Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Pathologie
Algemeen

Autopsie - obductie

Autopsie - obductie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat uw echtgenoot, familielid of dierbare is overleden. De behandelend arts heeft u gevraagd of een autopsie (ook wel obductie of sectie genoemd) verricht mag worden. In deze informatiefolder leest u wat een autopsie is en wat er dan precies gebeurt. De omstandigheden waarin verdriet of andere emoties overheersen, maken het moeilijk om hierover te lezen. Toch is deze informatie belangrijk en kan ze voor u medebepalend zijn of u wel of niet toestemming zult verlenen. Hiermee willen wij u helpen dit besluit te nemen. Als u na het lezen nog vragen heeft, kunt u deze natuurlijk altijd stellen aan de arts. Hij of zij zal u helpen een beslissing te nemen waar u later geen spijt van heeft.

Neemt u de tijd om deze informatiefolder goed te lezen en spreek met de arts het tijdstip af waarop u uitsluitsel geeft over uw beslissing.

Wat is een obductie?

Een obductie is een inwendig en uitwendig onderzoek op een overleden persoon. Een patholoog, een medisch specialist, verricht het onderzoek. Voordat de patholoog aan de obductie begint, onderzoekt hij het lichaam eerst uitgebreid aan de buitenzijde: het uitwendig onderzoek. Daarna begint het inwendige onderzoek, waarbij de patholoog vrijwel alle organen van de overledene onderzoekt. Een obductie is te vergelijken met een operatie en wordt altijd zodanig uitgevoerd dat er achteraf vrijwel niets meer van te zien is. Het onderzoek wordt uiteraard op een respectvolle wijze verricht.

Toestemming voor obductie

Een obductie kan niet worden verricht zonder toestemming van nabestaanden. Eerst vraagt de arts aan u of de patholoog een obductie mag verrichten. Hij overhandigt u deze informatie en informeert of u nog vragen heeft. U kunt toestemming voor een volledige obductie geven, maar ook beperkt toestemming geven op specifieke onderdelen. U bepaalt dan wat de patholoog wel en niet mag onderzoeken. Besluit u uiteindelijk om geen toestemming te verlenen, dan verricht de patholoog geen obductie.

De toestemmingsprocedure is anders als er sprake is van een zogeheten niet-natuurlijke dood. Hierover leest u verderop meer.

De toestemmingsprocedure is ook anders bij kinderen tussen één en achttien jaar. Er kan dan een zogenaamde NODO-procedure gestart worden. We spreken dan niet meer van een reguliere obductie, maar van een NODO-procedure. In principe licht de kinderarts u hierover in. Ten slotte geldt: als de overledene zelf vooraf in een wilsbeschikking heeft laten opnemen dat hij of zij geen obductie wenst, kunt u als nabestaande geen toestemming voor een obductie verlenen.

Waarom obductie belangrijk is

De uitkomst van een obductie kan direct gevolgen hebben voor nabestaanden. Dit is natuurlijk alleen maar in sommige situaties van toepassing, bijvoorbeeld in het geval van een erfelijke of besmettelijke ziekte. Bij een erfelijke ziekte kunnen bijvoorbeeld de ouders van een overleden kind de informatie laten meespelen bij het krijgen van meer kinderen. Ook bij bijvoorbeeld acute hartdood kunnen erfelijke factoren aan het licht komen, die voor verwanten van belang kunnen zijn om een herhaling van zo’n ernstige gebeurtenis te voorkomen. Bij een besmettelijke ziekte kan actie ondernomen moeten worden om eventueel besmette personen op te sporen en te onderzoeken. De arts bespreekt dit dan met u.

De oorzaak en toedracht van overlijden

Een obductie is ook belangrijk om de doodsoorzaak en toedracht hiervan vast te stellen. Het is niet altijd duidelijk waaraan iemand precies is overleden en hoe een ziekteproces zich heeft ontwikkeld. Nabestaanden en artsen willen vaak weten hoe het ziekteproces verlopen is. Of zij willen er zeker van zijn hoe uitgebreid iemands ziekte was en of er misschien nog andere ziekten in het spel waren. De obductie is hét (hulp)middel om goed te onderzoeken wat in de laatste levensfase is gebeurd.

Zo kunnen we, achteraf, controleren of een medische behandeling juist is geweest en hoeveel effect deze heeft gehad. Dat is niet meer van betekenis voor de patiënt zelf, maar wel voor volgende patiënten. Zij kunnen profiteren van de lessen die een obductie ons leert. De ervaring heeft geleerd dat ook bij patiënten bij wie de oorzaak van overlijden duidelijk leek, zich toch nog zaken kunnen hebben voorgedaan die niemand had verwacht. De informatie die een obductie oplevert, helpt de artsen om kritisch naar de door hen ingestelde behandeling te kijken.

