Behandeling (voorstadium) borstkanker
Bij een borstsparende operatie wordt de afwijking in de borst verwijderd, samen met een randje gezond weefsel eromheen. De rest van de borst blijft intact, en tijdens de operatie doet de chirurg zijn/haar best om de vorm van de borst zo goed mogelijk te behouden.
Deze borstsparende operatie is mogelijk als de afwijking volledig verwijderd kan worden en het resultaat er mooi en natuurlijk uitziet. Als de afwijking te groot is of op meerdere plekken in de borst zit, kan de chirurg samen met u bespreken welke andere opties er zijn. Na de operatie krijgt u meestal bestraling. Dit helpt om de kans dat de afwijking terugkomt zo klein mogelijk te maken. Dit bespreekt de chirurg met u na de operatie.
1. Lokaliseren van de afwijking
Als de afwijking goed te voelen is, verwijdert de chirurg deze door te voelen waar de afwijking zit.
Als de afwijking niet goed voelbaar is, kan de radioloog een klein magnetisch zaadje in de afwijking of het afwijkende gebied plaatsen. Dit zaadje helpt de chirurg precies te weten welk gebied tijdens de operatie verwijderd moet worden. Meer informatie vindt u in de folder: ‘Markeren van borstafwijking en/of
lymfeklier in de oksel met zaadje’.
2. De operatie
Bij een borstsparende operatie maakt de chirurg een snee, afhankelijk van waar de afwijking zit. Dit kan op de plek waar de afwijking gevoeld wordt, rond de tepel, of aan de rand van de borst. De chirurg verwijdert de afwijking samen met een klein randje gezond weefsel eromheen. Na het verwijderen van de afwijking brengt de chirurg de borstklier weer netjes naar elkaar toe en hecht deze van binnenuit met oplosbare hechtingen. Dit zorgt ervoor dat de borst er na de operatie zo mooi mogelijk uitziet. Op de plek waar de afwijking zat, laat de chirurg kleine ‘clipjes’ achter. Deze clipjes helpen de radiotherapeut om het juiste gebied te bestralen en zijn ook zichtbaar op controlefoto’s die in de jaren na de operatie worden gemaakt.

De operatie wordt uitgevoerd onder algehele narcose. De duur van de operatie hangt af van de gekozen ingreep, en duurt ongeveer 1 tot 2 uur. De operatie wordt gedaan via een dag-opname, wat betekent dat u na de operatie weer naar huis kunt.
Borstoperatie in combinatie met plastisch chirurg
Soms is de afwijking die verwijderd moet worden uit de borst groot. De borst kan alleen mooi hersteld worden door het borstklierweefsel te verplaatsen. In dat geval werken we samen met een plastisch chirurg. Ook kan de borstsparende operatie gecombineerd worden met een borstverkleining. De chirurg kan dit als het nodig is, en/of als u dit zelf wilt, met u bespreken.
3. Weefselonderzoek
Het weefsel dat is verwijderd, wordt door de patholoog (weefselonderzoeker) eerst bewerkt en dan nauwkeurig onderzocht. Dit onderzoek duurt ongeveer 10 werkdagen. De uitslag van het weefselonderzoek krijgt u tijdens een afspraak op de polikliniek van de chirurg. Pas na dit onderzoek zijn alle kenmerken van de afwijking bekend en is duidelijk of de afwijking helemaal verwijderd is.
Als de afwijking niet helemaal weg is, kan soms een tweede operatie nodig zijn om de rest van de afwijking helemaal te verwijderen. Dit kan vaak nog steeds op een borstsparende manier gebeuren. Als dat niet het geval is, kan het soms beter zijn om de hele borst te verwijderen. De chirurg bespreekt dan met u de mogelijkheid van een eventuele borstreconstructie.
4. Na de operatie
Pleisters:
- 24 uur na de operatie mag de verbandpleister worden verwijderd. Daaronder zitten hechtpleisters, die kunt u laten zitten tot u op de poli komt. U mag de eerste weken niet in bad, naar de sauna of naar een zwembad, maar u mag wel gewoon douchen. De hechtpleisters mogen nat worden, dep ze daarna voorzichtig droog.
- Als het operatiegebied dicht is en er geen vocht uitkomt, hoeft er geen verbandpleister meer op. De hechtpleisters zijn dan voldoende.
- Soms wordt een Foamverband gebruikt. Dit is een zelfplakkende, elastische strook die helpt het operatiegebied extra te ondersteunen. U hoort van de verpleegkundige van de afdeling wanneer u het thuis mag verwijderen. Als u liever wilt dat dit in het ziekenhuis gebeurt, kunt u via de poli-assistente van het Borstkankercentrum een afspraak maken bij de verpleegkundig specialist.
- Als er een hechtknoopje aan het uiteinde van de wond zit, wordt dit verwijderd tijdens de afspraak voor de uitslag van het weefselonderzoek.
Medicatie:
De meeste mensen hebben weinig medicatie nodig, maar bij pijn of ongemak kunt u paracetamol gebruiken. U mag tot vier keer per dag twee tabletten van 500 mg innemen. Dit kunt u zo mogelijk na een paar dagen weer afbouwen. Soms krijgt u van de
anesthesist extra pijnstillers. Gebruik deze medicatie alleen als het nodig is.
Adviezen na een borstoperatie:
- Geef uzelf en het geopereerde gebied voldoende rust, zodat zowel u als de wond goed kunnen herstellen van de operatie.
- Bouw uw dagelijkse activiteiten langzaam op, afhankelijk van wat u aankunt. Belast het geopereerde gebied niet te veel en luister goed naar uw lichaam.
- Na de operatie mag u vanwege de narcose de eerste 24 uur niet autorijden. Daarna kunt u dit op geleide van uw herstel weer hervatten.
- Voor een vlot herstel adviseren wij om de oefeningen uit de folder ‘Oefeningen na borst- en/of okseloperaties’ te doen. De fysiotherapeut in het ziekenhuis neemt deze folder na de operatie met u door.
- Elk litteken geneest anders. Om het litteken te helpen herstellen, mag u het litteken eventueel twee keer per dag masseren met een olie of crème. Doe dit pas na de controle bij uw chirurg op de polikliniek (ongeveer twee weken na de operatie).
Uiterlijk van de borst (na de operatie)
Hoe de borst er cosmetisch uiteindelijk uit zal zien, is afhankelijk van drie zaken:
- de plaats en grootte van de afwijking;
- de grootte van de borst;
- de reactie op de bestraling.
De vorm en structuur van de borst kunnen door de operatie veranderen. Hoe deze veranderingen precies zullen zijn, is moeilijk te voorspellen. Sommige veranderingen zijn tijdelijk, andere zijn blijvend. Het eindresultaat is vaak pas na zes maanden tot een jaar na de operatie goed te zien.
Contact
Als er thuis klachten optreden kunt u bellen met het Borstkankercentrum van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 16.30 uur op 015 - 260 39 35.
Bij spoed ’s avonds, ‘s nachts en in het weekend belt u naar de Spoedeisende Hulp van Reinier de Graaf ziekenhuis 015 - 260 38 45.