Deze folder geeft informatie over diabetes en een te hoge bloedglucose en welke actie er ondernomen moet worden. Hyperglykemie of hyper
Bij een hyperglykemie is de bloedglucose te hoog (boven de 15 mmol/l).
Oorzaken van een hyperglykemie kunnen zijn
- Niet of net ontdekte diabetes mellitus
- Slechte diabetesregulatie
- Te weinig insuline spuiten of vergeten te spuiten
- Kapotte insulinepen, defecte insulinepomp, verkeerd gebruik van pen/pomp
- voeding bevat meer koolhydraten of suiker dan verwacht
- Ziekte, emotie, stress, medicijnen (o.a. prednison)
Het verloop
Het verloop van de hyperglykemie bij diabetes mellitus type 1 en type 2 is verschillend. Hier wordt nader op ingegaan.
Hyperglykemie bij diabetes mellitus type 1
Bij een hoge bloedglucose (boven de 15 mmol/l) is er een tekort aan insuline in het lichaam. De glucose kan hierdoor de cel niet in. De energievoorziening komt in de knel. Het lichaam gaat andere bronnen zoeken en gaat over op het verbranden van vetten. Door deze vetverbranding komen stoffen (ketonen) vrij die een verzuring van het lichaam tot gevolg hebben. In ernstige gevallen kan de hyperglykemie overgaan in een ernstige verzuring of ketoacidose met bewusteloosheid (coma).
Naast symptomen als veel plassen, droge mond en dorst zijn duidelijke kenmerken van een ketoacidose:
- braken, buikpijn en weinig eetlust
- adem die naar aceton ruikt
- diepe, zware ademhaling
Het optreden van een hyperglykemie bij diabetes mellitus type 1 kan snel verlopen. Wees dus alert! Op dit moment is extra insuline en extra vocht nodig.
Hyperglykemie bij diabetes mellitus type 2
Ook hier is sprake van een te hoog glucosegehalte in het bloed, maar met uitdroging in plaats van verzuring van het lichaam. Dit komt vaker voor bij oudere mensen.
Symptomen zijn veel plassen, vaak met incontinentie (= urine niet kunnen ophouden) en dorst. In ernstige gevallen ontstaat een toegenomen sufheid of zelfs coma met sterke uitdrogingsverschijnselen (droge mond/ lippen, ingevallen gelaat). Daarom bij hyperglykemie zowel bij diabetes mellitus type 1 en 2:
- om de 2 uur de bloedglucose bepalen en noteren, ook al voelt u zich niet lekker
- veel drinken, 2 ½ liter vocht (water, thee, bouillon)per 24 uur om uitdroging te voorkomen
- in overleg met arts of diabetesverpleegkundige de hoge bloedsuiker corrigeren met een kortwerkende insuline
Een voorbeeld van een bijspuitschema
De 2-4-6 regel is te gebruiken bij een ontregeling van de bloedglucoses bij onder andere ziekte.
Niet gebruiken na een hypo, omdat de hyperglykemie die ontstaat na het oplossen van een hypo een normaal verschijnsel is. Bij correctie kan er weer een hypo optreden.
De 2-4-6 regel houdt in:
Bloedglucose tussen 15 en 20 mmol/l:
4 eenheden (eh) snelwerkende insuline extra spuiten.
Bloedglucose boven de 20 mmol/l:
6 eenheden (eh) snelwerkende insuline extra spuiten.
Na
2 uur opnieuw bloedglucosewaarde meten.
Afhankelijk van bloedglucose: actie herhalen tot bloedglucose onder 15 mmol/l is.
Extra actie bij gebruik van een insulinepomp
- Gebruik de insulinepen met kortwerkende insuline bij mogelijke verdenking van een kapotte pomp of als 1x een extra bolus onvoldoende of niet helpt
- Vervang infusieset, infusienaald
- Gebruik de tijdelijk basaalstand (in overleg met arts/ diabetesverpleegkundige)
- Meet zo nodig ketonen in urine of in bloed (overleg dit met behandelend arts/ diabetesverpleegkundige).
Raadpleeg de arts of diabetesverpleegkundige als voldoende drinken niet lukt of bij toenemende sufheid, zowel bij een schema met insuline-injecties als insulinepomp gebruik.
Bij hoge bloedglucosewaarden (boven de 15 mmol/l) en braken: BRAKEN = BELLEN.
Contact
De polikliniek inwendige geneeskunde Reinier de Graaf Gasthuis is op werkdagen bereikbaar van 8.30 tot 16.30 uur op telefoonnummer 015 - 260 30 70.
Tussen 17.00 en 8.30 uur en in het weekend
Neem contact op met de huisartsenpost of de dienstdoende huisarts.
Wanneer dit niet lukt kunt u contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp van het Reinier de Graaf, telefoonnummer 015 -260 30 60. Er is sprake van spoed in geval van:
- ernstige ontregeling zonder duidelijke oorzaak
- ontregeling bij ziekte (bv. koorts, braken, diarree)
- ontregeling bij zwangere vrouwen
- ontregeling bij subcutane insulinepomptherapie
Patiënten met een subcutane insulinepomp kunnen direct
contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp van het Reinier de Graaf.