Wat merk je van een delier?
Een delier is een plotselinge verwardheid of sufheid die optreedt als het lichaam uit balans is. Dit kan er constant zijn, maar meestal wisselt het erg over de dag. Het ene moment lijkt de patiënt helemaal zichzelf, het andere moment is iemand heel anders dan normaal. Patiënten merken zelf vaak dat het denken moeilijk gaat en dat ze niet goed weten wat er aan de hand is. Dat kan heel beangstigend zijn. Wat je als naaste merkt van de verwardheid is heel verschillend per patiënt. Hieronder staat een lijst van de meest voorkomende klachten bij een delier. Deze hoeven er niet allemaal tegelijk te zijn.
Symptomen van een delier
- Aandacht er niet bij kunnen houden
- Vergeetachtigheid (vooral voor nieuwe dingen / korte termijn)
- Slaperigheid
- Onrust
- Plukkerigheid (bijvoorbeeld trekken aan infuus of katheter)
- Onhandigheid
- Hallucinaties (dingen zien of horen die er niet zijn)
- Wanen (bijvoorbeeld achterdochtig worden)
- Desoriëntatie (Niet weten waar iemand is / hoe laat het is)
- Als reactie: angst of boosheid
Patiënten kunnen er niets aan doen dat ze door het delier anders reageren, ook niet als dat boos of achterdochtig zijn. Wat mensen in een delier zeggen moet u daarom niet persoonlijk nemen.
Hoe ontstaat een delier?
Een delier wordt veroorzaakt door een ontregeling van de hersenen door een lichamelijk probleem. Dat lichamelijke probleem kan een ziekte zijn, maar ook een operatie of bepaalde medicatie. Hoe makkelijk de hersenen ontregelen, hangt af van hoe fit de hersenen zijn. Mensen met hersenziekten hebben minder fitte hersenen en hebben daarom meer kans op een delier. Veel voorkomende hersenziekten zijn bijvoorbeeld dementie of een beroerte. Ook gewoon veroudering van de hersenen geeft meer risico, dus ouderen hebben meer kans op een delier, zeker als ze al wat geheugenproblemen hadden. Angst en somberheid (en de medicijnen daarvoor) zorgen er ook voor dat iemand sneller een delier krijgt.
Hoe kun je een delier behandelen?
De behandeling bestaat uit twee delen:
- De onderliggende oorzaak (het lichamelijke probleem) verbeteren
- De hersenen zo fit mogelijk houden
De onderliggende oorzaak verbeteren
Het is belangrijk dat het behandelteam de oorzaken van het delier vaststelt en deze behandelt. Door behandeling van de onderliggende oorzaken zal het delier weer verdwijnen. Omdat te weinig eten en drinken vaak ook een deel van het probleem is, moeten we er samen voor zorgen dat de patiënt gestimuleerd wordt om goed te eten en drinken. Er zijn geen medicijnen om het delirium sneller te doen verdwijnen, maar we kunnen wel medicijnen voorschrijven om de angst of onrust tijdens een delier (een beetje) te verminderen.
De hersenen zo fit mogelijk houden
Een delier is een ontregeling van de hersenen. De hersenen raken eerder ontregeld als ze hard moeten werken. Hersenen moeten hard werken als ze veel moeten denken of heftige emoties (zoals angst of verwarring) moeten verwerken. Hoe minder hard de hersenen hoeven te werken – dus hoe ontspannener iemand is, hoe eerder het delier verbetert. We doen dus ons best een geruststellende omgeving te bieden, met aandacht voor de geheugenproblemen die mensen met een delier hebben. We hangen bijvoorbeeld briefjes op met geheugensteunen, zoals de datum, of de reden waarom iemand in het ziekenhuis is.
Een
delier is soms zelfs te voorkomen door te zorgen dat iemand ontspannen is, waardoor de hersenen niet ontregeld raken.
Hoe u zelf kunt helpen, staat hieronder.
Omgang met iemand die een delier heeft: wat u kunt doen als familie, vriend(in) of kennis
Het zien van dierbaren is meestal helpend, omdat het ontspannend is. Drukte door teveel bezoek kan echter tegenwerken. Het kan dus zijn dat we in het ene geval vragen of u veel aanwezig wilt zijn, en in het andere geval vragen niet te vaak of niet met te veel mensen te komen.