Het is echter belangrijk om te beseffen dat een aantal vragen niet door middel van een obductie beantwoord kunnen worden en dat een obductie niet altijd uitsluitsel geeft over de doodsoorzaak.

Wat gebeurt er bij een obductie?

Bij een obductie wordt, na de uitwendige inspectie, het lichaam van een overledene geopend en worden de organen geïnspecteerd. De organen worden over het algemeen één voor één uit het lichaam verwijderd, gewogen en ook ingesneden om de binnenkant te kunnen inspecteren. Vervolgens wordt uit elk orgaan een stukje weefsel verwijderd om microscopisch te onderzoeken. Dat is belangrijk, omdat niet alle afwijkingen met het blote oog herkenbaar zijn. Daarna worden de organen terug geplaatst in het lichaam, behalve de organen waarvan het onderzoek nog niet is afgerond (zoals bij onderzoek van de hersenen). Het lichaam wordt gesloten en vervolgens overgedragen aan de begrafenisondernemer. Als de overledene voor een opbaring wordt aangekleed, is van de obductie niets meer te zien.

Wel is het zo dat bij kale mensen, in geval er ook onderzoek van de hersenen door schedellichting plaats zal vinden, deze schedellichting niet onzichtbaar gemaakt kan worden. Wanneer u als nabestaanden dit laatste bezwaarlijk vindt, kunt u dit bespreken met de arts. Er kan dan bijvoorbeeld een gedeeltelijke obductie plaatsvinden. De meeste ziekenhuizen vragen voor hersenonderzoek apart toestemming aan de nabestaanden. Ook de artsen van het Reinier de Graaf vragen hiervoor meestal apart uw toestemming. Dit is echter niet wettelijk verplicht. Mocht u bezwaar hebben tegen hersenonderzoek, dan kunt u dit aan de arts kenbaar maken. Ook is het belangrijk te weten, zoals hiervoor al vermeld, dat de hersenen niet onmiddellijk onderzocht kunnen worden, maar pas na een aanvullende behandeling. De hersenen worden daardoor niet teruggeplaatst in het lichaam, maar worden na het onderzoek apart gecremeerd.

Weefsel en organen bewaren

Er zijn omstandigheden mogelijk waarin, naast de kleine stukjes weefsel voor het microscopisch onderzoek, één of meer organen - of delen daarvan - langer bewaard worden.

Apart gecremeerd

Als (delen van) organen of weefsels langer bewaard worden, worden deze niet met de overledene mee begraven of gecremeerd. Ons ziekenhuis cremeert ze dan later alsnog, behalve als ze bewaard blijven voor onderwijsdoeleinden. Als u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit kenbaar maken aan de arts. Als uw bezwaar ertoe leidt dat tijdens de obductie onvoldoende gegevens kunnen worden verkregen, zal de arts dit met u bespreken. U kunt dan samen tot een voor u aanvaardbare beslissing komen.

Hoelang duurt de procedure?

Als u toestemming voor obductie geeft, brengen wij de overledene naar het mortuarium over en verricht een patholoog binnen afzienbare tijd (meestal één tot twee werkdagen) obductie. Het hele onderzoek zoals hiervoor beschreven neemt tussen één en drie uur in beslag. Daarna haalt de begrafenisondernemer de overledene op voor de voorbereidingen voor de opbaring en/of begrafenis of crematie. Over het algemeen doorkruist een obductie niet de officiële gang van zaken rond de begrafenis of crematie.

Na de obductie maakt de patholoog een voorlopig verslag, dat hij opstuurt naar de arts die de obductie heeft aangevraagd. Als u daar prijs op stelt, maakt deze arts een afspraak met u om de bevindingen van de patholoog te bespreken. De afspraak hiervoor is meestal ruim een maand na de obductie, zodat het verslag helemaal afgerond is. Als u dan nog vragen heeft, kunt u deze met de arts bespreken. Als het nodig mocht zijn, kan de arts weer contact opnemen met de patholoog voor nader overleg.

De inhoud van een obductie verslag valt onder het medisch beroepsgeheim en mag slechts in enkele gevallen met nabestaanden of anderen gedeeld worden, bijvoorbeeld bij kinderen onder de 16 jaar of als de overledene bij leven hier uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven en dit is vastgelegd in het medisch dossier.
De aanvragend arts mag u wel mondeling informeren over de omstandigheden waaronder de patient is overleden.

Uitzonderlijke situatie: een niet-natuurlijke dood

Als iemand een niet-natuurlijke dood is gestorven of als het in het belang van de volksgezondheid is om een obductie uit te voeren of er sprake is van een zwaarwegend belang, dan gelden andere procedures.

