Deze informatie is bedoeld als achtergrond en als schriftelijke aanvulling op datgene wat uw arts en/of gespecialiseerd oncologieverpleegkundige reeds met u over deze behandeling heeft besproken. U bent geopereerd omdat u eierstokkanker (ovariumcarcinoom) heeft en de arts met u besproken heeft dat er een aanvullende behandeling noodzakelijk is. Cytostatica
Cytostatica zijn de medicijnen om de groei van de kankercellen te remmen en/of kankercellen te doden. In deze behandeling worden de cytostatica zowel intraveneus als
intraperitoneaal toegediend.
Intraveneus is toediening van de cytostatica via een infuusnaald, die geplaatst is in een bloedvat van uw arm, Via de bloesomloop verspreiden de cytostatica zich door het hele lichaam.
Intraperitoneaal is toediening van de cytostatica, direct in de buikholte, via een catheter (PAC/BARD catheter) die geplaatst is in de buikholte. Het voordeel van het direct toedienen van de cytostatica is dat er
plaatselijk, daar waar de (eventuele) tumorresten zich bevinden, behandeld wordt.
Wat is een Port-A-Cath/BARD?
De Port-A-Cath (PAC)/BARD catheter noemen we een volledig implanteerbaar toedieningssysteem, omdat we het volledig onder de huid plaatsen. Dat gebeurt meestal op een goed geschikte, maar onopvallende plaats op een van uw onderste ribben. Medicijnen en vloeistoffen kunnen we via de Port a Cath/BARD direct in de buikholte worden toegediend. In het vervolg zullen we deze catheter een BARD catheter noemen om geen verwarring te krijgen met de PAC waarvan de toediening via een bloedvat gaat.
Het BARD systeem bestaat uit twee belangrijke onderdelen:
- het BARD reservoir: een kleine injectiekamer, van boven afgesloten door een zelfsluitend siliconen membraan
- de BARD-katheter: een dunne, flexibele infusielijn
De poort plaatsen
De BARD cath. wordt of geplaatst wanneer u geopereerd wordt voor de eierstokkanker of u wordt daar later apart voor opgenomen en dan wordt de catheter geplaatst tijdens een kijkoperatie.
Wanneer u speciaal komt voor het plaatsen van de BARD catheter. wordt u 1 dag opgenomen.
Inbrengen van een BARD caheter
Het inbrengen van de BARD cath. is een chirurgische ingreep die ongeveer 45 minuten duurt.
De poort plaatsen
De BARD cath. wordt op de operatiekamer onder narcose ingebracht. Er zijn 2 kleine sneetjes (incisies) nodig om het systeem in te brengen. Eén voor het plaatsen van de injectiekamer onder de huid, en één voor het aanbrengen van de catheter in de buikholte. De catheter (punt) wordt in de buikholte geplaatst, het andere eind van de catheter zit aangesloten op de injectiekamer.
De plaats van de injectiekamer wordt in overleg met u bepaald, meestal op een van de onderste ribben. Wij adviseren u aan de arts, die de BARD cath gaat plaatsen te melden, of u gewend bent op een bepaalde zijde te slapen, de arts kan, indien dat mogelijk is de BARD aan de andere kant plaatsen.
In principe mag u dezelfde dag weer naar huis. Na het plaatsen van de BARD catheter kan uw huid die over de poort heen ligt gezwollen en gevoelig zijn. U mag zo nodig paracetamol tegen de pijn nemen.
Zo werkt de BARD catheter
Alle onderdelen van de BARD catheter worden volledig onder de huid geplaatst
Om toegang tot de poort te krijgen wordt met een speciale naald door de huid geprikt.
Als hij kort nadat de poort geplaatst wordt aanprikt, kan dit pijnlijk zijn. Na verloop van tijd wordt deze pijn minder. De naald wordt geprikt tot op de bodem van het reservoir.
Na plaatsing van de BARD cath. krijgt u een kaartje mee waarop staat welke soort BARD catheter er bij u ingeplant.
Toediening van medicatie via het systeem
De medicijnen of vloeistoffen gaan via de naald in het reservoir, door de catheter en komen dan direct in de buikholte. Wanneer er sprake is van een langere toediening:
infuus , dient dan op z’n plaats te blijven tot alle medicijnen en vloeistoffen zijn toegediend.
Nadat alle voor u noodzakelijk medicatie en vloeistoffen zijn toegediend, wordt de naald verwijderd.
Doorspoelen van het systeem
Het systeem dient na elke handeling doorgespoeld te worden met een zoutoplossing. Indien de BARD cath. niet in gebruik is dient het systeem tenminste eenmaal per 4 weken doorgespoeld te worden.
De aanprikplaats
Tussen de injecties of infusies door is, onder de meeste omstandigheden, het wassen van de plaats waar het systeem onder de huid ligt gewoon mogelijk. Een verband of gaasje is meestal niet nodig. Het is verstandig de aanprikplaats regelmatig te inspecteren. Mocht het lijken of het systeem is verschoven, of mocht u blauwe plekken, zwellingen, roodheid of irritatie waarnemen, of koorts krijgen, waarschuw dan onmiddellijk uw behandelend arts.
Mogelijke complicaties
- Er kan een infectie optreden van de catheter. Dit kan koorts veroorzaken, buikpijn en/of roodheid en /of zwelling en/of pijn op de plaats waar de BARD cath. is ingebracht. Er wordt meestal geprobeerd de infectie te behandelen met antibiotica. Als dit niet kan , zal het systeem verwijderd moeten worden. Neem altijd contact op met de gespecialiseerd oncologieverpleegkundige van RdGG, tel 015 - 260 39 46.
- Soms is de BARD cath. niet goed doorgankelijk, d.w.z. dat er geen vloeistof ingespoten kan worden en/of geen vloeistof uit de catheter kan worden opgezogen. Er kan dan geprobeerd worden om de catheter weer doorgankelijk te krijgen met bepaalde medicijnen die via een infuus of via een injectie toegediend worden via het systeem.
Een aantal veelgestelde vragen
- Wie mogen er de BARD catheter aanprikken?
Antwoord: een arts en een daartoe speciaal opgeleide verpleegkundige - Wat blijft er zichtbaar na de operatie?
Antwoord: Een klein litteken en een bobbeltje onder de huid op de plaats waar het reservoir op de rib is ingebracht. - Kan ik ermee door het poortje op de luchthaven?
Antwoord: ja - Wat gebeurt er als de BARD catheter in een ander land of stad aangeprikt moet worden?
Antwoord: Deze systemen worden veel gebruikt over de hele wereld. In vrijwel elk land zijn wel ziekenhuizen waar artsen en verpleegkundigen ervaring hebben met dit systeem. - Wat gebeurt er met het systeem als het niet meer nodig is?
Antwoord: Dan wordt het BARD systeem verwijderd.
Voordat u ons ziekenhuis verlaat, ontvangt u een implantatiebewijs. Draag dit kaartje altijd bij u bij een bezoek aan uw arts of aan het ziekenhuis, zodat u de informatie over uw Port-A-Cath/BARD-systeem direct bij de hand heeft.
De BARD catheter mag niet aangeprikt worden voor andere toepassing als intraperitoneale toediening.
Voor start van de behandeling wordt een BARD catheter geplaatst voor de intraperitoneale toediening.
Voor start van de intraveneuze behandeling wordt er een
infuus ingebracht.
Deze behandeling bestaat uit twee verschillende middelen. Daarnaast kunnen nog enkele andere medicijnen voorgeschreven worden. Deze dienen als ondersteuning van de behandeling, bijvoorbeeld om bijwerkingen te beperken.
Medicijn
| Dag 1
| Dag 2
| Dag 8
| Wjize van toedienen
|
Paclitaxel
| ·
|
|
| Infuus via ader, in 24 uur
|
Cisplatine
|
| ·
|
| Infuus via buikholte, in 1 uur. Na het inlopen van de Cisplatine om de 15 minuten van positie veranderen: linkerzijde-rechterzijde
|
Paclitaxel
|
|
| ·
| Infuus via buikholte, in 1 uur Na het inlopen van de Paclitaxel om de 15 minuten van positie veranderen: linkerzijde-rechterzijde
|
De volgende kuur start in principe 3 weken na dag 1, als de bloeduitslagen goed zijn.
Bij deze behandeling kunnen eventueel de volgende bijwerkingen optreden. In het Patiënten Informatie Dossier kunt u lezen welke algemene maatregelen u tegen een aantal van deze bijwerkingen kunt nemen.
- De aanmaak van bloedcellen in het beenmerg kan tijdelijk worden geremd. Als gevolg daarvan kunt u vermoeid raken, vatbaar worden voor infecties en snel blauwe plekken krijgen.
- Er kan buikpijn/krampen na intraperitoneale toediening van de chemotherapie ontstaan, als dit langer aanhoudt na de toediening of gepaard gaat met koorts, neem dan contact op met de gespecialiseerd oncologieverpleegkundige.
- De slijmvliezen van de darm kunnen geïrriteerd raken. U kunt daardoor diarree krijgen.
- Diarree is een waterige dunne ontlasting van meer dan vier keer per dag. Neem bij diarree langer dan 2 dagen contact op met het ziekenhuis.
- Het is mogelijk dat, na enkele kuren, uw gehoor (blijvend) wat afneemt. Indien noodzakelijk zal uw gehoor regelmatig worden getest.
- Uw haar gaat uitvallen, dit begint vaak met een pijnlijke hoofdhuid. Ook de wimpers, wenkbrauwen en overige lichaamsbeharing kunnen uitvallen. Dit is echter van tijdelijke aard en komt weer terug.
- Deze kuur kan huiduitslag veroorzaken waardoor u een “blozend” gelaat kunt krijgen.
- Deze kuur kan misselijkheid en braken veroorzaken en uw smaak kan tijdelijk veranderen.
- Het slijmvlies van de mond kan ontstoken raken. U kunt daardoor blaasjes en pijn in de mond krijgen. Belangrijk is een goede mondverzorging.
- De werking van uw nieren kan worden aangetast. Dit wordt voorkomen door u tijdens de behandeling extra vocht toe te dienen. Belangrijk is om 2 liter per dag te drinken.(Cisplatine).
- Het komt af en toe voor dat iemand allergisch reageert op de middelen die in deze behandeling worden toegediend. De verschijnselen die dan op kunnen treden zijn huiduitslag over het gehele lichaam, lichte benauwdheid, lage bloeddruk, koorts of rillingen, pijn in de buik (uitstralend naar de rug). Als u van deze bijwerking last krijgt is het verstandig dit te melden bij uw behandelend arts.
- U kunt spierpijn en/of pijnlijke gewrichten krijgen, dit duurt een aantal dagen en er kunnen griepachtige verschijnselen optreden. U kunt hiervoor paracetamol nemen.
- U kunt vocht gaan vasthouden, en daardoor in gewicht toenemen.
- U kunt na enkele kuren vermoeidheidsklachten krijgen, ook na afloop van de gehele behandeling kunnen deze klachten aanhouden.
- Deze behandeling is van invloed op de menstruatie, seksualiteit en vruchtbaarheid. Als gevolg van de behandeling kan het mogelijk zijn dat de behoefte aan seksueel contact afneemt. Factoren zoals vermoeidheid kunnen hierbij een rol spelen. Er kunnen zich problemen op seksueel gebied voordoen, dit kunt u met uw behandelend arts of (oncologie)verpleegkundige bespreken.
- De voorgeschreven medicatie kan effect hebben op de ongeboren vrucht. Maatregelen om een zwangerschap te voorkomen zijn noodzakelijk. De wens om na de behandeling zwanger te worden zal besproken moeten worden met de behandelend arts.
- In uw uitscheidingsproducten (zweet, urine, ontlasting en braaksel) zitten 7 dagen restjes van cytostatica.
Indien van toepassing
Bij deze behandeling wordt het middel aprepitant (Emend®) gegeven ter voorkoming van misselijkheid. Door dit middel kunnen mogelijk anticonceptiemiddelen (zoals de pil, pleisters, implantaten en bepaalde spiraaltjes die hormonen afgeven) niet voldoende werken. Daarom wordt geadviseerd om tijdens de behandeling met aprepitant (Emend®) en tot 2 maanden na gebruik van aprepitant (Emend®) een andere of extra niet-hormonale vorm van anticonceptie te gebruiken.
Contact
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u
contact opnemen met de polikliniek Oncologie. De polikliniek is op werkdagen tussen 8.00 en 16.30 uur telefonisch te bereiken via 015 - 260 40 80. Meer informatie en onze contactgegevens vindt u op onze website
www.reinierdegraaf.nl.