Algemene tips:
- Spreek rustig en in korte, duidelijke zinnen
- Verwacht niet te veel van de patiënt
- Bezoek de patiënt met maximaal twee personen tegelijk
- Zeg tegen uw naaste wie u bent, waarom u komt en herhaal dit zo vaak als nodig
- Vertel uw naaste, indien mogelijk, waarvoor hij/zij in het ziekenhuis ligt
- Let erop dat uw naaste zijn/haar bril en/of gehoorapparaat gebruikt
- Breng eigen schoenen en kleding van de patiënt mee, zodat uw naaste overdag aangekleed kan zijn als ze hiervoor niet te ziek zijn
- Neem spullen mee die uw naaste gerust kunnen stellen, zoals een foto van dierbaren, foto van het huis, eigen kussen of klok; andere vertrouwde spullen
- Soms heeft de patiënt waangedachten of beleeft hij/zij dingen die er niet zijn (hallucinaties). Als u het kunt negeren en het gesprek op iets anders kunt brengen is dat het beste. Als dat niet lukt: wees vriendelijk, maar eerlijk: benoem dat u denkt dat het anders zit, of dat u de hallucinaties niet kunt zien of horen.
Maak met de verpleegkundige van de afdeling afspraken over het bezoek. Als uw naaste rustiger wordt door uw aanwezigheid is het mogelijk om ook buiten de vaste bezoektijden bij hem/haar te zijn of zelfs in de nacht te blijven slapen. Als uw naaste onrustiger wordt van uw bezoek is het belangrijk dat u het bezoek kort houdt (denk dan aan hooguit een kwartier).
Omgang met iemand die een delier heeft: ziekenhuispersoneel
Het verplegend personeel probeert een goed therapeutisch klimaat te creëren, waarbij wordt getracht een goede dag- nacht structuur na te leven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van oriëntatiebevorderende middelen (bijvoorbeeld een oriëntatie klok).
Bij zeer onrustige patiënten is het soms nodig om vrijheidsbeperkende maatregelen te nemen, zoals het omhoog doen van de bedhekken, het inzetten van een bedscan, een tentbed of een optiseat (sta-op melder). Alleen bij hoge uitzondering maken we gebruik van buik- en evt polsbanden. We begrijpen dat dit niet prettig is om te zien en ook de patiënt zelf vindt het meestal vervelend. Deze maatregel wordt daarom alleen ingezet om te voorkomen dat mensen zichzelf beschadigen. Denk hierbij aan uit bed vallen of infusen verwijderen.
Het fixeren van iemand bespreken wij altijd met de eerste contactpersoon. Deze persoon moet een formulier tekenen ter goedkeuring. Als de nood hoog is, kan het zijn dat wij voor toestemming telefonisch
contact opnemen en vragen achteraf het formulier te tekenen.
Na het delirium
Mensen kunnen zich na opname nog vaak de ‘verwarde’ periode herinneren. Ze kunnen zich hiervoor schamen of er onzeker van worden. Probeert u daarom, als uw naaste hersteld is, met hem/haar te praten over wat er is gebeurd. Vertel dat hij/zij zich niets kwalijk hoeft te nemen.
Veel mensen zijn een week na het delier qua denken weer redelijk de oude. Bij een deel van de mensen duurt het langer, het herstel kan tot wel 3 maanden duren. Bij sommigen blijft het denken en geheugen minder goed dan voor het delier. Een delier kan ook een voorbode zijn van een beginnende dementie. Dit is soms een reden om later nog eens op onze polikliniek te komen om onderzoek te doen of er sprake kan zijn van dementie.
Contact
Heeft u nog vragen na het lezen van deze folder, dan kunt u bellen met 015 - 260 50 40. Wij zijn bereikbaar op werkdagen tussen 08.15-12.30 uur en 13.15-16.45 uur.
De locaties van de polikliniek klinische geriatrie vindt u op onze website
www.reinierdegraaf.nl.
Als u toch niet kunt komen op een afgesproken datum, laat ons dit dan alstublieft uiterlijk 24 uur van tevoren weten.