U ontvangt deze informatie, omdat u klachten heeft van uw borstprotheses. In deze informatie kunt u lezen hoe deze klachten ontstaan en hoe deze te verhelpen zijn. Mogelijk komt u in aanmerking voor een borstprothesewissel en/of kapselverwijdering. Als u vragen heeft, kunt u ons uiteraard bellen. De contactgegevens staan onderaan deze informatie. Algemeen
Na het plaatsen van inwendige borstprotheses kunt u na verloop van tijd klachten krijgen. Deze klachten kunnen bestaan uit pijn en vormverandering of verharding van de borst. Over het algemeen ontstaan deze problemen pas na vele jaren. De oorzaak kan een versterkte kapselvorming zijn of het gevolg zijn van lekkage van de protheses. Dit kunnen wij met een echo vaststellen of met een CT- of MRI-scan. In overleg met uw plastisch chirurg kunt u besluiten om uw borstprotheses te vernieuwen, al dan niet gecombineerd met het insnijden of verwijderen van het kapsel.
Voorbereiding op uw operatie
Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld coumarine, Marcoumar, Sinaspril, Sintrom, Ascal, APC, Aspro Bruis, kinderaspirine), verzoeken wij u dit te melden tijdens het eerste gesprek met uw plastisch chirurg. Het gebruik van deze medicijnen moet u drie tot tien dagen vóór de borstoperatie staken. U krijgt hierover instructies van uw arts. Nicotine vergroot de kans op problemen bij wondgenezing. Uw arts raadt u daarom aan om minimaal zes weken voor de operatie volledig te stoppen met roken. Voor de ingreep wordt u meestal twee tot drie dagen opgenomen in ons ziekenhuis. Op de dag van opname scheren wij uw oksels. De ingreep gebeurt doorgaans onder algehele narcose. Belangrijk: smeert u zich de dag van de operatie niet in met bodylotion of olie.
Voorafgaande aan de operatie probeert uw arts te achterhalen welk soort protheses in uw borsten aanwezig zijn. Het is overigens niet noodzakelijk om dit te weten. In overleg met u bepaalt uw arts de maat en het soort protheses die hij bij u toepast.
Uw operatie
De operatie duurt gemiddeld één tot twee uur. De protheses kunnen wij meestal via het oude litteken onder uw borst verwijderen en vervangen. Ook eventuele overmatige kapselvorming kunnen wij via deze toegang verwijderen. De nieuwe protheses plaatsen wij óf onder de borstklier óf onder de borstspier. Deze keuze is (
gedeeltelijk) afhankelijk van de plaats waar zich de oude protheses bevinden. Uw arts bespreekt dit van tevoren met u. Na de ingreep laten wij een drain in uw borst achter om eventueel bloed en wondvocht te kunnen afvoeren. Het verband om de borst blijft minstens een dag zitten.
Na de operatie
Na de ingreep zullen uw borsten enkele dagen wat gespannen en pijnlijk aanvoelen. Eventuele napijn kunt u het beste met paracetamol (eventueel samen met codeïne) tegengaan. Meestal kunnen wij de drains voordat u naar huis gaat verwijderen. Ook kunt u meestal gewoon douchen. Wel raden wij aan om een elastische bh (zonder beugel) mee te nemen en deze de eerste weken dag en nacht te dragen. Wij adviseren om de eerste weken geen zwaar werk met uw armen te doen. Heft u uw armen ook niet boven uw schouders op. Ook sporten, fietsen en zelf autorijden raden wij af, zeker de eerste twee weken. Na tien tot veertien dagen verwijderen wij de hechtingen. Een afspraak hiervoor krijgt u na de ingreep mee.
Zijn er complicaties?
Nabloeding
Net als bij elke andere operatie kunnen zich bij een borstoperatie complicaties voordoen. Er kan een nabloeding in uw borst optreden, waardoor deze in de eerste 24 uur na de ingreep opzwelt. Een nieuwe operatie is dan vaak nodig om de bloeding te stoppen en het overtollige vocht uit uw borst te verwijderen.
Infectie en litteken
Er kan ook een infectie optreden. Die kunnen wij meestal met antibiotica bestrijden. De littekens kunnen na de ingreep tijdelijk rood en dik zijn. Een gestoorde wondgenezing kan bovendien een blijvend breed litteken veroorzaken. De kans op deze complicaties is aanwezig, maar is relatief klein.
Kapselvorming
Het lichaam vormt om elke ingebrachte prothese een bindweefsellaagje. Dit laagje wordt ook wel kapsel genoemd. Soms trekt het kapsel zich samen waardoor de borsten hard en onnatuurlijk rond worden. Het is onmogelijk te voorspellen bij wie dit gebeurt. Het komt voor dat er een verschil in kapselvorming ontstaat tussen beide borsten. Deze complicatie wordt veel onderzocht, maar er is nog geen oorzaak van of behandeling voor gevonden. Wel maken wij gebruik van de modernste protheses. Deze hebben een ruwe buitenkant, waarbij overmatige kapselvorming veel minder lijkt voor te komen.
Kapotte prothese
In zeldzame gevallen gaat een prothese kapot. Soms merkt u dit omdat er iets ‘knapt’. Uw borst kan dan anders aanvoelen of van vorm veranderen. Een kapotte prothese moeten wij altijd vervangen.
Risico door narcose
Bij een narcose horen normale risico’s. Deze risico’s zijn niet groter of kleiner dan bij een andere ingreep. De
anesthesist bespreekt ze met u.
Vergoeding voor ziektekosten
Sinds de verandering van de ziektekostenvergoeding is het niet helemaal duidelijk wie voor vergoeding van de kosten in aanmerking komt en wie niet. Er zijn veel verschillen tussen zorgverzekeraars onderling en tussen verschillende (aanvullende) polissen. Uw arts stuurt uw verzekeraar een brief met het verzoek tot vergoeding van de kosten van de ingreep. Uit het antwoord van uw zorgverzekeraar blijkt of u (een gedeelte van) de ingreep zelf moet betalen. Als dat het geval is, krijgt u een offerte thuis gestuurd.
Contact
Bij vragen kunt u ons bellen op werkdagen tussen 8.00-12:00 uur en 13:00-16:00 uur op 015 - 260 39 40.
Meer informatie vindt u ook op onze website
www.reinierdegraaf.nl.