Op dit moment ligt uw familielid opgenomen in het Reinier de Graaf Gasthuis en heeft (onder andere) problemen met communiceren. De logopedist is door de arts ingeschakeld om hierin te begeleiden.
Wanneer een persoon, als gevolg van hersenletsel, de taal niet meer goed kan gebruiken of begrijpen, noemt met dat ‘Afasie’.
Afasie is een taalstoornis. De volgende taalvaardigheden kunnen aangedaan zijn:
- Begrijpen;
- Spreken;
- Lezen;
- Schrijven.
Afasie is bij iedereen anders. Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen, maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met het maken van zinnen. Anderen spreken juist wel veel, maar wat zij zeggen is voor de gesprekspartner niet of moeilijk te begrijpen; deze mensen hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal.
Oorzaak
Afasie ontstaat door hersenletsel. Hersenletsel kan verschillende oorzaken hebben. De arts stelt de diagnose en legt aan u uit wat bij u de oorzaak is.
Wat doet de logopedist
Wanneer er sprake is van afasie of het vermoeden hiervan, onderzoekt de logopedist de aard en ernst van de afasie. De logopedist brengt het functioneren van de patiënt op het gebied van begrijpen, spreken, lezen en schrijven in kaart. Er wordt bekeken wat de gevolgen zijn in de communicatie. Aan de hand daarvan geeft de logopedist adviezen voor de communicatie. Soms kan ondersteunende communicatie ingezet worden. Daarbij kunt u denken aan plaatjes, pictogrammen of een letterkaart.
Na het in kaart brengen van de afasie wordt er gekeken of het starten van logopedische behandeling in het ziekenhuis nodig is of beter kan wachten tot na het ontslag uit het ziekenhuis. De behandeling bestaat uit oefeningen die gericht zijn op de gestoorde onderdelen van de taal. Zodra de patiënt met afasie het ziekenhuis verlaat, is in de meeste gevallen een vervolg van logopedie nodig. Er volgt dan een overdracht naar een logopedist in een vervolginstelling of een logopedist in de eerste lijn.
Communicatieadviezen voor familie en omgeving
De communicatie met en voor patiënten met afasie kan lastig zijn. De volgende adviezen kunnen u mogelijk helpen.
U wilt zelf iets aan de patiënt vertellen
- Spreek rustig en in korte zinnen, benadruk de belangrijkste woorden in een zin.
- Neem voldoende tijd tussen uitspraken en reacties.
- Schrijf steekwoorden op.
- Wijs aan waar u over spreekt als dat mogelijk is of maak er een gebaar bij.
- Stel vragen waar de patiënt met ja of nee op kan antwoorden.
- Bij het stellen van vragen kunt u ook keuzevragen stellen (‘Wilt u koffie of thee?’). Schrijf de keuzebegrippen naast elkaar op om de keuze te verduidelijken.
- Vraag bevestiging of de patiënt je begrepen heeft. Kan hij of zij het belangrijkste herhalen?
De patiënt met afasie wil u iets vertellen
- Structureer het gesprek door de 5 W-vragen te stellen: wie, wat, waar, wanneer en waarom.
- Stimuleer de patiënt om dingen aan te wijzen.
- Ondanks bovenstaande tips kan het voorkomen dat u er samen niet uitkomt. Laat het onderwerp dan rusten en kom er later op terug.
Tot slot…
Mochten er nog vragen zijn over afasie, neem dan laagdrempelig
contact met ons op. Wij zijn van maandag t/m vrijdag aanwezig en kunnen op korte termijn bij u langskomen. Vraag de verpleegkundige om ons te bellen.