U ontvangt deze informatie, omdat de kinderarts een DSMA-scan (nierscintigrafie) bij uw kind heeft afgesproken. Dit onderzoek wordt gedaan om na te gaan hoe de toegediende stof (DMSA) in de nieren wordt opgenomen. Op deze manier kan de werking van de nieren worden beoordeeld en eventuele afwijkingen in de nieren kunnen worden opgespoord . Wat gaat er aan het onderzoek vooraf
Uw kind hoeft voor het onderzoek niet nuchter te zijn en mag dus gewoon eten en drinken.
Bij aankomst in het ziekenhuis meldt u zich op de afgesproken tijd (ongeveer 2 uur voor het maken van de beelden) bij de balie van de Kinder- en Jeugdafdeling, 2de etage, gang F.
Soms wordt u dan verzocht om in de wachtruimte te wachten tot u en uw kind opgehaald worden door de verpleegkundige/ medisch pedagogisch hulpverlener.
U en uw kind worden voorbereid door de medisch pedagogisch hulpverlener of door de verpleegkundige.
De voorbereiding wordt afgestemd op de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van uw kind: met poppen, beren, allerlei materialen en/ of door mondelinge uitleg.
Er wordt een Raphydanpleister of Emla-zalf op de huid van uw kind aangebracht. Dit is om de opperhuid iets te verdoven, zodat uw kind het plaatsen infuuslockje minder zal voelen. Het infuuslockje wordt ingebracht voor het onderzoek. De zalf moet minimaal een half uur inwerken.
Ook kunnen er nog aanvullende metingen gedaan worden, bijvoorbeeld het gewicht.
Minimaal een half uur na het aanbrengen van de Raphydanpleister of Emla-zalf worden u en uw kind naar de onderzoekskamer gebracht alwaar de kinderarts een infuuslockje bij uw kind inbrengt. Zo nodig wordt er ook gelijk bloed afgenomen voor onderzoek.
De naald van het infuuslockje wordt direct weer verwijderd en er blijft een soort plastic buisje in de ader achter. Het infuuslockje is nodig voor het onderzoek op de afdeling Nucleaire Geneeskunde waar de scan wordt gemaakt.
U vertrekt ongeveer tien minuten voor aanvang van het onderzoek naar de afdeling Nucleaire Geneeskunde. De verpleegkundige belt met de afdeling Nucleaire Geneeskunde dat u en uw kind onderweg zijn.
Hoe verloopt het onderzoek
Op de afgesproken tijd melden u en uw kind zich op de afdeling Nucleaire Geneeskunde, begane grond, gang F. Daar wordt u tijdens het onderzoek begeleid door een van de medewerkers van de Nucleaire Geneeskunde, zo nodig in directe ruggespraak met een van de Nucleair geneeskundigen.
Het onderzoek begint vrijwel altijd met de toediening van het contrastmiddel. Van het inspuiten merkt uw kind weinig tot niets. Het infuuslockje wordt direct na het toedienen van het contrastmiddel verwijderd.
Twee uur na het toedienen van het contrastmiddel worden er opnames van de nieren gemaakt. In de tussenliggende tijd mag u zelf weten of u terug gaat naar de Kinder- en Jeugdafdeling of naar huis. U zorgt ervoor dat u en uw kind op de afgesproken tijd weer terug zijn op de afdeling Nucleaire Geneeskunde.
Vervolgens worden er opnames van de nieren gemaakt; deze opnames duren ongeveer 20 minuten.
Het is belangrijk dat uw kind niet teveel beweegt tijdens de opnames. Daarom wordt eventueel gebruik gemaakt van een vacuümkussen, zodat uw kind in zijn/ haar bewegingen wordt beperkt. U kunt tijdens het onderzoek bij uw kind blijven; de medewerker van de Nucleaire Geneeskunde zal u uitleggen op welke wijze u uw kind het beste kunt bijstaan.
Na het onderzoek mogen u en uw kind weer huiswaarts gaan.
De uitslag van het onderzoek krijgt u door middel van een belafspraak.
Wat uw kind van tevoren moet weten
- hoe het onderzoek verloopt
- dat het inbrengen van een infuuslockje best pijn kan doen maar dat uw kind van tevoren een pleister of zalf krijgt die de ergste pijn tegengaat
- tijdens het maken van de beelden moet het kind stil blijven liggen
- de speciale camera komt boven de buik te hangen en maakt een zoemend geluid. Na het instellen is er alleen een zacht gezoem te horen
- dat de ouder/ verzorger tijdens het onderzoek erbij mag zijn
- dat het eruit halen van het infuuslockje vrijwel geen pijn doet, het losmaken van de pleisters kan wel vervelend aanvoelen
- dat het kind na het onderzoek weer snel mee naar huis mag.
Hoe kunt u uw kind (tijdens het onderzoek) helpen
- Probeer zelf zo rustig mogelijk te blijven, uw kalmte maakt uw kind rustiger.
- Richt uw aandacht op uw kind, het heeft uw steun nodig.
- Stel gerust vragen wanneer u of uw kind iets niet begrijpt.
- Neem vertrouwd speelgoed of een voorleesboek mee als afleiding en eventueel een speentje.
- U kunt ook een kinder-cd meenemen die afgespeeld kan worden tijdens het maken van de opnames.
- Neem de buggy van uw kind mee zodat uw kind in zijn/ haar eigen vertrouwde buggy vervoerd kan worden.
- Neemt voor de zekerheid schone kleding en, indien van toepassing, luiers mee voor uw kind.
Contact
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, neem dan contact op met de polikliniek Kindergeneeskunde via telefoonnummer: 015 - 260 36 90.