Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Neurologie
Neurochirurgie

Aandoening van de elleboogzenuw

Aandoening van de elleboogzenuw

Nervus ulnaris neuropathie (ulnaropathie)

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
Nervus ulnaris neuropathie is een aandoening van de elleboogzenuw, de nervus ulnaris, meestal door een beknelling ter hoogte van de elleboog. De beknelling van de nervus ulnaris geeft klachten aan de buitenkant van de onderarm en de twee buitenste vingers (de pink en een deel van de ringvinger). De klachten kunnen tintelingen zijn of krachtsverlies in de vingers en hand. De klachten verergeren meestal bij bewegen van de elleboog of ‘s nachts.

Hoe wordt een nervus ulnaris neuropathie vastgesteld?

De klachten die veroorzaakt worden door een nervus ulnaris neuropathie kunnen erg lijken op de verschijnselen die passen bij een hernia van de onderste halswervel. Om de juiste diagnose te kunnen stellen wordt meestal een EMG gemaakt. Met een EMG wordt de activiteit van de spieren en de zenuwen in een arm, hand of been gemeten. Op deze manier kan worden beoordeeld of de klachten veroorzakende afwijkingen van de nervus ulnaris komen. Soms is een röntgenfoto van de elleboog nodig voor de diagnose, bijvoorbeeld na een ongeluk. Afhankelijk van de ernst van de klachten en de mate van neurologische uitval wordt een lichte, matige en ernstige vorm van nervus ulnaris neuropathie onderscheiden.

Hoe wordt een nervus ulnaris neuropathie behandeld?

Bij de lichtere vorm bestaat de behandeling eerst uit het advies verdere beknelling te vermijden door niet op de elleboog te leunen en de arm zoveel mogelijk gestrekt te houden. Dit kan door het gebruik van “gel-pads” of het dragen van een koker of spalk om de elleboog. Bij ongeveer de helft van de mensen met een lichte vorm van nervus ulnaris neuropathie herstellen de klachten op deze manier vanzelf. Als de klachten na 3 maanden, ondanks het vermijden van verdere beknelling, niet over zijn gegaan of er is sprake van een matige of ernstige vorm van nervus ulnaris neuropathie kan besloten worden tot een operatie.

Wat gebeurt er bij een operatie van een nervus ulnaris neuropathie?

Indien u bloedverdunners gebruikt hoeft u hier niet mee te stoppen. Een operatie van een nervus ulnaris neuropathie wordt meestal onder lokale verdoving verricht. Er zijn een aantal operatietechnieken om de beknelling van de elleboogzenuw op te heffen. De meest gebruikte techniek is het vrij leggen van de zenuw (neurolyse). Soms wordt de zenuw verplaatst (omlegging of transpositie).
Bij neurolyse wordt in de daarvoor bestaande tunnel meer ruimte voor de zenuw gemaakt. Bij transpositie wordt de zenuw uit de tunnel in de elleboog gehaald en naar de buigzijde van de arm gelegd. Meestal wordt bij een eerste operatie een neurolyse uitgevoerd aangezien het resultaat van beide technieken vergelijkbaar is en een neurolyse het minst ingrijpend is.

Te verwachten resultaat van een operatie

Ongeveer tachtig procent van de patiënten heeft een volledig of bijna volledig herstel van klachten na de operatie. Gevoelsstoornissen en tintelingen herstellen meestal langzaam en vaak ook niet helemaal. Als de klachten blijven bestaan, of zelfs verergeren, kan een nieuwe operatie worden overwogen. Meestal wordt bij een tweede operatie een transpositie verricht, hoewel het te verwachten resultaat van een tweede ingreep beduidend lager is.

Mogelijke complicaties bij de operatie

Iedere operatie heeft risico’s. De kans op mogelijke complicaties is klein, minder dan een paar procent, maar niet nul. Elke operatie heeft het risico van een nabloeding of een wondinfectie. Vooral bij een transpositie kan de wond na de operatie napijn geven. Heel zeldzaam is een gehele of gedeeltelijke beschadiging van de nervus ulnaris tijdens de operatie. In het slechtste geval kunnen daardoor een aantal spieren in de hand geheel of gedeeltelijk verlamd raken waardoor een zogenoemde klauwhand ontstaat.

Na de operatie

Na de operatie moet de arm twee dagen in een mitella rusten. Daarna mag de arm twee weken niet belast worden. De vingers kunnen wel gewoon worden bewogen. De wond moet de eerste twee weken droog blijven. Als er geen oplosbare hechtingen zijn gebruikt, moeten deze twee weken na de operatie door de huisarts worden verwijderd. Daarna mag de arm geleidelijk aan weer meer belast worden. In het begin kan de wond nog gevoelig zijn, vooral bij steunen op de elleboog. De tintelingen en de gevoelsstoornissen zullen na de operatie geleidelijk aan minder worden, maar dit kan langzaam gaan en volledig herstel wordt niet altijd bereikt. Langdurig bestaand krachtsverlies van de vingers herstelt meestal niet door de operatie. Na ongeveer twee maanden wordt het resultaat van de operatie op de polikliniek gecontroleerd.

Contact

Heeft u een probleem waardoor u niet op tijd naar de afspraak kunt komen? Laat dit dan zo snel mogelijk weten (uiterlijk 24 uur voor de afspraak) aan de polikliniek neurochirurgie. Wij kunnen dan een andere patiënt in uw plaats helpen. Ook voor vragen kunt u contact met ons opnemen.
U kunt ons bereiken van maandag tot en met vrijdag, tussen 08:30 - 16:30 op 015 - 260 35 33.


Foldernummer: 0533
Laatst bijgewerkt op: 11-12-2023




Gerelateerde informatie:

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien