U ontvangt deze informatie, omdat uw elleboogzenuw bekneld is. Deze zenuw voorziet de ringvinger en pink van gevoel en stuurt enkele kleine handspieren aan. In deze informatie kunt u lezen hoe wij u kunnen behandelen met een operatieve ingreep. U kunt uiteraard contact met ons opnemen als u vragen heeft. Beknelling van de elleboogzenuw
Een beknelling van de nervus ulnaris (elleboogzenuw) ter hoogte van de elleboog stelt de neuroloog over het algemeen vast door middel van een zenuwgeleidingsonderzoek. Door de beknelling kan de zenuw slechter signalen geleiden. Dit uit zich in slapende vingers en uiteindelijk zelfs slechter functionerende handspieren. De oorzaak van de beknelling is niet altijd duidelijk, maar kan te maken hebben met lokale zwelling, overbelasting van de elleboog en slapen met een gebogen elleboog.
Voorbereiding op uw operatie
Kort voordat u wordt opgenomen voor de ingreep onderzoeken wij uw algemene gezondheid. Zo nodig verrichten we een bloedonderzoek of een ander onderzoek (POS). Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld coumarine, Marcoumar, Sinaspril, Sintrom, Ascal, APC, Aspro Bruis of kinderaspirine) verzoeken wij u dit te melden tijdens het eerste gesprek met uw plastisch chirurg. Het gebruik van deze medicijnen moet u drie tot tien dagen voor de operatie staken. U krijgt hierover instructies van uw arts. Belangrijk: smeert u zich de dag van de operatie niet in met bodylotion of olie. Wij voeren de ingreep meestal in dagbehandeling uit onder regionale anesthesie (alleen verdoving van de arm).
Tijdens de operatie
Bij operatieve behandeling van een beknelling van de nervus ulnaris ter plaatse van de elleboog maken wij een snede aan de binnenzijde van de elleboog. De zenuw wordt vrij gelegd en de beknelling opgeheven. Meestal leggen wij de zenuw ook om naar de voorzijde van de elleboog om nieuwe klachten te voorkomen. Operatieve behandeling is geen garantie dat de symptomen volledig verdwijnen. Hoe langer de zenuw bekneld heeft gezeten, hoe langer het duurt voordat uw klachten verminderen.
Na de operatie
Na de operatie moet u over het algemeen enkele dagen een mitella dragen. Wij verwijderen het drukverband na een week en de hechtingen doorgaans na twee weken. Hoelang u niet kunt of mag werken, hangt af van de ingreep. Uw plastisch chirurg bespreekt dat met u. Doorgaans kunt u minstens twee weken geen zwaar werk verrichten of autorijden.
Risico’s en complicaties
Bij elke operatie kunnen complicaties voorkomen, zoals bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing, infectie of weefselversterf. Ook de mate van herstel van de functie van de zenuw is niet te voorspellen.
Een zeer weinig voorkomende complicatie is dystrofie. De symptomen bestaan uit een combinatie van pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers die optreedt na de operatieve behandeling. De afwijking moet vroegtijdig behandeld worden om functiestoornissen te voorkomen.
Als er zich problemen voordoen, kunt u het beste
contact opnemen met de polikliniek of de dienstdoende arts.
Contact
Bij vragen kunt u ons bellen op werkdagen tussen 8.00-12:00 uur en 13:00-16:00 uur op 015 - 260 39 40.
Meer informatie vindt u ook op onze website
www.reinierdegraaf.nl.