Logo Reinier de Graaf ziekenhuis.
 
Klik op deze knop om alle folders te doorzoeken.Zoek folders
Klik op deze knop om dit document te printen.Print pagina
Klik op deze knop om dit document als PDF te downloaden.Download PDF
Klik op deze knop om de tekstgrootte te vergroten.Grotere tekst
Klik op deze knop om de tekstgrootte te verkleinen.Kleinere tekst

PiMS folder informatie logo

Gynaecologie

Diagnostische laparoscopie

Diagnostische laparoscopie

De knop om deze folder als favoriet te markerenFavorietDe knop om deze folder per email door te sturen.Stuur door
U ontvangt deze informatie, omdat u binnenkort een diagnostische laparoscopie in ons ziekenhuis krijgt. Dit is een kijkoperatie waarbij de gynaecoloog de buikholte en de organen daarin onderzoekt. Buikpijn of het uitblijven van een zwangerschap zijn veel voorkomende redenen voor zo’n operatie. In deze informatie kunt u lezen wat er gebeurt tijdens de ingreep, wat de gynaecoloog bekijkt, welke risico’s er zijn en waar u voor en na de operatie rekening mee moet houden?

Tijdens een kijkoperatie voeren wij soms ook een ‘echte’ operatie uit: een ingreep om bijvoorbeeld een eileider of eierstok weg te halen. Meer informatie daarover vindt u in onze patiënteninformatie De laparoscopische operatie.


De baarmoeder, eileiders en eierstokken

Omdat de arts tijdens de operatie de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken beoordeelt, leest u hier eerst algemene informatie over deze organen. Een normale baarmoeder heeft de vorm en grootte van een peer. Aan de brede bovenkant monden twee eileiders in de baarmoeder uit. Deze dunne, soepele buisjes, die 8 tot 10 centimeter lang zijn, beginnen bij de baarmoeder en eindigen bij de eierstokken. Normale eierstokken zijn ongeveer 3 centimeter groot. Bij een laparoscopie bekijkt de arts de eileiders, eierstokken en het bovenste deel van de baarmoeder. Het onderste deel van de baarmoeder dat in de vagina (schede) uitmondt, de zogeheten baarmoedermond of baarmoederhals, is met een laparoscopie niet zichtbaar.

Baarmoeder, eileiders en eierstokken liggen niet los in de buik, maar zitten met bindweefselbanden vast onderin het bekken. De eierstokken maken hormonen aan die elke maand het baarmoederslijmvlies opbouwen. Ook komt er elke maand bij de eisprong een eicel uit de eierstokken vrij. De eileiders hebben een transportfunctie. Zaadcellen komen via de vagina en de baarmoeder door de eileiders naar de eierstok toe. Nadat een eisprong heeft plaatsgevonden, kunnen de zaadcellen een eicel bevruchten. De bevruchte eicel wordt door de eileider naar de baarmoeder vervoerd. Een niet-bevruchte eicel lost vanzelf op.

Een diagnostische laparoscopie

Laparoscopie betekent letterlijk ‘in de buik kijken’; diagnostisch betekent ‘om te onderzoeken’. Tijdens de ingreep onderzoekt de gynaecoloog de organen in de buikholte: de baarmoeder, de eileider en de eierstokken. Ook kan de arts de blindedarm, een deel van de lever, de galblaas en een groot deel van de darm bekijken. Alle organen zijn alleen aan de buitenkant zichtbaar.

De operatie gebeurt bijna altijd onder narcose (algehele verdoving). De gynaecoloog maakt meestal een sneetje van ongeveer 1 centimeter in de onderrand van uw navel en brengt door dat sneetje een dunne holle naald in de buikholte. Hier doorheen vullen wij uw buik met onschadelijk koolzuurgas. Zo ontstaat ruimte in uw buik zodat de arts de verschillende organen kan zien. Daarna brengt de gynaecoloog via hetzelfde sneetje de laparoscoop (kijkbuis) uw buik in en sluit deze aan op een videocamera. De baarmoeder, eileiders en eierstokken zijn zo zichtbaar op een monitor. Via een sneetje bij de bovengrens van het schaamhaar brengt de arts andere instrumenten de buikholte in. Soms brengt de gynaecoloog via de vagina ook instrumenten in. Dat gebeurt om de baarmoeder te kunnen bewegen of te vullen met vloeistof om de doorgang van de eileiders te onderzoeken. Dit laatste gebeurt vaak als u een kinderwens heeft en daarvoor een diagnostische laparoscopie ondergaat. Een enkele keer is nog een derde sneetje aan de zijkant van de buik nodig om met een extra hulpinstrument beter zicht te krijgen op de baarmoeder, eileiders of eierstokken.

De belangrijkste redenen voor een diagnostische laparoscopie

De drie belangrijkste redenen voor een diagnostische laparoscopie zijn het hebben van een kinderwens, plotselinge pijn in de onderbuik en langdurige pijn aan de onderbuik.

Heeft u een kinderwens?

Bij het uitblijven van een gewenste zwangerschap kan een diagnostische laparoscopie aangeven of hiervoor een verklaring bestaat. De gynaecoloog beoordeelt dan hoe de eileiders eruitzien en of ze open of afgesloten zijn. Open eileiders zijn nodig om zaadcellen vanuit de vagina en de baarmoeder naar de eierstok te vervoeren en een eventueel bevruchte eicel weer naar de baarmoeder terug te vervoeren. Daarom spuiten wij tijdens de operatie via de vagina en de baarmoedermond een blauwe vloeistof de baarmoeder in. Als deze blauwe kleurstof via de eileiders in de buikholte komt, zijn de eileiders open.

Welke afwijkingen zijn zichtbaar?

Verschillende afwijkingen zijn door een diagnostische laparoscopie zichtbaar.

Afgesloten eileiders

Eileiders kunnen afgesloten zijn als gevolg van een ontsteking in het verleden, een eerdere buikoperatie, endometriose (zie hierna) of verklevingen (zie hierna). Als beide eileiders afgesloten zijn, is medische hulp nodig om zwanger te raken. Is er maar één eileider open, dan is de kans op een spontane zwangerschap iets verminderd. Als een of beide eileiders afgesloten zijn, beoordeelt de gynaecoloog tijdens de laparoscopie of het mogelijk en/of zinvol is de eileiders operatief te openen. Vaak is dan een tweede operatie nodig.

Een hydrosalpinx

Een speciale vorm van een afgesloten eileider is een hydrosalpinx. Er verzamelt zich dan vocht (hydro) in de eileider (salpinx). Meestal heeft u geen klachten; zelden veroorzaakt een hydrosalpinx pijn. Als u een kinderwens heeft, beoordeelt de gynaecoloog hoe de andere eileider eruitziet en of het verstandig is de hydrosalpinx te verwijderen of te openen. Voor het openen van een hydrosalpinx kan op een ander tijdstip een laparoscopische operatie of een grotere buikoperatie nodig zijn.

Endometriose

Bij endometriose bevindt op baarmoederslijmvlies lijkend weefsel zich ook buiten de baarmoeder. Endometriose kan onder andere in de buikholte of in de eierstokken zitten. Menstrueren is dan vaak pijnlijk, omdat dan ook die plekjes in de buik activiteit vertonen. In de eierstok kan zich bloed ophopen. Omdat dit op chocolade lijkt, spreken we van chocoladecysten. Er kunnen ook verklevingen ontstaan, waardoor bijvoorbeeld de eileiders afgesloten raken. Een behandeling van endometriose kan bestaan naast pijnstilling, uit hormonen en/of een operatie. De gynaecoloog bespreekt met u welke behandeling voor u het meest geschikt is. Ook kunt u vragen naar onze patiënteninformatie Endometriose.

Verklevingen

Verklevingen (adhesies) kunnen het gevolg zijn van ontstekingen, vroegere operaties of endometriose. Meestal geven ze geen klachten en is het niet nodig er iets aan te doen. Als verklevingen een mogelijke oorzaak zijn voor verminderde vruchtbaarheid, beoordeelt de gynaecoloog tijdens de operatie of hij deze kan verwijderen en of dat zinvol is. Soms is hiervoor een tweede operatie nodig.

Plotselinge buikpijn

Pijnklachten in de onderbuik die vrij plotseling ontstaan (in de loop van enkele uren of dagen) kunnen een aantal oorzaken hebben. Als de oorzaak van ernstige pijn niet duidelijk is, kan de arts een diagnostische laparoscopie adviseren. Hieronder staan een aantal veelvoorkomende oorzaken van plotselinge buikpijn.

Blindedarmontsteking (appendicitis)

De blindedarm (appendix) is een 5 tot 8 centimeter lang aanhangsel van de dikke darm dat ontstoken kan raken. De oorzaak van deze ontsteking is bijna altijd onbekend. Meestal begint de pijn rond de navel en zakt daarna af naar de rechteronderbuik. Vaak bent u misselijk, is uw ontlasting wat dunner dan normaal en is uw temperatuur iets verhoogd.

Gedraaide eierstok

Een eierstok zit aan 2 kanten met een ‘steel’ vast. Als een eierstok vergroot is, kan hij rond deze stelen gaan draaien. Door het afknellen van de bloedtoevoer naar de eierstok ontstaan pijnklachten. Een eierstok kan vergroot zijn als er een cyste (een holte gevuld met vocht) in zit. Er zijn verschillende soorten cysten, de meest voorkomende zijneen functionele cyste, dermoid (wondergezwel) cyste en endometriose cysten.

Bloeding bij een eisprong

Twee weken voor het begin van een menstruatie vindt de eisprong plaats. Het ei blaasje (follikel) barst dan open en er komt een eicel vrij. Een enkele keer knapt hierbij een bloedvaatje, dat blijft doorbloeden. Het bloed kan het buikvlies prikkelen en kan daardoor plotselinge buikpijn geven.

Eileiderontsteking

Pijn aan de onderbuik, koorts, vieze afscheiding of een menstruatie die langer duurt dan normaal kunnen duiden op een eileiderontsteking. Soms wordt deze ontsteking veroorzaakt door een seksueel overdraagbare aandoening (SOA), zoals chlamydia of gonorroe. Ook bacteriën uit de darmen kunnen zo’n ontsteking geven. Bij een kijkoperatie ziet de arts dat de eileiders rood en gezwollen zijn; soms bevindt zich ook pus in de buikholte. Meer informatie hierover vindt u in onze patiënteninformatie Seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA).

Buitenbaarmoederlijke zwangerschap

De medische term voor een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is een extra-uteriene graviditeit (extra = buiten, uterus = baarmoeder, graviditeit = zwangerschap). We korten kort dit vaak af met EUG. De zwangerschap bevindt zich buiten de baarmoeder, meestal in de eileider. Een kinderwens, ernstige schade aan de eileider en de toestand van de andere eileider spelen een rol bij de keuze om tot een behandeling over te gaan. Vaak, maar niet altijd, verwijdert de arts een EUG (eileider) laparoscopisch.

Langdurige buikpijn

Langdurige (chronische) buikpijn kan een reden zijn voor een diagnostische laparoscopie. Soms ziet de gynaecoloog tijdens de operatie een afwijking, zoals een vergrote eierstok, een vleesboom (myoom), verklevingen of endometriose. Bij langdurige pijnklachten is vaak moeilijk te zeggen of een dergelijke afwijking de buikpijn veroorzaakt: verklevingen of myomen geven meestal geen pijnklachten. De gynaecoloog bespreekt na de operatie met u of deze afwijkingen de langdurige buikpijn verklaren.

Veel vaker vindt de gynaecoloog geen duidelijke verklaring voor lang bestaande pijn in de onderbuik. Er zijn dan geen afwijkingen zichtbaar van de baarmoeder, eileiders of eierstokken, darmen of andere plaatsen in de buikholte. Daarom adviseert een gynaecoloog niet aan elke vrouw die langdurig buikpijn heeft om een diagnostische laparoscopie te ondergaan. De kans dat de gynaecoloog afwijkingen vindt die de pijn kunnen verklaren is immers klein. Toch is voor sommige vrouwen de geruststelling dat er niets ernstigs aan de hand is een reden om een diagnostische laparoscopie te ondergaan. Meer informatie hierover vindt u in onze patiënteninformatie Chronische (langdurige) buikpijn bij vrouwen.

Kleine kans op complicaties

De kans op complicaties bij een diagnostische laparoscopie is klein. In zeer zeldzame gevallen raken de urinewegen, blaas, darmen of een bloedvat beschadigd. De kans hierop is wat groter bij een behandeling of ingreep via de laparoscoop en bij ernstige verklevingen in de buik. De gevolgen zijn soms pas zichtbaar als u al uit ons ziekenhuis ontslagen bent. Bij ernstige buikpijn, koorts, braken of pijn in de nierstreek (aan de zijkant van de rug) adviseren wij direct met uw gynaecoloog contact op te nemen.

De voorbereiding op de laparoscopie

Hierna leest u wat u kunt verwachten van de voorbereidingen op uw operatie.

Op de polikliniek

De gynaecoloog bespreekt met u de behandeling. Vaak gebeurt een diagnostische laparoscopie in een dagopname. Meestal vindt poliklinisch vooronderzoek plaats. Soms heeft u op de polikliniek of telefonisch, of kort voor de ingreep een gesprek met de arts die de narcose geeft (anesthesioloog).

Voorbereiding voor de periode na de operatie

Vóór uw opname in ons ziekenhuis kunt u al een en ander regelen voor het herstel na de operatie. U kunt nog pijn hebben en zich slap voelen. Bij een druk huishouden is na thuiskomst enige hulp wenselijk. Bespreek dit van tevoren met uw gynaecoloog of huisarts. Als u buitenshuis werkt, reken dan op ten minste enkele dagen afwezigheid.

De operatie zelf

Als wij u de dag van de operatie opnemen, moet u nuchter komen: u mag vanaf middernacht niet eten, drinken of roken. Een verpleegkundige ontvangt u op de afdeling. U krijgt operatiekleding aan. Vlak voor de operatie krijgt u soms een medicijn waar u slaperig van wordt. U kunt daar een droge mond van krijgen. Wij brengen u in bed naar de operatieafdeling. Via een naald in uw hand of arm dienen wij de narcose (verdoving) toe. U valt in slaap en merkt niets meer tot u na de operatie wakker wordt in de uitslaapkamer.

Na de operatie

Weer wakker

Als u goed wakker bent, gaat u terug naar de afdeling. Soms heeft u keelpijn, omdat u onder narcose een buisje in de luchtpijp heeft gehad voor de beademing. Vaak krijgt u via een bloedvat van uw hand of arm vocht toegediend vanuit een infuus. Misselijkheid en zelfs overgeven na de operatie zijn niet ongebruikelijk. Een enkele keer hebben wij tijdens de operatie een blaaskatheter ingebracht om urine af te voeren. Meestal verwijderen wij het infuus enkele uren na de operatie zodra de misselijkheid over is.

Pijn

Direct na de ingreep heeft u vaak buikpijn. De pijn vermindert de eerste uren na de operatie en verdwijnt meestal aan het einde van de dag. Sommige vrouwen houden de eerste dagen nog buikpijn. U kunt hiertegen gerust pijnstillers gebruiken. Ook schouderpijn komt voor. Het koolzuurgas dat gebruikt is om de kijkruimte in de buik te vergroten, prikkelt het middenrif. Dat kan schouderpijn veroorzaken. Uw lichaam ruimt het koolzuurgas op. De schouderpijn verdwijnt meestal de dag na de operatie.

Bloedverlies

Soms heeft de gynaecoloog tijdens de operatie de baarmoederhals via de vagina met een paktangetje vastgepakt. Zo kan de arts de baarmoeder tijdens de operatie bewegen of vloeistof de baarmoeder inspuiten voor het testen van de doorgang van de eileiders.
Hierdoor kan er enkele dagen na de ingreep wat bloed en/of blauw vloeistof verlies via de vagina zijn.

Hechtingen

De wondjes in uw buik zijn meestal gehecht. Vóór ontslag uit ons ziekenhuis hoort u of wij de hechtingen moeten verwijderen of dat wij hechtingen die vanzelf oplossen hebben gebruikt. In dat laatste geval duurt het soms ruim zes weken voordat eventuele, zichtbare uiteinden van draadjes verdwenen zijn. U kunt gerust douchen of een bad nemen zolang de hechtingen aanwezig zijn. Gebruik een pleister zolang er nog wondvocht uit de wondjes komt om zo uw kleding te beschermen.

Naar huis

Op de dag van de ingreep bent u door de operatie en de narcose vaak nog behoorlijk slap. Wij adviseren u daarom om u te laten ophalen uit ons ziekenhuis. Autorijden of met het openbaar vervoer naar huis gaan, raden wij af.

Herstel

De meeste vrouwen hebben een paar dagen nodig voordat zij zich weer helemaal hersteld voelen.
Als u thuis kleine kinderen heeft, adviseren wij de eerste dagen extra hulp te regelen. Werk kunt u hervatten zodra u zich weer hersteld voelt. Voor de meeste vrouwen is dit na enkele dagen; andere vrouwen hebben wat langere tijd nodig, bijvoorbeeld een week. De zwaarte van de operatie, de snelheid van uw herstel en de zwaarte van uw werk zijn hierbij relevant.

Nacontrole

Na de operatie krijgt u meestal een afspraak voor nacontrole op de polikliniek. Als de arts weefsel heeft verwijderd tijdens de ingreep, krijgt u telefonisch de uitslag van het weefselonderzoek. Uw gynaecoloog bespreekt met u of nog verdere controle of behandeling nodig is. Natuurlijk kunt u zelf ook vragen stellen.

Wanneer moet u contact opnemen met uw gynaecoloog?

Als u na de operatie koorts krijgt of hevige buikpijn, ook al gebeurt dit een paar dagen na de operatie, moet u contact opnemen met uw gynaecoloog.

Meer informatie

Informatie Centrum Gynaecologie: www.icgynaecologie.nl
Informatiefilms de gynaecoloog: nederlands, engels, arabisch
NVOG: www.nvog.nl.

Heeft u vragen?

Als u nog vragen heeft, kunt u deze gerust stellen aan uw arts. Meer informatie en contactgegevens vindt u op onze website www.reinierdegraaf.nl.

Bron: © NVOG


Foldernummer: 0267
Laatst bijgewerkt op: 11-12-2023


Deze website maakt gebruik van cookies. Lees onze cookieverklaring .
Gezien