Iemand die overlijdt na een ongeval, misdrijf of vermoeden daartoe, is een niet-natuurlijke dood gestorven en moet gezien worden door een gemeentelijke lijkschouwer. Na overleg met de officier van justitie kan deze een gerechtelijke obductie laten verrichten of besluiten om het lichaam vrij te gegeven. Een gerechtelijke obductie vindt plaats in geval van een misdrijf of het vermoeden daartoe en wordt verricht door een gerechtelijke patholoog. Voor een gerechtelijke obductie is toestemming van de familie niet ter zake: de officier van justitie legt dan beslag op het lichaam. Maar als het lichaam wordt vrijgegeven en nabestaanden of de arts willen precies weten wat er gebeurd is, dan kan de patholoog van het ziekenhuis een obductie verrichten. Hiervoor is altijd toestemming van de nabestaanden vereist. Een dergelijke situatie kan ook van toepassing zijn als er een vermoeden is van een medische fout. Dit is in de praktijk soms zeer lastig af te grenzen van een medisch risico. Wij raden u aan dit te bespreken met de aanvragend arts en hem het verschil tussen risico en fout te laten uitleggen. In het geval van een fout wordt de Inspectie voor de Gezondheidszorg erbij betrokken. Deze patiënteninformatiefolder is dan niet meer van toepassing.

Is een obductie bij een kind hetzelfde als bij een volwassene?

In principe is de procedure bij kinderen hetzelfde als bij volwassenen. Soms wordt weefsel uitgenomen voor genetisch onderzoek. Dit is vooral belangrijk als een kind tijdens de zwangerschap of rond de geboorte is overleden en er een uitspraak gedaan moet worden of een afwijking erfelijk is, waardoor er kans op herhaling is bij een volgende zwangerschap. Als het heel kleine kinderen betreft, zijn de organen uiteraard ook heel klein en moet het hele orgaan in plaats van een stukje weefsel microscopisch onderzocht worden. Er wordt dan iets eerder over gegaan tot het bewaren van de organen om ze op een later tijdstip beter te kunnen bekijken. Aangeboren afwijkingen bij kinderen zijn vaak complexer dan afwijkingen bij volwassenen en vereisen een uitgebreider onderzoek. Als u bezwaar heeft tegen het langer bewaren en niet mee begraven of cremeren van organen, kunt u dat kenbaar maken aan de arts. Er wordt dan rekening gehouden met uw wensen.

Voorlichtingsbrochure over obductie

Uitgebreidere informatie over het verrichten van obducties bij kinderen kunt u lezen in de voorlichtingsbrochure Obductie, informatie voor ouders en hulpverleners over onderzoek na overlijden bij kinderen van de Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen (VSOP). U kunt VSOP bereiken via tel. 035 - 602 85 55 of e-mail vsop@vsop.nl. Deze brochure kunt u vragen aan de arts en is ook verkrijgbaar bij het patiëntenservicebureau van ons ziekenhuis.

Voorwaarden die u kunt stellen

Het kan gebeuren dat u wel toestemming wilt geven voor obductie, maar dat u bijvoorbeeld liever niet wilt dat organen bewaard worden of dat de hersenen voor nader onderzoek uit de schedel gehaald worden. Vaak vragen wij u voor dit laatste al apart toestemming, hoewel dit niet verplicht is. Eventuele bezwaren kunt u kenbaar maken aan de arts die aan u toestemming voor obductie heeft gevraagd. Als uw bezwaar ertoe leidt dat de obductie onvoldoende gegevens zal opleveren, bespreekt de arts dit met u.
U kunt dan op basis van deze informatie nieuwe afwegingen maken voordat u een besluit neemt. De aanvragend arts zal bezwaren nooit naast zich neer (kunnen) leggen. Uiteindelijk bepalen de nabestaanden wat er gebeurt.

Transplantatiedonorschap

Het is van belang te weten dat de procedure voor transplantatiedonorschap en obductie elkaar soms wel en soms niet in de weg zitten. Een hartdonorschap gaat natuurlijk voor, maar er zijn situaties waarin juist het belang van een obductie zwaarder weegt. Als u weet dat de overledene zich als donor heeft aangemeld, overlegt u dit dan met de aanvragend arts. Ook kan een transplantatiecoördinator informatie geven.

Heeft u vragen?

Als u nog vragen heeft, kunt u deze bespreken met de arts in ons ziekenhuis. Ook kunt u contact opnemen met ons patiëntenservicebureau. Onze contactgegevens vindt u op de website www.reinierdegraaf.nl.

Deze patiënteninformatiefolder is tot stand gekomen in samenwerking met de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF).


Foldernummer: 0690
Laatst bijgewerkt op: 22-02-2024


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien