Bij u is de ziekte van Dupuytren vastgesteld. In deze folder geven wij informatie over deze aandoening, behandeling en leefregels voor na de operatie. Deze informatie is bedoeld als aanvulling op uw gesprek met de arts. Bij vragen kunt u contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie, de contactgegevens staan aan het einde van deze folder. De ziekte van Dupuytren
De ziekte van Dupuytren (koetsiersziekte) wordt veroorzaakt door vermeerdering van het bindweefsel in strengen en onderhuidse knobbels. De strengen liggen meestal in de handpalm. Omdat deze strengen kunnen samentrekken kunnen de vingers krom gaan staan. De ziekte kan in de gehele handpalm en in alle vingers voorkomen. De oorzaak van de ziekte van Dupuytren is (nog) niet duidelijk.
Redenen om te opereren kunnen zijn: pijn op de plaats van de strengen en knobbels, intrekkingen van de huid en een kromme stand van de vingers. Als een vinger lang krom heeft gestaan, kan niet gegarandeerd worden dat de vinger weer helemaal recht komt na de operatie.
Voorbereiding op uw operatie
Kort voordat wij u opnemen in ons ziekenhuis onderzoeken wij uw algemene gezondheid en verrichten zo nodig een bloedonderzoek of ander onderzoek (preoperatieve screening, POS). Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld coumarine, Marcoumar, Sinaspril, Sintrom, Ascal, APC, Aspro Bruis, kinderaspirine) verzoeken wij u dit te melden tijdens uw gesprek met de plastisch chirurg. Het kan zijn dat u het gebruik van deze medicijnen drie tot tien dagen voor de operatie moet stoppen. U krijgt hierover instructies van uw arts. Meestal voeren wij de ingreep uit in dagbehandeling en onder regionale anesthesie (alleen verdoving van de arm).
Belangrijk: smeert u zich de dag van de operatie niet in met bodylotion of olie. U wordt verzocht om sieraden (ringen, armbanden) thuis te laten.
De operatie
Tijdens de operatie verwijdert de arts met verschillende sneden het aangetaste weefsel en krijgt u een gipsspalk voor de eerste week. De operatieve behandeling is echter geen garantie dat de ziekte niet terugkomt. Na de operatie kunnen ook andere delen van de hand worden aangetast welke eerst niet aangedaan waren. Het kan dus zijn dat u op den duur nog een operatie moet ondergaan.
Tegenwoordig bestaat soms ook de mogelijkheid om onder plaatselijke verdoving alleen de streng te klieven. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving met behulp van een injectienaald (naaldaponeurotomie) via één of meer zeer kleine steekgaatjes. Mensen met de ziekte van Dupuytren komen in aanmerking voor deze ingreep als de aandoening nog niet in een vergevorderd stadium is. Uw arts kan aan uw hand zien of u voor een dergelijke ingreep in aanmerking komt.
Leefregels na de operatie
Controle
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u twee afspraken mee:
- 1 week na de operatie komt u op de gipskamer, hier wordt het gips verwijderd en krijgt u een nachtspalk. Deze draagt u uitsluitend ´s nachts, gedurende 6 weken.
- Na 10-14 dagen worden de hechtingen verwijderd op de polikliniek plastische chirurgie.
Algemene leefregels
- Douchen is toegestaan, mist het operatiegips droog blijft.
- Bij gebruik van de nachtspalk, dagelijks kort uw handen wassen/douchen.
- Geen pleisters op de wond plakken.
- Bij open wond niks smeren, gebruik zo nodig vaseline als wond dicht is
- Houd de geopereerde hand niet in de zon.
- Het is prettig om de hand warm te houden, zodra het gips verwijderd is. Doe dit bijvoorbeeld door het dragen van een handschoen.
Mobiliseren
- Het is belangrijk de geopereerde hand hoger te houden dan de elleboog. Voor de eerste 48 uur krijgt u een mitella mee, deze draagt u tijdens het lopen. Wanneer u zit, doet u de mitella af en legt u de hand op een kussen.
- De schouder, elleboog en niet geopereerde vingers mag u direct na de operatie regelmatig bewegen om stijfheid te voorkomen.
- Kracht zetten (wringen en in balletjes knijpen) dient u zes weken niet te doen.
- Zodra de operatie datum bekend is, kunt u een afspraak maken bij de handfysiotherapeut. Maak deze afspraak voor 7-10 dagen na de operatie (dan is het gips verwijderd).
- Een lijstje met handfysiotherapeuten heeft u mee gekregen van de arts op de polikliniek.
Pijnstilling
- De pijnstillers krijgt u voorgeschreven door de arts.
- Neem uw pijnstilling op de voorgeschreven manier in. Wacht niet tot de pijn te hevig wordt.
- U moet contact opnemen zodra de pijn verandert van plaats, ernst of karakter.
Risico’s en complicaties
Na elke (hand)operatie kunnen complicaties voorkomen zoals bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing, infectie en weefselversterf. De gevoelszenuwen van de vingers kunnen door de operatie beschadigd raken en een gedeeltelijke gevoelsstoornis geven. Een zeer weinig voorkomende complicatie is dystrofie. De symptomen hiervan bestaan uit een combinatie van pijn, zwelling, verkleuring en stijfheid van de vingers. Wanneer u problemen ondervindt, kunt u het beste
contact opnemen met de polikliniek plastische chirurgie.
Zijn er bijzonderheden of heeft u vragen?
Indien u plotseling meer pijn ervaart, koorts krijgt (boven de 38,5° C), de vingers/nagels rood/blauw verkleuren of ze worden wit, koud en gevoelloos, kunt u
contact opnemen met:
- Polikliniek plastische chirurgie: 015 - 260 39 40 bereikbaar tussen 08:00-12:00 en 13:00-16:00 uur op doordeweekse dagen.
Buiten deze tijden en indien de klachten niet kunnen wachten tot de volgende werkdag, kunt u bellen naar:
- Het algemene nummer: 015 - 260 30 60 en vragen om doorverbonden te worden met de SEH.
Indien er problemen zijn met de nachtspalk, kunt u
contact opnemen met:
- Gipskamer: 015 - 260 38 46 bereikbaar tussen 8:30-16:30 uur op doordeweekse dagen.