor uw vruchtbaarheid en welke voorbehoedsmiddelen het beste voor u zijn.

Osteoporose (botontkalking) en botbreuken

Na de overgang daalt bij alle vrouwen de botdichtheid, wat osteoporose of botontkalking wordt genoemd. Oestrogeen speelt een belangrijke rol in de botaanmaak, maar na de overgang is de oestrogeen- en progesteronspiegel sterk verminderd. Dit kan leiden tot versnelde botontkalking en een verhoogd risico op botbreuken, vooral voor vrouwen die aromataseremmers (zoals letrozol, anastrozol en exemestaan) gebruiken of die op jonge leeftijd in de overgang komen.

Wat kunt u zelf doen?

Misselijkheid

Sommige mensen voelen zich misselijk als ze beginnen met de behandeling. Dit gebeurt vooral in de eerste weken. Meestal gaat de misselijkheid na drie of vier weken vanzelf over.

Wat kunt u zelf doen?

Trombose en longembolie

Bij anti-hormonale therapie is de kans op het ontstaan van bloedstolsels (trombose) iets verhoogd in vergelijking met mensen die deze behandeling niet krijgen. Trombose is een bloedpropje in een bloedvat. Het bloed kan dan niet goed doorstromen.
U kunt dan klachten krijgen zoals:
Wat kunt u zelf doen?
Neem bij deze klachten direct contact op met uw verpleegkundig specialist!

Vaginaal bloedverlies

Bij het gebruik van anti-hormonale therapie kunt u soms bloed uit de vagina verliezen op momenten dat u dit niet verwacht. Dit noemen we onregelmatig bloedverlies.

Wat kunt u zelf doen?
Neem bij deze klachten contact op met uw verpleegkundig specialist. Mogelijk krijgt u dan een afspraak bij de gynaecoloog voor verder onderzoek.

Sojaproducten

Soja bevat plantaardige oestrogenen (isoflavonen). Deze stoffen lijken op de oestrogenen die uw eigen lichaam maakt. Voor vrouwen die anti-hormonale therapie krijgen, is dat misschien niet goed. Uit onderzoek blijkt dat u wel gewone sojaproducten mag gebruiken, maar niet te veel.

Wat kunt u zelf doen?

Zo neemt u de medicatie in

Het is belangrijk dat u de tabletten elke dag op hetzelfde tijdstip inneemt. Zo wordt het een gewoonte en vergeet u het minder snel.
Heeft u bijwerkingen die uw dagelijks leven moeilijk maken? Bespreek dit dan met uw arts of verpleegkundig specialist. Samen kijkt u wat er mogelijk is om de klachten te verminderen.

Contact

Heeft u vragen of klachten door de behandeling? Bel dan het Borstkankercentrum via 015 - 260 39 35.

Bel direct bij klachten zoals:
Bel ook dit nummer buiten werktijden en in het weekend als u zulke klachten heeft.


Foldernummer: 0041
Laatst bijgewerkt op: 01-08-2025




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien